LANGS DE STRAAT
(vijftig jaar geleden)
TOEN WE NOG OP DE SCHOOLBANKEN ZATEN
9
t jfirar'óje leeót iedereen
"Hierbij doe ik U een foto toekomen van de hoogste klas van de Openbare Lagere
School in de Schoolstraat te Huizum (Schrans), thans heet déze straat Emmanuel
Murandstraat", aldus onze abonnee, de heer F. van Esveld te Leeuwarden.
"De foto is genomen in 1923 en zoals toen gebruikelijk was, werden de broertjes en
zusjes uit de lagere klassen er bij gehaald, Zodat de ouders konden volstaan met één
foto van hun kinderen.
De namen van de kinderen zijn: Bovenste rij, vJjij\: Bettie Swierstra; Rinske v.d. Ley
(overl.); Regina de Gavere; Eke Casteiein (overl.); Renske Broos; Rinske Strooisma.
Tweede rij: Sientje Sterrenberg; Anna Faber; Akke Sieswerda (overl.); Willemke v.d.
Ley; Willemien Huizinga; Geertje Bottinga.
Derde rij: Meester Frank (overl.); Jack v. Esveld (overl.); Johan v. Esveld; Jaap
Scheltema (overl.); Jan Lettinga; Marten Veenstra; Auke val. Horn; Jan de Jager;
Barend Walstra; Jentje Wijmstra. Knielend: Frans van Esveld; Rikus Sterrenberg;
Tjaliing Sieswerda; Andries Onderweegs; Andele Lettinga; Jan Broos; Klaas Walstra.
Zittend: Trijntje Onderweegs; Hinke Casteiein; Ymke Swierstra; Klaske Zijlstra
(overl.) en Jansje Onderweegs."
gp—M—1a—MUM———M—
had er wat voor gegeven, als-ie
op dat moment de Bonte Pijper
van Hameln had mogen zijn. Hij
sprong als een kikvorsch heen en
weer, dan naar 't eene groepje,
hetwelk luid lachend uiteenstoof,
dan naar het andere, en daarna
weer naar 't eene. Ze gingen er
een spelletje van maken.
Hij was boos, die man, werkelijk
kwaad, en zwaaide vreeselijk
met z'n parapluie; waarmee iets
gebeurd moet zijn, want later
stond die open gevouwen op het
gras.
Hij keek doorgemeen naar de
lucht, en sloeg nijdig naar 'n
papiertje, hetwelk zich wilde
nedervlijen op z'n rechteroog.
Het was een leuke rondedans,
die de man hield met de dartele
kinderkens. Men zou hebben
kunnen meenen, dat hij een
spelletje met hun speelde, maar
hij deed er te kwaadaardig voor.
Een agent op een fiets bedierf
het verder. Diens verschijning
werkte als insectenpoeder op het
jonge volkje en vaagde ze weg.
Maar de middag was goed, ook
voor dien wachter, want li
chaamsbeweging is toch alles.
Doch dat zag hij niet in, en hij
vloekt nu den verkiezingsstrijd.
Ook zal hij wel stijf zijn. Hij
heeft al dat papier in den vijver
geworpen.
Tot nu toe waren het meer
bepaaldelijk alleen de verslagge
vers, die zuten en vermoeid
worden, door het onophoudelijk
verslaan van de reden van al de
388 woordvoerders van 399
partijen, waarin we verdeeld zijn.
"Verdeel en heersch", bromde
laatst een jeugdig verslagman tot
mij. Daarmede wilde hij zeggen,
dat door de verdeeldheid in
zooveel partijen de politiek
heerscht, en politiek wil zeggen
mekaar op een nette manier
voor den mal houden. Wanneer
er nu slechts één partij was,
wanneer er eensgezindheid heers
te in alle kringen, dan was er
ook geen politiek. Zoo ongeveer
zei hij het.
Sinds gisterenmiddag echter is
er weer een man bij gekomen,
die ook een geweldigen hekel
aan de politiek heeft gekregen.
Ik wil trachten u te beschrijven
waardoor.
In roerlooze rust sluimerde de
vijver tusschen de glooiiende,
groene grasgazons. Het water
van dien vijver is bedekt en
volgegroeid met grijsbruine wa
terplanten. Rondom het park
waarin de vijver ligt staan
boomen, hooge boomen, en
dezen middag droomden ze
peinzend, over dagen vol zonne
schijn, zonneschijn waaruit goud
dampt. Aan den kant van het
water staan ook boomen, en
treurig zagen ze omlaag in het
water, met nauw bewegen hun
ner takken.
Verder staan er in het park
banken, witte, en zoo wat bij
iedere bank een lantaren, die 's
avonds zeer tot ongerief van
jeugdige minnenden, alles in een
fel licht zeten. Zoo wordt de
Liefde de wereld uitgedreven.
Wanneer men echter eenmaal
gehuwd is, schijnt het Licht der
werkelijkheid ook gauw genoeg.
In dat park nu, dat daar in zijn
geheel zoo somber en suffend
lag onder de zware, klamme
lucht, speelden kinderen.
Verder was er nog een park
wachter. Parkwachters zijn over
't geheel genomen genoegelijke
ouwe heeren, die graag een pijp
rooken, graag met moeders
spreken over hare kleinen, en
doorgaans een zwaren stok bij
zich hebben als ballast. Deze
echter was gewapend met een
parapluie.
Alles ging uitstekend. De kinde
ren waren betrekkelijk lief, de
wachter kon gerust zijn.
Tot daar een uitvloeisel van 's
menschen vernuft in den vorm
van een vliegmachine over de
stad kwam zweven.
Onmiddellijk was alles vol leven.
In volle vaart, in geweldige stuif-
ronking cirkelde dat vlieg ding in
de rondte, de luchten doende
daveren van paardekrachtge-
weld. Dit was het ergste niet,
doch dat vlieggerei liet biljetten
vallen.
Wapperend en tuimelend, zwie
rend en zwaaiend, voortgedreven
door den wind, daalden ze. Ook
dit was nog niets, doch erger
werd het, toen een bezending
van die biljetten in het gras van
het park terecht kwam.
Een oogenblik waren de kinde
ren stil, zouden ze durven Dan
sprongen ze op de gazons, en
gingen grabbelen.
Nu kwam de wachter in actie, en
welk een actie Hij voerde een
echten krijgsdans uit, z'n para
pluie zwaaiend als een krijgsbijl,
en hij uitte ook een strijdkreet.
Daarop ging hij trachten de
kinderen uit het gras weg te
jagen. Waarde lezers en lezeres
sen, hebt ge wel ooit een koe een
haas zien vangen Of een kat
zien springen naar een hoogvlie
gende Zwaluw Neen, nietwaar.
Welnu, evenmin kon deze wach
ter de kinderen weg krijgen. Hij