HOPELOOS BANALE STAD ALS ONZE GRACHTEN VERDWIJNEN T KLEINE KRANTSJE Herinneringen Hendrik Burger 3 Vandaag in 't Kleine Krantsje de laatste aflevering van de reeks ar tikelen van wijlen Hendrik Bur ger: 'Herinneringen aan mijn jeugd in Leeuwarden'. De Nieuwetoren is in 1884 afgebro ken. Hij was voor herstel niet vat baar. Reeds sinds lang was hij be denkelijk scheef gaan staan. Toen de Decemberstorm van 1883 hem nog eens duchtig had geteisterd, heeft de Gemeenteraad tot afbraak besloten. Een voorstel tot herbouw is door de Raad (bij herhaalde sta king van stemmen) verworpen. Af braak dus en geen opbouw! goede raad is duur; slechte raad goedkoop. Die' van zestig jaar geleden is een goedkope, maar geen goede Raad geweest. De afbraak heeft aan de stedelijke kas een voordeeltje van achthonderd gulden opgeleverd; maar de Nieuwetoren, die reeds op oude prenten het stadsbeeld van Leeuwarden beheerste, is verdwe nen. RIJKDOM AAN GRACHTEN Grachten. -Watrijkdom aan grach ten betreft was Leeuwarden in zijn aanleg een echt Nederlandse stad. Men vergelijke onderstaande grach tenkaartjes om te zien hoeveel water er tussen 1664 en 1933 is verdwe nen. Of juister: in deze laatste eeuw; want op de kaart van 1845 zijn bijna al die zeventiende-eeuwse grachten nog aanwezig. 'De stad bezit,' schreef reeds lang geleden het weekblad 'De Bouwwe reld', 'nog slechts enkele bouw werken van betekenis en haar effect berust voor een groot deel op de oude grachten. Als die verdwijnen, is Leeuwarden een stad geworden van hopelooze banaliteit.' Men bedenke wel, dat bij iedere demping niet alleen een stukje ge schiedenis, maar meestal ook veel moois en schilderachtigs verloren gaat, waarvan men in nieuwe stadswijken de wederga nimmer kan terug vinden. Het dodenpleintje- In een Fries ge Grachten volgens kaart van 1933 dicht van Piet Troelstra uit 1920, 'It deade-doarp', naar mijn gevoel zijn allerbeste, komt hij, na een afwe zigheid van veertig jaar, terug in zijn oude dorp, 'het dodendorp': in alle deuren staan doden en de meeste wenken hem en spreken hem aan. Evenzo ben ik, na lange, lange afwezigheid, teruggekeerd op de Put, het dorp van mijn kindertijd, en ook ik zag er niets dan doden. Het pleintje zeifis niet veranderd; ik geloof niet, dat er één enkele gevel is vernieuwd in al die jaren. Daar, op de hoek van het Jacobijner kerk hof, staat nog altijd de Grote kerk berustend te/ zwijgen, maar ook zwijgend welsprekend te proteste ren tegen de hem aangedane mis handeling. Een geslacht zonder smaak heeft de kerk 'gerestau reerd', door de eeuwenoude bakste nen gevel van onder tot boven met een mengsel van kalk en kiezel te bepleisteren. Van het ouderlijk huis op nummer 15 is, tot mijn teleurstel ling, de stoep met de paaltjes en kettingen verdwenen en vervangen door een modem trottoir. VADER VONK In het hoekhuis, tegenover ons, gaat de deur often. Vader Vonk, de tim merbaas, komt voor de dag. Ik groet hem, maar hij antwoordt niet. Piet, de zoon, mijn klasgenoot, treedt naar buiten, zijn schoolboeken on der de arm; maar ook hij ziet mij niet en alleen gaat hij op weg naar de burgerschool. In het brede huis naast Vonk, zit aan het raam, voor zijn lessenaar, dé oude heer Mispel blom, met de witte bakkebaarden. Hij is druk aan het cijferen en kijkt niet op. Dichter bij de Breedstraat kan ik door een winkelraam de dikke heer Van Zuiden, beroemd om zijn jodenkoeken, bezig zien achter zijn toonbank. Zijn kostgan ger, Symon lacob de Roos (nog ou der dan mijn vader), verschijnt op de stoep: een merkwaardig joods heertje met een goedaardig gezicht onder een heel hoge hoed en ge kleed in een blauwlakense jas van oude dagtekening. Waarschijnlijk gaat hij naar de provinciale griffie, waar hij onder het personeel een en fant chéri is. Want hij is kinderlijk naïef, trouwhartig en hulpvaardig. Deze man heeft zijn baan zó lief gehad, dat toen zijn leeftijdsgrens was gekomen, hij er niet van heeft willen scheiden. De Commissaris, de vriendelijke heer Van Panhuys, heeft hem toen toegestaan, op de vervolg oppag. voor Leeuwarden en de wijde wereld er omheen. Een uitgave van Fenno Schoustra's Publlcl- teitskantoor. Verschijnt eenmaal in de veertien dagen. Redactie, Administratie en Advertentieafdeling; Vredeman de Vriesstraat 1 (Naast Emmakade 39) Leeuwarden. Telefoon 105100) 20302 Postgiro 98 10 62 Bank: Rabobank Geopend: van dinsdag tot en met vrijdag, uit sluitend 's morgens van 9 tot 12 uur. 's Middags en van za terdagtot en met maan dag gesloten. Abonnementsprijs: voor Nederland fl.21.00 per jaar; voor het buiten- land:fl. 37.50 per jaar. Losse nummers: afge haald fl. 1.25 per stuk. Per giro besteld: fl.2.00 voor 1 ex., fl.3.50 voor 2 ex., fl.5.00 voor 3 ex. Het lidmaatschap van 't Kleine Krantsje is alleen mogelijk voor lezers, die akkoord gaan met de bepaling, dat het abonne mentsgeld vooruit rhoet worden voldaan. Op de Ie februari dient het abonnementsgeld voor het dan lopende jaar te zijn betaald. Geschenk-abonnementen en abonnementen van lezers in het buitenland moeten op de 31e decem ber van het voorafgaande jaar zijn betaald. Lezers, die zich niet tele fonisch of schriftelijk, maar per giro-overschrij ving als abonnee aanmel den, worden verzocht op het girostrookje te ver melden: Nieuwe abonnee. Abonnees, die zijn ver huisd, dienen er op te letton, dat hun giro-over- schrijvingskaart het nieu we adres vermeldt - het oude adres moet worden doorgehaald. Wie het abonnementsgeld voor een ander betaalt, dient duidelijk de naam en het adres te vermelden van de abonnee, voor wie wordt betaald. Adreswijzigingen moeten minstens 10 dagen voor het verhuizen worden doorgegeven. Abonnementen, die niet voor 1 december zijn op gezegd, worden automa tisch verlengd. Na lange, lange afwezigheid teruggekeerd op de Put

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1978 | | pagina 3