i Vreemd verhcn t Z^leine 3^.rar*óje leeót iedereen ALTIJD WAS DE KE MEER DAN DE LAATSTE JAREN HET GEVAL IS GEWEEST HEEFT DE KERMIS DITMAAL IN DE PUBLIEKE BELANGSTELLING GESTAAN. HET TERUGBRENGEN VAN HET FESTIJN VAN HET OUDE VEEMARKTTERREIN NAAR HET WILHELMINA- PLEIN BLEEK EEN DUIDELIJK SUCCES TE ZIJN EN ZO ER EEN PLEK IN DE STAD IS WAAR DE KERMIS THUIS HOORT, DAN IS HET HIER, PAL IN HET HART. ONDANKS HET SUCCES VAN DIT JAAR ZULLEN ER VOORAL OUDEREN ZIJN GEWEEST. DIE WEEMOEDIG VERZUCHTTEN, DAT DE KERMIS TOCH LANG NIET MEER IS WAT ZE VROEGER WAS. MAAR HOE VREEMD HET OOK MAG KLINKEN, DIE SOMBERE GELUIDEN ZIJN ER DOOR ALLE' JAREN HEEN GEWEEST. DE KERMIS VAN VANDAAG HAALT HET NIET BIJ DIE VAN GISTER, DIE VAN GISTER WAS LANG ZO AANTREKKELIJK NIET ALS DIE VAN EEN JAAR DAARVOOR. VOOR DE AARDIGHEID HEBBEN WE UIT HET LEEUWARDER NIEUWSBLAD VAN 1935 EEN VERHAALTJE OVERGESCHREVEN OVER DE KERMIS VAN TOEN EN. OVER DE VEEL GLORIEUZERE KERMISSEN VAN VOOR DIE TIJD. LEEST U MAAR. Leeuwarden. Zij is weer tot ons gekomen, de oude matrone, die Leeuwarder kermis heet. Er staat een verscheidenheid van getim merten, draaispullen, zweefmo lens, koek-, gebak-, en haringkra- men op het Wilhelminaplein. Op het Waagplein een schouwburg- loge en op het bouwterrein van de Peperstraat, zoomede in het Ruiterskwartier nog wat gebak kramen, paling- en bloemendis- schen. Dat is dan ook alles wat er uiterlijk van de kermisaankle- ding waarneembaar is. Nu ja, voor sommige winkels en op reclamezuilen hangen reusachti ge biljetten van de wonderen, die in de „Harmonie" en elders worden vertoond. Revue, toneel stukken, cabaretterie, welke in de oude concertzaal, in bioscopen en elders de kermisgangers kunnen stichten, vermaken of doen griezelen. Uit de café's klinkt naar buiten de muziek van Volendammer harmonica-virtu ozen, van Jasz- en diverse lawaai en dansmuziek. Op het plein gilt en dindert de stoomcaroussel, hoorn- en orgel muziek van tot zweefgezwaai verbouwde ouderwetsche malle molens. Consael zorgt nog voor de poffertjes, beignets en wafels, welke te midden van gasvuren en Italiaansch harpgetokkel en -ge bedel kunnen verorberd worden. Maar daarmee is het beeld van de oude Luwadder merke al vrij wat geflatteerd en kleurrijk weer gegeven. Och et is niks meer, meneer! Mos je vroeger komme!.... Ja uit de tijden van dat groot weleer zouden we wel graag nog eens iets willen opdiepen en vermelden. Nou ja, - och wat doen de meensen nou? Zij gaan te zwemmen en te baaien en te fietsen en te tuffen en op reis! SPAREN. Vroeger, toen was de kermis hier een gebeurtenis voor de stad - neen, voor heel de provincie. In den winter al, bij kaart en dobbelspel, ook in de café's. Dan werden er potjes gemaakt, spaar potten, meneer! Dat was het kermispotje en werd verdeeld of verteerd, om in de merke eens lekker uit te gaan. Toen was men nog niet zoo op den smaak van het varen en het reizen en het uitgaan naar Ameland en de duinen en de bergen em de wielen en de bioscopen. Och man, het is nou imeers haast alle dagen kermis, overal - dansen, springen, uit gaan! Daardoor is de oude kermis- matrone in het gedrang geko men. Wordt haar aanzien steeds pooverder en sjofeler, ondanks alle klatergoud, waarmee men haar tracht op te kalefateren. Het fatsoen is uitgevonden, meneer, het openbaar fatsoen, 't Is niet netjes meer om zijn vermaak op de kermis te zoeken. Wie het beuren mag (ook wel eens niet!), gaat met de kermis de stad uit. Bij wien de houten ham op tafel staat, die moet uit armoede wel thuis blijven. Nou ja, voor het uiterlik gaat men dan eens één avondje uit om poffer tjes te eten. De rest der bezoekers moet van buiten komen. Want er is een jijd geweest, dat de Leeuwarder kermis voor heel het gewest behoorde tot een der grootste attracties. Als de hooi oogst aan kant was, viel de kermis in een voor het boeren bedrijf rustigen tijd. Uit wijden omtrek trokken daar de boeren en boerinnen op los. De zware zilveren beugeltasschen uit greide- en bouwhoek waren toen nog flink gevuld en er werd goede zwier gemaakt door jong en oud. Maar vooral door de vrijende paartjes. Die kwamen opdagen met chais en tilbury, soms met twee paarden er voor. Vaak werd aan zoo'n kermisvier- derij verbonden een rondrit door de wouden. Dat was in den goeden ouden tijd, toen Leeuwarder kermis nog het feest voor heel de provincie was. En de stadsbewoners zelf? Nou, die zagen zoo'n zilverstroom van het buitenvolk graag binnenko men. Doch zelf lieten zij zich ook niet onbetuigd. Van een oud- Leeuwarder vernamen we dien aangaande enkele bijzonderhe den, die hier volgen. Het is uit den tijd van zoo'n vijf tig èi zestig jaar geleden. De kermis begon op den tweeden Woensdag in Juli en duurde een volle veertien dagen. Op dien Woensdag, des morgens tien uur, werd de kermis ingeluid door het beieren der klokken van de Oldehove, den Nieuwtoren (nu afgebroken) en andere. En andere? Nou ja, U mot zo rekene: de kermis, dat waar un feest voor jong en oud. De vacantie was dan Maandags al begonnen en de jeugd deed aan dat inluiden mee. In een bierglas of romer zonder voet werd met pik een draadje bevestigd, met daaraan een kraal of steentje. In heele groepen trok de jeugd daarmee rinkelend de straten langs, zingend: Komt vriendenschaar, Juicht met elkaar, De kermis komt maar eens in 't jaar! of zulk soort liederen. ROMMELAVOND. Op den laatsten Woensdag, 's a- vonds acht uur, werd de kermis op dezelfde wijze uitgeluid. Zoo'n laatste avond, dan kwam er meestal/ niet veel buitenvolk meer. Dat was een rommelavond, ook wel „de groote verwarring" genoemd. Dan konden de nering doenden, de kelners, de café- be dienden enz., voor zooverre hun vingertoppen niet doorgesleten waren van het geldtellen, ook zelf eens uitgaan. Dan werd er vaak met geld ge smeten. Dan was de oogst binnen, dan gebeurde er soms nog raar wat, meneer! Heele champagne-avonden zijn er wel gehouden in de stoomfietstent, het hypodrome of de skatingring (rolschaatsen). Dat was dan de

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1976 | | pagina 6