i®§ NüK ÊÊÊmÊMl^ EEN REIS OM NOOIT TE VERGETEN INTERESSANTE FO - 't ^Lileine I^Craixteje leeat iedereen ZIENDEROGEN VE r'. v - - - wsmm i t "--'W ACHT JAAR GELEDEN, JUNI 1968, HEEFT ONZE ABONNEE, DE HEER JELLE FOPPEMA, VANUIT EEN VAN Dl~ KAMERS VAN HET KANTOOR VAN HET P.E.8. AAN DE EMMAKADE DE HIERBOVEN AFGEDRUKTE FOTO VAN LEEUWARDEN GEMAAKT. EEN DEZER DAGEN RICHTTE HIJ DE LENS VAN ZIJN CAMERA NOG EENS OP HETZELFDE PUNT EN TOEN ONTSTOND DE FOTO, DIE HIERBOVEN RECHTS IS AFGEDRUKT. VERGELIJKEN WE NU BEIDE PLATEN, DAN ZULLEN WE GESCHOKT TOT DE ONTDEKKING KOMEN, DAT ER IN ZO'N BETREKKE LIJK KORTE TIJD VAN ACHT JAAR VEEL, HEEL VEEL IN DE STAD KAN VERANDEREN. OP DE EERSTE PLAAT STAAT NOG FIER OVEREIND DE SLANKE SPITS VAN DE BONIFATIUSTOREN EN TORENEN OOK DE GASHOUDERS AAN DE BLEEKLAAN NOG ROYAAL BOVEN DE HUIZEN UIT. DE WONINGEN VAN DE STRATEN AAN DEZE KANT VAN HET MOLENPAD, DIE WE OP DE TWEEDE FOTO ZO MOOI KUNNEN ZIEN, VERSCHUILEN ZICH OP DE EERSTE PLAAT NOG ACHTER DE MUREN VAN DE AMBACHTSSCHOOL. VERDER VINDEN WE OP DE RECHTERFOTO DE GEBOUWEN VAN KOOPMANS MEELFABRIEKEN AAN HET VLIET NIET TERUG DE ZEER OPVALLENDE NIEUWBOUWGEVELS IN OUDE STIJL KWAMEN ER VOOR IN DE PLAATS. HEEL VEEL IS DUS VERDWENEN, MAAR WAT WE OP DE OUDE FOTO NIET EN NU OP DE NIEUWE WEL KUNNEN ZIEN. ZIJN DE HOGE FLATGEBOUWEN OP DE ACHTERGROND. ALZO: 1968 1976, EEN TIJDVAK VAN ACHT JAAR, WAARIN DE STAD ZIENDEROGEN VERANDERDE. Te Rotterdam is aangekomen de 23 - jarige tremmer van het stoomschip 'Maashaven', dat, naar men zich herinnert, onlangs op een mijn is gelopen. Men dacht eerst, dat de jongeman bij het ongeluk om het leven was gekomen. Het stoomschip, dat geladen was met graan, kwam uit New - Orleans. Donderdag, den 13en Januari, des morgens tusschen 11 en 12 uur liep het schip op een mijn. Cromers, zoo heette de jonge man, was om 7 uur in den morgen van wacht gekomen en had zich ter ruste begeven. Van het ongeluk zelf had hij niets bemerkt. Eerst eenigen tijd later kwam hij uit een bedwel ming bij. In het volklogies was namelijk door den schok de kachel omgevallen en daar was brand ontstaan, terwijl ook de gassen van de kachel niet meer werden afgevoerd. Hij spoedde zich naar het dek en bemerkte wat er gebeurd was. De geheele bemanning echter was reeds vertrokken. Cromers zag geen boot meer. Hij ging naar de stoomfluit en gaf eenige seinen, doch zonder resultaat. Men kan zich den schrik voorstellen van dezen jongeman, die geheel alleen is achterge bleven op een schip, dat de speelbal is van de golven. Het stormde geweldig. Hooge zeeën sloegen telkenmale over het schip, dat vreeselijk heen en weer geslingerd werd. Cromers is toen naar de stook plaats afgedaald, doch hier moest hij tot aan de knieëq door het water waden. Al spoedig bemerkte hij dat hier geen werk meer te verrichten was, en wederom klom hij naar het dek. Het volkslogies stond in brand, doch de brand was niet van ernstigen aard. Qe,qverkomende zeeën beletten het ^uur voort te woekeren en in den nacht, tegen 12 uur, was het geheel door het zeewater gebluscht. Intusschen was Cromers in verschillende hutten binnenge gaan en had in een spiegel van een dier hutten bemerkt, dat er blod aan zijn voorhoofd kleefde. Het bleek echter een niet ernstige wond te zijn, vermoedelijk ten gevolge van een val, toen de boot op een mijn liep. Na zich zoo goed mogelijk verbonden te hebben, ging hij een inspectietocht maken over het schip. Het bleek dat de luiken van ruim I geheel waren opengeslagen, het ruim stond aan de kommers - dat is de opstaande rand waarop de luiken rusten, - onder water. Tusschen ruim I en II waren de stalen platen geheel in de hoogte gewrongen. Toen hij eenigen tijd aan boord vertoefd had, bemerkte hij een schip, dat dichterbij kwam. Het blek een Scandinavisch schip te zijn, dat dichtbij passeerde. Van deze gelegenheid wenschte Cro mers gebruik te maken. Hij liep voor den voormast en heesch driemaal de vlag. Nu was Cromers geheel onbekend met de seinen, doch hij meende, dat hij het sein van driemaal de vlag hijschen wel eens had opgemerkt. Dat bleek ook juist te zijn, want de Scandinaviër heesch, als antwoord ook driemaal de vlag, doch stoomde geheel tegen den wensch van den tremmer door. Later werd hem meegedeeld, dat het sein van driemaal de vlag hijschen, een gewone beleefdheid is, het saluut brengen aan een voorbijvarenden stoomer. Ook werd hem verteld, wanneer hij een knoop in de vlag gelegd had, (vervolg op pag. 11)

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1976 | | pagina 6