ZAAL VAN DER WIELEN
GAF DE BREEDSTRAAT BEKENDHEID
Door
J.C. van Dam
t T^Cleine "3Crantóje leeót iedereen
Stond dc Brcedstraat in de Jodebuurt vroeger bij de Leeuwarders bekend om /.'n 'goedkope winkels, ook
de Concertzaal van "der Wielen gaf de straat een zekere bekendheid. Behalve de Harmonie en de
Stadsschouwburg aan het Ruiterskwartier, nu Friesche Biljartclub, was de Concertzaal van Van der
Wielen een plaats, waar onze ouwe stadgenoten ontspanning zochten. Men kon daar genieten van
muziek, zang en dans om eens uit de sleur van het gewone dagelijkse leven te raken.
Verder werd de zaal benut door
er vergaderingen te houden en
ook vaak door boelgoederen,
verkopingen van gebruikte goe
deren. Was er een groot boel-
goed, dan werd dit door een
omroeper in bevolkte stadswij
ken bekend gemaakt. Slaande
op zijn gong of door het luiden
van een bel, liet bij dit aan "de
geachte burgerij" van Leeuwar
den weten.
Boelgoeden werden niet alleen
bezocht door eenvoudige men
sen, die uit waren op een koopje,
maar ook door lieden, die er een
tweedehands winkel op na hiel
den en daar voor een prikje iets
op de kop wilden tikken, om dit
in hun eigen zaken weer te
kunnen verkopen. Ook zochten
er wel antiquairs naar spullen
van antieke waarde.
De boelgoedverkoper kon het
soms leuk opzeggen. Bij elk
voorwerp dat hij, staande op een
verhoging, de aanwezigen aan
bood had hij een gepast grapje.
Trachtte hij een vergiet te
verkopen dan was dit "een
waterdichte gatsjepanne", ook te
gebruiken in het bad, je gaat er
maar onder staan en wordt
heerlijk fris afgespoeld en hebt
nooit meer last van koude
voeten.
"MIEN
De verkoop had bij "opbod" of
"afbod" plaats. Men rekende in
stuivers. Riep men het woord
"mien" dan betekende dit, dat
het voorwerp voor de gevraagde
prijs gekocht was.
Het slotwoord van de boelgoed
verkoper was dan: "één maal,
ander maal ten derde maal -
verkocht
Iets naar een boelgoed brengen
was in die jaren heel gewoon.
Had men spullen, waar men wel
af wou. dan werden die naar een
boelgoed gebracht.
Voor soms weinig geld kon je
dikwijls een halve huisboedel
kopen. Ziet men nu, in deze
jaren van overvloed, tal van nog
waarde hebbende spullen langs
de trottoirs staan, om opgehaald
te worden door de vuilnisman,
dan komt men tot de conclusie
dat wij in een heel andere tijd
leven.
Behalve verkopingen waren mu
ziekuitvoeringen in de zaal van
der Wielen erg in trek. Zeker
was dat het geval, als de
Schutterij-muziek onder kapel
meester de Jong de avond kwam
opluisteren. Hoogst gezellig kon
het dan toegaan. Met luid
hoorngeschal kwamen de muzi
kanten binnen. Iedereen verrees
van z'n plaats en /ong met de
muziek mee.
DE SCHUTTERS
"Daar komen de schutters.
Daar komen ze an,
De mannekeputters van Monni
kendam
Wat hebben ze een branie,
Wat hebben ze een lef.
Oorzaak de bitter en plichtsbe
sef."
Bekende stukjes, vooral die over
de Boerenoorlog in Transvaal,
werden hartroerend meegezon
gen. Men kon zich zo'n avond
bij van der Wielen recht
uitleven.
De politieke vergaderingen had
dén in de Concertzaal ook nooit
over bezoek te klagen. Wel in 't
bijzonder was dit het geval
wanneer Pieter Jelles Troelstra
kwam spreken. Uit Den Haag
komend werd hij aan het station
afgehaald door zijn trouwe
vriend Zandstra, de baas van de
coöperatie op het Schoenma-
kersperk.
Bij de familie Zandstra vond hij
ook altijd vriendelijke logies. Ter
verwelkoming bij de zaal in de
Breedstraat werd hij altijd be
groet door een aantal partijgeno
ten. die hem met de Internatio
nale begroetten. Voor de deur
van de zaal stonden ook altijd
een paar politie-agenten, niet om
hem te verwelkomen, maar om
alles wat in goede banen te
leiden.
En binnen zag men inspecteur
Wesser met een paar agenten
om, zo nodig, de orde te doen
handhaven. Men vreesde in die
dagen nog wel eens voor opstoot
jes. De veroordeling, onschuldig,
van de gebroeders Hoogerhuis
had de gemoederen in Leeuwar
den nogal verhit. Het was
Troelstra, die als advocaat de
zaak bepleitte en de justitie het
woord klassejustitie toeslingerde.
Volgens de rechters waren de
gebroeders "rooien", gevaarlijke
socialen die dienden te worden
opgeborgen.
Tot relletjes is het, voor zo ver ik
weet, nooit gekomen.
De politieke vergaderingen bij
van der Wielen waren het
beluisteren wel waard. Het debat
na de rede van de spreker kon
vaak interessant zijn. Een vaste
debater was de heer Kuyper, die
er een bijzonder schooltje op
nahield en daar als onderwijzer
de kinderen les gaf. Op het
Zaailand bij de Harmonie en
Schoolstraat, stond dit schooltje.
Zo'n tien of twaalf leerlingen
werden hier door meester Kuy
per onderwezen.
"HOERA"
Verrees de heer Kuyper van zijn
zitplaats om in debat te gaan
dan werd hij door de toehoor
ders met een gedempt "hoera"
begroét. Zijn opmerkingen" over
wat de spreker van de avond ter
berde had gebracht, waren van
dien aard, dat menigeen er
vermaak in zocht.
Nog een spreker die eens optrad
in de zaal van van der Wielen
wil ik aan de vergetelheid ont
rukken. Het was de heer J. van
der Werff, voor de rasechte
Leeuwarders "Lange Jan van
der Werff'. Hij scheen nogal
ER WUDDE ALLEEN STE
NEN NAAR BOMEN GOOIT,
DIE VRUCHT DRAGE AN-
MOEDIGING IS DE ZUUR
STOFVOOR DESIEL.
OM GELUKKIG TE WEZEN
MUTTE JE JE VOOR EEN
ANDER ONMISBAAR MAKE.
DE KRACHT VAN HET GE
LOOF DOET WONDEREN.
JE MUTTE GIEN GULDENS
VERWACHTE VAN JE WERK
UREN, AT JE JE VRIJE UREN
GEBRUIKE ÖF SE CENTEN
WEERDBINNE.
JE WETE PAS GENOEG AT JE
.WETE, DAT JE NOOIT GE
NOEG WETE.
DE VRAAG WAT HET BE
LANGRIJKSTE IS, KAPITAAL
ARBEID OF HERSENS, IS
EVEN DOM AS DE VRAAG
WELKE POAT VAN EEN
STOEL MET DRIE POATEN
ET BELANGRIEKST IS
Kapelmeester de Jong met z'n schutterijmuziek, ditmaal niet in Zaal gemaakt enkele dagen nadat het corps in een grote landelijke
van der Wielen, maar op de Langepiep. Het is een foto van 1904, wedstrijd in Tilburg de eerste prijs had behaald.
HET IS MOEILIJKER LOF-
TUTINGEN WEG TE GEVEN,
DAN KRITIEK.
trots te zijn op de twee effen van
z'n naam, want zo men hem zijn
naam vroeg werd deze steeds
met enig accent genoemd.
De heer van der Werff was
grossier in peulvruchten: erwten
en bonen. Als hij een kruidenier
bezocht was hetgeen hij te koop
aanbood bijzaak, maar met
stemverheffing kwamen zijn
ideeën over de landspolitiek ter
berde. Vaak bleven voorbijgan
gers voor de winkel staan,
denkend, dat er ruzie was.
Lange Jan van der Werff kon
het kranig opzeggen, wond er
geen doekjes om en sloeg
spijkers met koppen.
Een ware verrassing was het,
toen van der Werff een avond bij
van der Wielen het woord zou
voeren. Dat velen deze spreek
beurt wilden bijwonen laat zich
denken.
De zaak was dan ook propvol en
iedereen was benieuwd wat
Lange Jan met twee effen te
zeggen had.
Deftig en met actetas onder arm,
kwam hij de zaal binnen. Met
enig hoera-geroep en handge
klap werd hij verwelkomd en
begaf hij zich, strijdlustig kij
kend, naar het podium.
Zijn rede over het landsbestuur
was, wat men ook van hem
verwachte, één en al aftakeling,
alles zag hij door een donkere
bril. Volgens hem liep het
verkeerd.de heren in Den Haag
deden niets goed.
Af en toe interrumpeerde iemand
in de zaal, wat dan veel gelach
opwekte.
HOOGTEPUNT
Het hoogtepunt kwam, toen de
heer van der Werff zijn toehoor
ders de vraag stelde: "Waar gaat
het zo op de duur naar toe
Het antwoord kwam, met het
nodige geschreeuw: "Naar het
Armhuis, Jan
Dat antwoord scheen de spreker
niet te behagen en met een
nijdig gezicht verliet hij de zaal.
Was dan de rede van de heer
van der Werff gedeeltelijk mis
lukt, toch hadden de Leeuwar
ders zich weer eens echt ver
maakt in de Concertzaal van der
Wielen in de Breedstraat.
JE MUTTE NOOIT KWAAD
WUDDE OP EEN ANDER,
OMDAT IE MEER WEET
DAN JOU DAT SAL NOOIT
SI EN FOUT WEZE.
Een omroeper maakte in de
dichtbevolkte stadswijken de
boelgoeden bekend. Dit is de
eens zo bekende stadsomroeper
Stoelwinder.