ANGSTIGE SPANNING IN HE' 't 3£(eme ^ICtantoje leeót iedereen DIENSTMEISJE SPO( TRIESTE TRAGEDIES, ERNSTIGE ONGEVALLEN, SCHOKKENDE GEBEURTENIS SEN - ZE MAKEN IN DEZE GEJAAGDE TIJD NAUWELIJKS INDRUK MEER. VANDAAG NEMEN WE ER KENNIS VAN, MORGEN ZIJN WE zE ALWEER VERGE TEN. ALLEEN VOOR DE MENSEN, DIE ER NAUW BIJ BETROKKEN ZIJN, ZULLEN DE GEVOLGEN LANGER VOELBAAR BLIJVEN. VOOR DE BUITENSTAANDERS IS DIT GEEN TIJD MEER OM LANG TE BLIJVEN MIJMEREN OVER DE DINGEN VAN DE DAG. HOE ANDERS WAS DAT IN VROEGER TIJD, ZESTIG, zEVENTIG JAAR GELEDEN, TOEN DE WERELD NOG GEEN WEET HAD VAN RADIO EN T.V., TOEN ER NOG MAAR WEINIG ONTSPANNING WAS EN HET GROOTSTE DEEL VAN HET ETMAAL AAN WERKEN WERD BESTEED. SCHOKKENDE VOORVALLEN HIELDEN DE MENSEN TOEN DAGEN, WEKEN ZELFS MAANDEN BEZIG - WAAR WE NU BIJNA SCHOUDEROPHALEND AAN ZOUDEN VOORBIJGAAN, BLEEF TOEN WIE WEET HOE LANG HET GESPREK VAN DE DAG. Niet lang na de eeuwwisseling is de stad Leeuwarden en de wijde wereld er omheen in grote beroering gebracht door de mysterieuze zaak van eén dienstmeisje, dat van de ene op de andere dag spoorloos verdwenen bleek. Dagenlang werd er in de stad over deze vreemde affaire gepraat, vroegen de mensen zich bezorgd af, waar het kind gebleven was, brachten de kranteh verhalen met alle mogelijke veronderstellingen. Het meisje heette Tetje de Jong en het kwam uit Oudehaske, maar het diende in Leeuwarden bij een familie aan de Tweebaks- markt. Op de drukke Öonder- dagavond van de derde april 1902 verliet zij daar de woning om naar de Lindebuurt te gaan - daar woonden de ouders van haar vriendin. Maar in de Lindebuurt meldde zij zich niet, noch keerde ze terug naar de Tweebaksmarkt. Tetje de Jong bleek in het niet verdwenen te zijn. Een misdrijf? Een ongeluk? NA TIEN DAGEN Eerst bracht het verdwijnen van het meisje nog geen gerucht in de stad - alleen de beide families in de Tweebaksmarkt en de Lindebuurt wisten er van. Pas tien dagen later kwamen de tongen er over los, toen de krant er dit over schreef: "Omtrent het dienstmeisje, dat hier sinds Donderdagavond 8 April wordt vermist, is nog altijd niet het minste spoor ontdekt. De politie beweert, dat zij onmogelijk op haar weg kan zijn verdronken, want dan zou haar lijk gevonden moeten zijn. Daar entegen is ook niet aan te nemen, dat zij, om welke reden dan ook, haar dienst zoo onverwachts zou hebben verla ten om in Holland of elders eene andere betrekking te zoeken, want in dat geval zou ze toch zeker haar geld en kleeren en horloge hebben meegenomen en dat alles is behoorlijk in haar kastje gevonden, dat door de familie ter nasporing is openge- gebroken. Wat intusschen op merkelijk is? Dat op den drukken Donderdagavond, het drukst moment van de week, wanneer de vele vrachtschepen voor den volgenden marktdag zijn aangekomen; wanneer de vreemde kooplui reeds in de stad zijn; wanneer vele dienstmeisjes hun uit-avond hebben, in één woord wanneer Leeuwarden het meest het karakter van een drukke stad aanneemt, dat op dat tijdstip van menschenvolte op straat geen enkele kennis haar het huis heeft zien verlaten, noch haar op straat of ergens eiders heeft opgemerkt. EEN RAADSEL 't Was toch nog maar goed acht uur in den avond, toen zij de woning aan de Tweebaksmarkt verliet om te gaan óf naar de naaister óf naar de familie van hare vriendin; doch bij geen van beiden is zij geweest. Ware zij bij ongeluk te water geraakt op den weg er heen, dan zou dit allicht gemerkt zijn op dezen avond en dit uur. Wij staan hier dus als voor een raadsel, zonder eenige aanwij zing. De verdwenen brief, door haar mevrouw den avond na de vermissing aan de ouders ge schreven, is terecht. Deze brief, hoewel met volledig en correct adres, is als onbestelbaar te Leeuwarden terugontvangen en gisteren opgevraagd. Wel jam mer, dat een brief met zoo belangrijken inhoud niet aan zijn adres gekomen is, wat wellicht zijn oorzaak vindt in de al te uitgebreide postbestelling van Nijehaske en Oudehaske, zoodat de geadresseerde niet bekend was bij den besteller. Nu waren een week na dato sommi gen uit de naaste familie nog onbekend met de vermissing van het meisje. De politie zet nauwgezet haar onderzoek voort in verschillende richtingen." ZEER ONGERUST Op de 17e april kwam het Nieuwsblad van Friesland met het volgende verhaal: "Op den drukken Donderdag avond van 3 April te half negen ongeveer heeft het vermiste meisje het huis waar zij diende op de Tweebaksmarkt verlaten. Ze is niet gekomen te huize van de ouders harer vriendin op de Lindebuurt, waar ze verwacht werd, omdat ze gezegd had hare vriendin te zullen afhalen. 4 April. Overdag vertelde het binnenmeisje, dat met haar in de zelfde betrekking dient bij mevr. S., op straat aan eene zuster der vriendin, dat Tetje, (het vermiste meisje) dien avond niet weer thuis was gekomen. Die zuster vertelde dat thuis, waar men zich dadelijk zeer ongerust maakte. Ook mevrouw S. maakte zich ongerust. We hebben voor ons liggen eene briefkaart poststempel Leeuwar den 4 Arpil, 9-10 N„ van den vader der vriendin aan de ouders van het meisje, geadresseerd: "Heer A. de Jong Oudehaske )AEng.)" met de vraag: "Is Tetje thuis? Zoo ja, bericht ons dan dadelijk." ONBESTELBAAR En een brief van mevrouw S., poststempel Leeuwarden 5 April 9-10 V., met adres: "Aan Aafke J. de Jong, geb. Schootstra, Nije Haske, achter Heerenveen," in houdende: "Uwe dochter Tetje is Donderdagavond uitgegaan en niet weer thuis gekomen. Is zij thuis of moet zij gezocht worden? Die brief is als onbestelbaar teruggekomen, hoewel de ge- De oude Tweebaksmarkt, waar Tetje de Jong diende en vanwaar ze spoorloos verdween. i wteuuhsrruir/u

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1976 | | pagina 6