BARON VAN NAGELL DE TDD VAN DE KARRIEDERS LIGT ALWEER VER ACHTER ONS 'T KLEINE KRAHTSJE MET OF ZONDER BAARD!? "DIE ARME BEESTEN..." Crartjjc leest iedereen "Mevrouw, mevrouw" roept het dienstmeisje, "de barometer is zo gedaald!" "Hoeveel dan wel?" vraagt mevrouw. "Wel drie meter" antwoordt het kind, "hij is net uit het raam gevallen". De burgemeester houdt een speech, terwijl het levensgrote portret van z"n "geachte ambts voorganger" in de raadzaal wordt opgehangen. "Inderdaad mijne heren" zegt de burgervader, "mijn voorganger was de be scheidenheid zelve; reeds bij zijn leven verdiende hij hier opge hangen te worden, maar hij was er niet toe te bewegen..." Naar aanleiding van onze artikel tjes over de vroegere befaamde Leeuwarder politie-inspecteur Baron van Nagell in de laatste Kleine Krantsjes, werd onze redactie opgebeld door een man, die eens zijn chauffeur is geweest, de heer Nieuwland, een oud Leeuwarder, nu te Zwolle. De heer Nieuwland vertelde ons, dat het niet waar was, dat de baron dikwijls het hotel de Phoenix in de Sint Jacobsstraat bezocht en daar grote feesten gaf. Het misverstand - wijdverbreid, dat wel! - moet volgens de heer Nieuwland zijn ontstaan door het feit, dat de baron een paar kamers had in het pand van de bakker Van Dam, pal naast het hotel. Wie hem daar (dikwijls) de deur zag binnengaan, kon ge makkelijk denken, dat hij het restaurant van de Phoenix be zocht - in werkelijkheid echter ging hij gewoon naar huis. Dat het begrip "feestvieren" de baron niet onbekend was, be aamde de heer Nieuwland wel. "Eens heeft hij in de Doelen een fuif gegeven, die drie dagen heeft geduurd", aldus de heer Nieuw land. "Elke dag kwamen er weer nieuwe gasten opzetten en dan ging de pret maar gewoon weer door". Wat we nog niet wisten vertelde onze zegsman nu: de heer Van Nagell moet een jaar of drie geleden overleden zijn. En waar iedereen, ook de heer Nieuwland, het over eens is: die baron, een hartstikke fijne kerel, dat was ie! Abonnees, die zijn ver huisd, dienen er op te letten, dat hun giro-over- schrijvingskaart het nieu we adres vermeldt - het oude adres moet worden doorgehaald. Wie het abonnementsgeld "voor een ander betaalt, dient duidelijk de naam en het adres te vermelden van de abonnee, voor wie wordt betaald. Adreswijzigingen moeten minstens 10 dagen voor het verhuizen worden doorgegeven. Abonnementen, die niet voor 1 december zijn op gezegd, worden automa tisch verlengd. voor Leeuwarden en de wijde wereld er omheen. Een uitgave van Fenno Schoustra's Publici- teitskantoor. Verschijnt eenmaal in de veertien dagen. Redactie, Administratie en Advertentieafdeling: Vredeman de Vriesstraat 1 (Naast Emmakade 39) Leeuwarden. Telefoon (05100) 20302 Postgiro 98 10 62 Bank: Rabobank Geopend: van dinsdag tot en met vrijdag, uit sluitend 's morgens van 9 tot 12 uur. 's Middags en van za terdagtot en met maan dag gesloten. Abonnementsprijs: voor Nederland fl.19,50 per jaar; voor het buiten land: fl. 35,00 per jaar. Losse nummers: afge haald fl. 1,00 per stuk. Per giro besteld: fl. 1,80 voor 1 ex., fl. 3,20 voor 2' ex., fl. 4,70 voor 3 ex. Het lidmaatschap van 't Kleine Krantsje is alleen mogelijk voor lezers, die akkoord gaan met de bepaling, dat het abonne mentsgeld vooruit moet worden voldaan. Op de 1e februari dient het abonnementsgeld voor het dan lopende jaar te zijn betaald. Geschenk-abonnementen en abonnementen van lezers in het buitenland moeten op de 31e decem ber van het voorafgaande jaar zijn betaald. Lezers, die zich niet tele fonisch of schriftelijk, maar per giro-overschrij ving als abonnee aanmel den, worden verzocht op het girostrookje te ver melden: Nieuwe abonnee. Zoals de "stadsomroeper" en de "morgenwekker" tot het verle den behoren, zo heeft ook de "karrieder" zijn tijd gehad. Een stukje romantiek is met hem heengegaan. De moderne tech niek heeft al die oude beroepen vervangen. Men ziet ze niet meer de "frachtrieders" met hun karren, getrokken door drie of vier honden. Soms liep zo'n man er naast, bij minder zware vracht zat hij wel boven op zijn platte wagen, steeds zijn korte zweep, om de honden tot trekken aan te moedigen, bij de hand. Was het weer slecht dan had hij zijn platte kar met een stuk zeildoek overspannen. De vrachtrijder met zijn honden kar onderhield het goederen vervoer tussen de steden en nabij gelegen dorpen. Had men iets nodig dat in het dorp niet voorradig was, dan werd de vrachtrijder belast om het uit de stad te halen. Maar niet alleen was vracht opdoen zijn bezigheid, ook bood schappen van allerlei aard wer den de karrieders toevertrouwd. Moest men in de stad aan 't postkantoor zijn, of bij een bank, of de belastingen, ook dan was hij hiervoor de aangewezen persoon, die voor een kleine vergoeding dergelijke zaken af handelde. Deze mensen, van alle markten thuis, waren prettig in omgang, zowel gezien bij de dorpsbewoners, als bij de winke liers in de stad. In de grote winkels hier, kende men ze bij naam. Was de koffie bruin of de thee klaar, dan moesten ze een "pantsje" meedrinken. Was de baas van de zaak jarig, dan viel hem een grote sigaar, een "Napoleon" van drie centen ten deel. VASTE STAANPLAATS Elke vrachtrijder had in de stad z'n vaste staanplaats. Zij, die uit de Wouden kwamen, stonden bij de oude gasfabriek of hoek Voorstreek - Nieuweburen. Kwa men ze uit dorpen ten Zuiden van de stad, dan was hun plaats voor de Amicitia. Hier was een klein plein, grenzend aan een parkje door een ijzer hek afge sloten. Zo kwamen de honden karren uit het Bildt en omgeving dan vonden ze hun einddoel aan de Westerplantage, eind Nieuwe- stad. Hier was nog een stuk Bolwerk, waarop eens een molen heeft gestaan, die ik mij nog vaag kan herinneren. Soms kon het bij de vrachtwa gens verbazend druk zijn. Leve ranciers uit de stad, leverden hun goederen af, in balen, kisten, pakken en dozen. Zorgvuldig werd alles dan geladen in- en op de platte wagen om zo verzonden te worden naar de plaats van bestemming. Dadelijk werd er met de vracht afgerekend, geen onnodige "hoempa". ARME BEESTEN Mensen die de hondenkarren, zwaar belast, zagen voorbij trekken, slaakten vaak de ver zuchting: "die arme beesten". Doop-op, dampend van het zweet, de tong lang uit de bek hangend, kwamen ze de stad binnen. De tijd veranderde en vooral ook de dierenbescherming is hen gunstig gezind geweest. Het vroegere gezegde; "een hondeleven" slaand op iemand, die een afmattende, moeilijk taak had, gaat nu niet meer op. J.C. van Dam.

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1977 | | pagina 3