HIER LACHTEN OPA EN OMA OM TOEN WE NOG OP DE SCHOOLBANKEN ZATEN LEZERS KLOMMEN IN DE PEN 8 Vervolg van Pag. 4 t ^Cleine 3Crarlóje leeM iedereen Een foto van de derde klas van School 8 aan de Eebuurt, genomen in 1918 of in 1919, met als bijzonderheid, dat we alle namen kunnen noemen. We beginnen bij de bovenste rij, van links naar rechts: Schaafsma, Lenos (Hendrik?), Albert Reitsema, Johannes Lolkema, Dirk Bronger en Eeike vd. Kooy. Op de tweede rij: Tjalling Visser, Frans Landstra, Oebele Walstra, Mej. vul. Net (onderwijzeres, Jacob Mulder en Anne Fennema. De derde rij: Christina Reitsema, Geertje vul. Harst, Rika de Vries, Mineke Luurs, Froukje Brinksma, Klaske Bouma, Trijntje Nieuwhof, Neeltje de Ruiter, Trijntje vul. Lei en Jeltje Bosma. Nog een rij meisjes: Alida Ram, Marie Gramsma, Janke de Haan, Helena vul. Zee, Sjoukje de Groot en Tjitske de Vries. Tenslotte onderaan zittend: Richtje Nijdam en Trijntje Gardenier. Rechts met hoed in de hand het hoofd van de school, de heer Deinema. dat ik - indien nodig - natuurlijk wel wil proberen. Tot zover dan. dankbaar 't Kleine Krantsje lezend, Den Haag A. van Hespen Wij zijn het volkomen met U eens, wanneer U stelt, dat het de moeite waard zou zijn be richten als die betreffende Tetje de Jong en Hom me Motzheim van een naschrift te voorzien - velen zidlen, met U, graag willen weten, hoe het verder is gegaan. Over het lot van Tetje wordt U in dit num mer verder geïnformeerd, van Homme Motzheim zult U niets meer kunnen lezen - wij weten zelf niet, hoe het onge val afgelopen is. Wanneer wij het beslist zouden willen we ten is er natuurlijk achter te- komen, maar - en dat geldt voor vrijwel al dergelijke be richten - het uitzoeken zou ons eerlijk gezegd veel te veel tijd gaan kosten. Overigens zal het U wel eens opgevallen zijn, dat ook de dagbladen- journalistiek dikwijls interes sant nieuws niet „vervolgd Een aardig voorbeeld is dat van de Amerikaanse bosarbei- der, die zon halfjaar geleden door een ruimtevaartuig zou zijn opgepikt. Dat sensatione le verhaal heeft in alle kranten gestaan. Maar hebt U er ooit ergens een nader bericht over gelezen? Zelfs over dergelijk wereldnieuws worden we niet verder geinformeerd. Red. 't KI. Kr. Voorzichtig. Heer (bij een iewat bang uitgevallen logementhouder 's nachts aanbellend om een kamer): „Maar doe dan toch eindelijk openik ban pro fessor..." Logementhouder (de deur op een kier openend): „Zoo...als u professor bent...zeg dan 'reis, wanneer Amerika werd ontdekt....dan laar ik u bin nen." i Zoo pas van t land. Dienstmeisje (tot mevrouw, die een luitenant met zijn verloofde en zijn mama verwacht): Mevrouw, daar is een soldaat met zijn meid en eene vrouw. Oude coquette (aan de toilet tafel): „Nu nog een uurtje - en ik ben twintig jaar jonger!" Het slachtoffer. Jonge dame (tot zich zelve): Hemel, daar heb ik dien ouden professor, die mij al tweemaal met zijn gesprek ken over de Assyriërs ver veeld heeft, weer tot tafel buur; ik hoop maar, dat hij vandaag een ander onder werp kiest Professor: Apropos, dame, waar zijn we de vorige maal gebleven Treffende overeenstemming. Afschaffer (tot wijnhande laar): En ten slotte verklaar ik op de meest besliste wijze, met betrekking tot het wijn genot: men wordt er niet oud bij. Wijnhandelaar: Dat ben ik volkomen met u eens, mijn heer, men blijft er namelijk eeuwig jong bij.

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1976 | | pagina 8