BRIEF MET HANDSCHRIFT
OM VAN TE SMULLEN
UIT DE DOOS MET SNIEPSNAREN
LEES HIER
t KLEINE KRANTSJE
GEOPEND
GESLOTEN
iftft
HET KANTOOR VAN
IS ALLEEN 's MORGENS
van dinsdag tot en met vrijdag van 9 tot 12 uur
Elke middag en 's maandags de hele dag
Ook telefonisch uitsluitend bereikbaar in de kantooruren
't Wiethe X.rcuitbie. jëkai' i'ècle'féerii
Uit de Doos met Sniepsnaren
kwam vandaag het hierbij gere
produceerde zeer curieuze stuk,
een brief van de burgemeester
van de gemeente Oostdongera-
deel, geschreven in 1887 en
gericht aan de "Politiebediende"
L. Bijlsma te Drachten.
ONBEKENDE KLERK
De brief, door een onbekende
klerk buitengewoon fraai ge
schreven, bevestigt de benoe
ming van de heer Bijlsma tot
veldwachter in Oostdongeradeel.
Eerder had de toen in Drachten
wonende politieman al een
telegram ontvangen met de
fraaie tekst: "Gij benoemd".
De heer Bijlsma - Liekle was zijn
voornaam - is niet alleen in
Smallingerland en Oostdongera
deel in politiedienst geweest,
maar ook in Leeuwarderadeel
met standplaats Stiens. Daar
stond hij ook, toen in de nacht
van 5 op 6 december 1895
ingebroken werd bij de gardenier
Gabe Haitsma op de hoek van de
Schradijk en de Hogedijk onder
Britsum - veldwachter Bijlsma
moet de eerste politieman zijn
geweest, die daar ter plaatse
kwam.
Later werd deze inbraakaffaire
berucht als de Hoogerhuis - zaak:
de broers Wiebren, Marten en
Keimpe Hoogerhuis kwamen er
onschuldig voor in de gevangenis.
Zij werden veroordeeld to't res
pectievelijk twaalf, elf en zes jaar
gevangenisstraf, voornamelijk op
grond van de getuigenverklaring
van Haitsma en zijn huisgenoten
Ymkje en Sieds Jansma.
Dit drietal verklaarde de broers
als daders te hebben herkend,
nadat ze eerst hadden getuigd,
dat ze de daders niet hadden her
kend.
PRACHTIG HANDSCHRIFT
Maar om nog even op de
benoemingsbrief van veldwach
ter Bijlsma terug te komen: een
prachtig handschrift als dit
kunnen we vaak in oude stukken
tegenkomen. Zouden er nu nog
veel mensen met een zo mooie
hand van schrijven zijn? Wij
zouden het beslist niet weten,
maar geloven het eerlijk gezegd
niet.
De ondergeteeken maakt aan zijne geeerde Stad- en Landgenooten
bekend, dat hij zijn beroep van
SCHOEN- EN LAARZENMAKER
(in welke betrekking hij nu laatst vijf jaren als knecht bij wijlen den
heer J.de Ruiter alhier is werkzaam geweest) begonnen is voor eigen
rekening uit te oefenen, en zich alzoo in de gunst en recommandatie
minzaam aanbeveelt; belovende in alles eene goede behandeling.
Leeuwarden, 1857 H. ADAMA
Waeze, letter C
nummer 241