DE EERSTE EN LAATSTE SNEEUW
VOOR DE RECHTER
5
I
Attentie s. v. p.
J. G. CROOIJ,
t ^^Lieine ^ACrant&je leeót iedereen
Het is misschien lekker lenteweer op de dag, waarop U dit nummer van 't Kleine
Krantsje leest, maar dat we er nog niet zijn, mag blijken uit deze winterse plaat, door
onze abonnee, de heer L. Doodkorte gemaakt op de zesde april van het vorige jaar.
We mogen wel zeggen, dat het een zeer bijzondere foto is, want we zien hier de eerste
en tevens de laatste sneeuw, die er in de hele winter van 74 op 75 gevallen is.
Aprilletje zoet geeft ook nog wel eens een witte hoed, enfin, U kent dat spreekwoord
wel.
HET SAMENLEVEN MET AN
DERE MEENSEN VERGT
VEUL MEER OPOFFERING,
ONBAATZUCHTIGHEID EN
BELANGSTELLING DAN DE
MEESTEN VAN ONS EIGEN
IS
JE HOEVE NIET SO VEUL
KRANTEN TE LEZEN, AT SE
MAR GOED BINNE - SELS
BINNE JOU IN IEDER GE
VAL OPPE GOEIE WEG
EEN SOOD MEENSEN LEZE
GRAAG LEVENSREGELS - SE
BINNE DAN OEK HEEL WAT
MAKKELIJKER TE LEZEN
DAN ZE OP TE VOLGEN
AT JE KWAAD BINNE MUT-
TE JE TOT TIEN TELLE
VOOR JE WAT ZEGGE, AT JE
OERGRIESELIJK KWAAD
BINNE MUTTE JE MINSTENS
TOT HONDERD TELLE
MEENSEN BEGINNE HUN
JAREN PAS TE TELLEN, AT
SE NIKS ANDERS MEER
HEWWE OM TE TELLEN
WE HOEVE NERGES ANG
STIGER VOOR TE WEZEN,
DAN VOOR DE ANGST SELF
EIGEN NIEUWSGIERIGHEID
IS BIJ STUDIE MEER WEER-
DIG DAN HARDE TUCHT
MISLUKKING IS VAKER
HET RISSELTAAT VAN TE
MIN VOLHARDING. DAN
VAN TE MIN BEKWAAM
HEID
ONZE FOUTEN BINNE MEES
TAL VERGEEFLIJKER DAN
DE MENIER WAAROP WE
SE PREBERE VERBORGEN
TE HOUWEN
JE MUTTE NIET OVER JE
GEHEUGEN KLAGE SO LANG
JE NOG WETE AN WIE JE
GELD SKULDIG BINNE
Ondergeteekende maakt
bekend, dat hij de Vracht-
rijderij van KRANENDONK van Leeuwarden
langs Hardegarijp TwijzelKooten Buitenpost en
KoUum v.-v. heeft overgenomen.
Rijdt vast afDingsdags Donderdags en Za-
turdags.
Door uaauwkeurige bezorging en eene soliede
behandeling zal hij trachten het vertrouwen van
een ieder waardig te maken.
Nieuweburen letter K no. 53 Leeuwarden.
(1871).
IN MEIMAAND
L.F., stukadoor te Leeuwarden,
bevond zich op de 23e Mei in de
Prinsentuin. Voor het hem om
ringende natuurschoon heeft hij
klaarblijkelijk geen oog gehad,
want hij was, zooals de geijkte
term omschrijft, "in kenneüjken
staat."
"Hoe is dat toch zoo met je
zei de kantonrechter, "het is niet
de eerste keer."
"Ja", zei beklaagde, "het zijn van
die nukken. Ik ben niet een
geregeld drinker. En ik ben nu
van plan om er voorgoed mee uit
te scheiden. En dat doe ik ook."
Al eens eerder gehoord, deze
klanken, meende de ambtenaar.
"We zullen je een beetje helpen
deze gelofte te houden." En hij
achtte het dienstig een geldboete
te vragen van f 10 of 10 d. met
een week voorwaardelijke hech
tenis, proeftijd 1 jaar.
L.F. had liever, dat men zijn
berouw en goede voornemens als
hechte basis aanvaardde. "Pro
beer het eens een keer", zei hij.
Maar dit stond de kantonrechter
niet toe. Vonnis als boven.
"Moge", zei F. (19m