MOGEN WE DIT NOG EENS BELEVEN? a3 DE MAN, GEZIEN ALS "NUTTIG DIER" VOOR LEEUWARDEN EN DE jSlüI WIJDE WERELD ER OMHEEN DSPRET VAN JAREN HER DERTIENDE JAARGANG 5-2-1977 NUMMER 283 SNELDRUK B.V "de drukkerij zonder levertijd" met een hoge kwaliteit 'T KLEINE KEANTSJE Kijk hier eens: een winterbeeld van het oude Leeuwarden, zoals we dat in lange tijd niet meer hebben gezien. Er ligt een best stuk ijs in de grachten, het heeft gesneeuwd, de bomen zijn berypt, overal wordt geschaatst. Mensen, wat kon het mooi zijn, toen. De jongste generatie heeft het nog nooit zo mogen meemaken, oudere generaties verlangen er weemoedig naar terug. Zouden we het ooit nog eens mogen beleven, wat denkt u ervan? Wel wat schaatsen op de gracht achter de Prinsentuin zover zal het nog wel eens komen, maar een finish van een Elfstedentocht komt er, menselijkerwijs gesproken nooit weer. De autoriteiten, die het dan voor het zeggen hebben, achten het gevaar van een eindstreep op deze plaats groot - niet zozeer voor de rijders zelf, dan wel voor het publiek, dat al meermalen in z*n enthousiasme het ijs bestormde op het moment, dat de eerste rijders binnenkwamen. Nooit weer een Elfstedenflnish dus, zoals, tussen twee haakjes in 1933, toen de vrijwel onzichtbare eindstreep lag op de plaats, die hier in beeld is gebracht, maar misschien nog wel weer eens "gewoon schaatsen", zoals we dat op deze foto zien. En laten we het daar dan maar op houden - wie weet Het nuttige dier voor de vrouwen van de grootste beteekenis, is en blijft in geacclimatiseerden toe stand de man, aldus beweerde eens het "Bat.Nbld". In wilden staat heet hij "vrijgezel". Is hij gevangen, getemd en gedres seerd, dan heet hij "echtgenoot". In wilden staat leeft hij het meest in kudden, die gewoonlijk 's avonds samen naar drink plaatsen trekken. Deze drink plaatsen zijn de lievelingsverblij- ven van dit dier en hij drinkt veel. Er zijn exemplaren, wier dorst onleschbaar is. Zij zijn gemak kelijk te herkennen aan de roode kleur van wangen en neus. Onder het drinker dooden zij den tijd met praten of allerlei spelen, waarin zij vaak een groote mare van volharding aan den dag leggen. Hun lievelingsbezigheid is het kaart-, kegel-, domino- of biljartspel. Daaronder maken zij veel geraas en blazen rookwolken uit den muil, waardoor zij soms veel schade teweegbrengen aan de zolderingen en gordijnen van hun stallen. Zij leggen veel belangstelling aan den dag voor jonge dieren van het tegenover gestelde geslacht (jonge juffers), maar leggen angst en afkeer aan den dag als zij met oudere dieren van die soort (oude tantes en schoonmoeders) te doen krijgen. Tegenover de jonge vrouwelijke dieren van hun soort doen zij ijverig hun best om in nadere aanraking te komen en zich zoo aangenaam mogelijk voor te doen. Heeft een exemplaar hierin zijn doel bereikt, of meent hij het ook maar, dan komen andere eigenschappen van hem aan den dag. Hij openbaart dan allerlei begaafdheden, apporteert bijv. dingen, die men laat vallen, draagt zonder tegenzin mantels en parapluies en parasols en toont zich in alle opzichten een vertrouwd en gehoorzaam waak- dier. In bijzondere gevallen legt hij zelfs een groote voorliefde voor bloemen aan den dag, en dit tijdperk is het geschiktst om hem te vangen. Zijn toekomstige (vervolg op pag 11) Zuiderplein 3 Leeuwarden Telefoon 05100-50600

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1977 | | pagina 1