GDSBRECHT VAN AEMSTEL
OVER HET SPIEKBRIEFJE VAN
Fries zuivel is zuivel op z'nbest.
Frico maakt't al sinds 1898
HERINNERINGEN AAN DE HARMONIE
STADSNIEUWS
VAN VROEGER
't kleine 3^rantóje leeót iedereen
Niemands geheugen is onfeil
baar. Hoe ouder men wordt, des
te meer krijgt men daar mee te
maken. Dagelijks hoort men
"heeft iemand mijn bril ook
gezien?" of "waar is mijn
portemonnaie?" of men heeft
iemand gezien en kan met geen
mogelijkheid op zijn naam
komen. Daarom is het zo
frappant, dat je je nog zoveel van
vroeger herinnert.
Enfin, dat bewijst de inhoud van
't Kleine Krantsje" wel. De stad
en de omgeving, waar je je jeugd
hebt doorgebracht, vergeet je je
hele leven niet.
EEN RARE ZAAK
Het is met het geheugen soms
een rare zaak. Het kan je
plotseling in de steek laten. En
omdat dit verhaal gaat over
toneel en toneelspelers, heb ik
nog een herinnering aan een
voorstelling van de "Gijsbrecht".
Het is jarenlang een traditie
geweest, dat op nieuwjaarsdag in
de stadsschouwburg van Amster
dam het treurspel "Gijsbrecht
van Aemstel" van Joost van den
Vondel werd opgevoerd, gevolgd
door "De bruiloft van Kloris en
Roosje".
Als het stuk zo'n veertien dagen
in Amsterdam gespeeld was, ging
het "de provincie in".
Aangezien Leeuwarden ook tot
"de provincie" behoorde, werd de
"Gijsbrecht" ook in de Harmonie
opgevoerd. Helaas is aan deze
traditie een einde gemaakt ep het
Albert van Dalsnm: indrukwekkende figuur op het toneel.
zal wel heel lang duren, dat de
"Gijsbrecht" weer wordt opge
voerd.
Het was in januari 1929 dat de
heer Bunt van de Harmonie op
zijn fiets stapte en de adressen
afging om een aantal figuranten
bij elkaar te krijgen, die bereid
en in staat waren om de
voorstelling van de Gijsbrecht
door hun aanwezigheid op het
toneel op te luisteren.
En zo stonden we dan weer in de
grote kleedkamer van de Har
monie maliënkolders te passen
en helmen op te zetten, om de
goede stad aan de Amstel en het
IJ van de ondergang te redden.
De heer Gijsbrecht van Aemstel
was niemand minder dan Albert
van Dalsum. Met een stem, die
tot in alle uithoeken van de
Harmonie te horen was, rolden
de versregels van zijn lippen. Een
indrukwekkende figuur. Hij had
de gewoonte om, voordat het
doek opging, op het toneel heen
en weer te lopen en stukken tekst
te repeteren. Hij mocht dan niet
gestoord worden. Blijkbaar was
hij deze avond niet zeker van een
bepaalde passage want opeens
staakte hij zijn gedrentel en
verdween hij in zijn kleedkamer.
EERSTE DE BESTE™
Even later kwam hij terug met
een vel papier, waarop met grote
letters een stukje tekst geschre
ven stond. De eerste de beste die
hij zag kreeg het op zijn rug
gespeld. En die eerste de beste
was Gemser. Gemser liep met
een plakkaat op zijn rug.
Onverstoorbaar, als altijd. Tij
dens de scène stond Gemser, zo'n
beetje schuin voor Gijsbrecht van
Aemstel, zodat deze de tekst
goed kon zien en Gemser hem
niet in de weg stond. Nu zult u
misschien vragen, maar was er
dan geen souffleur? Nee, die was
er niet, een stuk dat zo vaak al is
opgevoerd kon het wel zonder
souffleur stellen, dacht men.
Maar het plakkaat op de rug van
Gemser wees wel een andere
richting uit en "zeker is zeker"
dacht van Dalsum blijkbaar.
Gemser stond doodstil voor zich
uit te kijken en de scène verliep
vlot.
Toen kwam het moment dat de
heirscharen van het toneel moes
ten terwijl Gijsbrecht nog bleef
staan, die achteraan stonden
ging het eerst en Gemser ging het
laatst.
En toen deze dappere krijger
zich omkeerde, en met het
plakkaat op zijn rug tussen de
coulissen verdween, kunt u zich
wel voorstellen dat het publiek in
de zaal in lachten uitbarstte.
Bart van der Weerdt.
EEN LASTIG HEERSCHAP
Dinsdagmiddag, omstreeks 2 uur
werd op de Nieuwestad ZZ ter
zake ordeverstoring aangehou
den en naar het bureau opge
bracht bij de politie welbekende
G.K. wonende alhier.
Procesverbaal terzake vorenbe
doelde overtreding wordt opge
maakt, alsmede terzake vernie
ling van een ledikant in een der
cellen. Na verhoor is hij wederom
op vrije voeten gesteld.
(1935)