FA. ALEX COPINI juwelier ISZSST LEEUWARDENZO WAS HET VRESELIJKE TRAGEDIE IN STIENS Ja of nee, het standaardwerk over ALLE ELFSTEDENTOCHTEN SINDS 1763 Kijk geïllustreerd - Een boek voor Uw leven 29,50 te Leeuwarden onverklaarbare razerny 10 PEPERSTRAAT 11 -TEL 26880-LEEUWARDEN Zilw Ongi dKkr KOMT ER DAN OOIT WEER EEN ELFSTEDENTOCHT De schaatsen scherp/Elfstedentocht door Fenno L. Schoustra ligt voor U klaar Giro 98 10 62 t.n.v. i DE NIEUWESTAD EENMAAL t Sileine Zk^rantóje leeet iedereen T>««t 'ii i j-r-i 1 1 t t 1 Fenno Schoustra's Publiciteitskantoor (vervolg van pagina 3). zijn gebleven - toen ze probeerde op te staan reageerde Wiltje meteen door een broodmes van tafel te nemen en er opnieuw op in te steken: Bist noch net dea?!'schreeuwde hij. Daarna legde de moordenaar het broodmes keurig in de kast en ging hij naar boven, naar z' n eigen kamertje. De danig toegetakelde vrouw, die ook nu nog bij kennis was, zag haar kans schoon, vluchtte de deur uit en zocht hulp bij smid Veeman op de hoek van de Galge. Maar waarempel, daar kwam Wiltje alweer aan:Hwer is dat bliksemse wiif?'raasde hij en opnieuw zou hij zijn slachtoffer besprongen zijn, wanneer de forse smid hem niet had terugge duwd. Kalm keerde Wiltje nu op z' n schreden, liep naar huis terug en grendelde de deur. O, Japik is al dea. kreunde de met bloed besmeurde vrouw, wier verschijning een grote ontsteltenis teweegbracht in het gezin van de smid. Nog begreep men niet goed wat er gaande was en de veldwachters wisten eerst niets beters te doen, dan de gewonde vrouw terug te brengen naar haar huis. Daar vonden ze de zaak gesloten, maar rijksveldwachter Bijlsma forceerde de deur -verschrikke lijk was het, wat ze toen aanschouwden. Naast elkaar op de vloer, badend in hun bloed, lagen het slachtoffer, Jacob Plantinga, en z'.n moordenaar, die nog een maaiende beweging maakte met zijn arm en toen de laatste adem uitblies - met een tweede, vlijmscherp schoenma kersmes had hij zich zeven steken in de borst en vijf japen aan de hals toegebracht HOOGST BEDENKELIJK. De toestand van de vrouw werd door de dokters De Jager en Terpstra hoogst bedenkelijk ge noemd, maar ze kon toch nog iets van het gebeurde vertellen; een verklaring voor de verschik- kelijke furie van haar kostganger vond ze niet. i Ook de dorpelingen, die de volgende morgen in alle vroegte van het drama hoorden, hadden deze tragedie niet verwacht, al wisten ze dan al lang, dat die Wiltje een wonderlijke snoes haan was. Sommigen hadden wel eens aanvallen van drift mee gemaakt, anderen dachten aan een vlaag van waanzin. Maar toen de politie de schoenmakers messen onderzocht, bleken die pas geslepen te zijn; Wiltje had z' n moord kennelijk vooruit be raamd. En dan gingen er ook nog geruchten, dat de ongelukkige schoenlapper jaren lang in het geheim een verhouding met een van de dochters uit Plantinga' s eerste huwelijk had gehad. Die woonde nu ergens in Holland en zou Wiltje te verstaan hebben gegeven, dat het nu maar uit moest zijn. Anderen echter wisten te vertellen, dat Plantin ga' s dochters al trouwden, toen Wiltje nog maar een kind was - dat van die liefdesverhouding was dus niet waar. STOF TOT PRATEN. Enfin, nog jaren en jaren zou het gruwelijke gebeuren in Stiens en wijde omgeving stof tot praten geven, maar het geheim van de oorzaak had Wiltje Wilstra mee genomen in het graf. En de vrouw van de arme Plantinga? Wel, die kwam er weer bovenop en ging in 1903 - drie jaar na de ramp - naar Marrum terug, het dorp waar ze precies een halve eeuw eerder ge boren was.

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1976 | | pagina 10