Friesland Bank
a. van Hespen
Staveren
Uw eigen bank
't ^.leine ^i^rüntójè ieeet iedereen
Lezers klommen in de pen
EEN APRIL
Toen ik vandaag 't Krantsje
kreeg, moest ik wel lache! Onze
dochters hadden net klaagt dat
we gien leuke aprilmop konden
bedenke, en laat nou 't Kleine
Krantsje een pracht 1 aprilmop
op de voorpagina staan hewwe!
Wie dat bedacht het!
Self herinner ik mij een 1
aprilmop in de 3e klas van skoal
13, 't was in de oorlog 's morgens
kwam Loes de Boer triomfante
lijk met een grote zak en zette die
op juf haar lessenaar. Verwend
waren we in die tied niet en
iedereen verheugde zich al op de
traktatie. Juf kwam in de klas en
die zette oek al grote ogen op
toen ze die zak sag.Ze maakte 'm
open en liep toen langsaam rood
an, de klas in grote spanning en
wat bleek toen? In de zak zaten
propkes silverpapier, Loes had
ons mooi bij de neus nomen!
Lachen was er niet bij, want onze
juf liep woest naar juf Woudstra
fan de 4e klas en toen ze even
later terugkwam, ging de les
gewoon verder.
Loes had gien sukses had!
Schoonhoven
R. Wibbens-Kamp.
KLEIN.
1. Hartelijke Gelukwensen over
name Leeuwarder Courant stop
2. Wat kan het Kleine toch veel
bereiken stop 3. Klein maar
dapper en vele kleintjes maken
een grote en wie het kleine niet
eert is het grote niet weerd en
kleine potjes hebben grote oren.
2. En klein maar rein en klein
duimpje hebben even laten zien
op te kunnen tegen de grote
broer zonder met kleingeld aan
te komen of kleinhandel te
bedrijven en zonder te kleineren
of kleingeestig kleingelovig klein
zielig kleinsteeds kleinmoedig
kleinzerig of kleinmenselijk te
zijn stop maar jullie hebben ze
wel klein gekregen stop
3. Kan ik misschien de speciale
kleine brillen leveren voor het
kleinschrift stop met kleine
groetjes stop Jacques A. Bo oma
Fri bo org Switzerland
GEFELICITEERD.
'k Feliciteer U van harte met de
uitbreiding van Uw journalistie
ke bedrijf. Mijn hoop is dat U het
baas kunt het peil van de
Leeuwarder Courant op dat van
Nederlands beste dagblad te
houden en tevens het hoge peil
van 't Kleine Krantsje zo te
houden als het nu is! 't Zal wel
hard werken worden voor U.
Maar nu mijn bestelling. Kunt U
mij a.u.b. drie zulke brillen
leveren om de Leeuwarder Cou
rant in de toekomst te blijven
lezen. De ene krijg ik (zijnde
abonnee) gratis en de andere
twee wil ik graag betalen, "k Heb
nl. twee vrienden hier in de stad
die beide horlogemaker zijn en
die kunnen elk zo'n bril gebrui
ken! Dan weet ik daarmee alvast
een verjaardagscadeautje voor
hen.
Wat nu paginal betreft 'k ga
even voor U zoeken.
Lekskoaije, lekskögje, v. kritisee-
ren, bedillen. Vgl. bilekskoaije,
bilekskoaije, v. bedillen, vitten
op.
De Fryske Hüsfrjeun IX 114 zie
lekskoaije. RÜm en onrüm,
ütjown fen Waling Dykstra
onder meiwürking fen oaren.
1851-1869.
Nu hanbütsje, hanbükje, hanbüt-
sje, v. met beide handen sterk en
herhaaldelijk in de zijden slaan
om zich te verwarmen.
Dit alles staat in Friesch
woordenboek (Lexicon Frisicum)
bewerkt door Waling Dykstra te
Hol werd.
Dat er geen Hollands woord is
voor hanbütsje is m.i. verklaar
baar. Friesland is - aldus de
Leeuwarder Courant - het gebied
met de laagste inkomens. Begrij
pelijk dat men daar dus bij koud
weer moet hanbütsje bij gebrek
aan goede handschoenen of
geheel geen handschoenen. In
Holland steekt men de handen
ook vaak in de zakken, dat kost
minder inspanning.
Nog iets en dat wordt moeilijker.
Friesland is het land van
klokken. De stoeltjesklok en de
slütboerdklok, ook slypboerd-
klok genaamd. De laatste wordt
nu meestal staartklok genoemd.
Zijn daarover geen interessante
stukken te schrijven in 't Kleine
Krantsje? En niet te vergeten de
oude torenuurwerken. Hebt U
ook daar niet iets over? Maken,
onderhoud, reparatie enz. Tc
Meen dat in Berlikum de heer de
Groot woonde, die oude toren
klokken door nieuwere verving.
Er moet, hoorde ik, een uurwerk
kommissie bestaan, die over de
Friesche torenuurwerken gaat.
Kunt U me daarvan een
"ingangspoort" noemen? Ook
deze uurwerken interesseren me
zeer sterk.
U merkt: Uw levenswerk wordt
met zorg en vreugd gelezen!
Den Haag
Hartelijk dan voor Uw medele
ven. Voor de door u genoemde
Uurwerkcommissie kunt u
zich wenden tot de heer tj.H.
van den Berg, Jukwerderweg
49 te Appingedam.
Red. 't Kl.Kr.
Ik was zeer verheugd over het
stukje "Staveren was eens een
machtige handelsstad" in 't
Kleine Krantsje nummer 286,
omdat ik zelf erg graag in Stave
ren kom en er op school ben
geweest in de jaren 1917-18. Mijn
grootmoeder woonde daar in de
Tienhuizen en het schip, dat op
een van de afgedrukte foto's
stond, was dat van mijn ouders.
Mijn vader zit op het dek en zelf
sta ik op de wal met mijn nichtje
en mijn zuster met witte schorten
voor.
Ook herken ik Jan en Yge Visser.
Jan was een pleegzoon van Yge
en Tiete. Tante Tiet was baker en
mijn beppe was bollerinster en ze
naaide altijd oliepakken voor de
vissers.
Beppe Atje, of Pieters Otsjc,
zoals ze werd genoemd was
alleen; ze had een zoon en een
dochter Jetze en Liesbeth; onze
pake hebben we nooit gekend,
want die moet al heel jong ver
dronken zijn.
Mijn vader en moeke en wij ook
moesten altijd al zoeken tussen
de keien aan de zeedijk. Putiel
noemden we die. Vader ging
altijd met Pake Yge naar zee
voor ansjovis en dan lagen we 's
winters aan de Voorstraat met
het schip. Beppe had ook altijd
een schaap of een geit cn die liep
voor huis; dan ging ze zo'n beest
melken voor koffietijd; de plé
stond achter het huis tegen de
zeedijk aan. Ook woonde er toen
een Douwe Bok, daar had beppe
het nooit op staan. Vaak zei ze:
hoor die ouwe Bok weer eens te
keer gaan en dan waren we als
kinderen altijd erg bang.
Ik zou zo graag willen weten of
Cees de Boer en Willem Zwaan
nog in leven zijn en of meester
Hgpgland nog leeft en Juf
Langmand, daar zat ik bij in de
klas. Leven ze nog, dan zijn zc
ook al aardig oud. Er was ook
een pliesje, die heette Zwikstra
Men kent er de-Frleee
verhoudingen en Is bereid
plaatselijke en provinciale
belangen te dienen.
Wat zegt n van deze machtig mooie foto van de onde veemarkt? Dat
boltsje lijkt ons van een pnike kwaliteit, maar wie zjjn wjj om dat te
beoordelen? De foto is waarschtynlljk ai ver voor 1900 gemaakt, dat
kannen we aan de kleding van de boertjes zien.
geloof ik en dan zongen we altijd
van "Der is ouwe Krikke, die liet
Zwikstra zwikke en dan komt
Jetze de Groot en die haalt hem
uit de sloot" enz.
De groetjes aan alle oudjes in
Staveren!
Leeuwarden Mevr.G. (Geertje)
van Llngen-de Groot
TERUGBLIK.
Wij leven nu in een tijd van
weelde, maar toen ik werd
geboren was het, in 't begin van
deze eeuw, grote armoe en
ellende er om heen. Mijn vader
kwam te overlijden en moeder
had vier kleine meisjes, de oudste
acht jaar, één van vijf, ik was 2Vi
jaar en mijn jongste zusje was 8
weken.
Sociale voorzieningen waren er
toen niet, moeder hoorde bij geen
enkel kerkgenootschap, dus ze
moest zien zelf de kost te
verdienen. Dat heeft ze voortref
felijk gedaan. Ze had daarbij
grote liefde voor haar vier
meisjes, 'k Heb moeder nooit met
stemverheffing horen praten, ze
had een zachte stem en een zeer
zachte natuur.
Als ik de herinneringen van de
heer Hendrik Burger lees, dan
denk ik dat in dat gezin ook
liefde heerste, net als bij ons, met
dit verschil wij waren arm en de
heer Burger was, zoals we dat
vroeger noemden, een rijke lui's
zoontje.
Met St. Nicolaas kregen we van
moeder ook altijd een kleinig
heidje. We zetten dan een
1 mandje op bij de kachel, want St.
1 Nicolaas kwam door de schoor
steen. Mijn jongste zusje en ik
geloofden heilig aan de goedhei-
1 ligman. Er lag een wortel in de
mandjes en de volgende morgen
had het paard van St. Nicolaas de
wortel opgegeten en onze mand
jes verstopt. En wij maar zoeken.
Als één z'n mandje had gevonden
was de ander wat verdrietig en
ongeduldig. Moeder zei dan b.v.
"zie nou eens onder de kast, ik
geloof dat je daar nog niet hebt
gekeken", en jawel hoor, het
mandje stond onder de kast.
Daar zat dan een speculaaspopje
in en een taaipop, wat borst-
plaatjes en een chocolade letter.
Wij waren de koning te rijk en
riepen bij de schoorsteen "dank u
wel Sinterklaas!"
Toen ik kreeg te horen hoe alles
in z'n werk ging, was dat voor mij
echt een verarming. M'n zusje,
die 2Vt jaar jonger was, geloofde
nog echt, maar 't was gek, hoewel
ik het wist, twijfelde ik en zo
tegen vijf december geloofde ik
vervolg op pag. 9