Friesland Bank Gezellig en goed Uw eigen bank Lezers klommen in de pen MATA HARI In de door U in 't Kleine Krantsje nummer 312 opgesomde serie "Beelden in Leeuwarden" (Us Mem, us Heit, en us Hynder) ont breekt de naam van het beeldje, dat juist onze aandacht verdient: "Us Famke", Mata Hari. Leeuwarden MISS NORA S. Vijver. In het nr. van 8 april jl. wordt het optreden beschreven van een duo op de Leeuwarder vrijdagsmarkten en wel als „gcdachtenlezers". Dat dit een navolging is geweest van een soortgelijk optreden van vader en dochter Kreps in het laatst van de vorige en het begin van deze eeuw, was mij tot dusver onbekend. Het duo in de dertiger jaren heb ik ook enige malen gadegeslagen. Een paar ervaringen - ook op het per soonlijk vlak - kan ik er nog aan toevoegen. Ze geven mij wel aan leiding de uitleg van codering hierop niet te kunnen toepassen. Na het volgende zal dit duidelijk zijn. De vrouw stond inderdaad (op een kist) geblinddoekt met de rug naar het publiek, dat er in een halve cir kel omheen stond. De vrouw werd door de man aangeduid als „Miss Nora". Wat mij bijgebleven is, is dat hij vóór het aanbrengen van de doek haar met één hand over de ogen streek. Dit werd bij het beëin digen van een ronde in omgekeerde volgorde herhaald. Desgewenst kan men dit als show betitelen, maar er is ook een andere verklaring moge lijk. Op twee gevallen wil ik als getuige de aandacht vestigen. Het eerste be trof een als plattelander uitziende man. Hier werd door de vraagsteller aan Miss Nora gevraagd: ,,Wat heeft deze mijnheer in zijn binnen- zak?'Antwoord: ,,Een pijp." „Klopt niet", was het bescheid van de man, „ik heb mijn pijp altijd in het zakje van mijn jasje." (Velen hadden de gewoonte hun pijp in het bovenzijzakje omgekeerd in hun colbertje te stoppen met de pijpekop naar boven). Op verzoek knoopte hij zijn ovetjas los en tot zijn eigen Us Famke, Mata Hari stomme verbazing bevond de pijp zich niet in het colbertzakje, maar tegen de gewoonte in in de binnen zak. Hier kom ik met de code hypothese niet uit. Evenmin met het volgende. Hier werd gevraagd welk lucifersmerk iemand in zijn zak had. Ik weet het merk niet meer. maar het bleek wel te kloppen toen het te voorschijn kwam. Toen de vraag werd gesteld hoeveel lucifers er in het doosje za ten, klopte dit bij natelling even- romantisch restaurant 0 cocktail-bar met open haard 0 speciale „snelle" lunchkaart 0 sfeervolle zaalruimten 0 het verzorgen van Uw re- ceptiekoudbuffet ook bij U thuis 0 Geopend (behalve zon dags) van 12.00 tot 23.00 uur 0 Uw gastheer: Rob Wee- nink. Eewal 50-52, Usuwarden, tel. 38372 eens. Zelfs werd door Nora onge vraagd aangegeven hoeveel afge brande lucifers erin zaten. Velen hadden de gewoonte deze na ge bruik weer in het doosje te stoppen. 'Ook hier lijkt mij de code-theorie moeilijk te handhaven. In het eerste geval (de pijp) kan de telepatische hypothese van kracht zijn. Weliswaar dacht de pijpdrager juist tegengesteld, maar in zijn on derbewustzijn kan de handeling van pijp naar binnenzak zijn blijven „hangen". In het tweede geval (inhoud van het lucifersdoosje) kan ook het onder bewustzijn geen rol hebben ge speeld. daar een en ander ook de bezitter niet bekend was (wie zou wél weten hoeveel wel en eventueel niet afgebrande lucifers in zijn doosje zouden zitten!) Men zou de eerlijkheid van het ge heel in twijfel kunnen trekken en van een afspraak kunnen spreken. Maar dan houdt elke verdere rede nering op. Een geval, dat mijn vrouw mee maakte, deed ook deze eventualiteit geheel teniet. De dag tevoren waren mijn vrouw en ik op een bijeen komst geweest om het eerste lus trum mee te vieren van het bestaan van de door mij opgerichte esperanto-afdeling Leeuwarden. Wegens huishoudelijke beslomme ringen had mijn vrouw een minder aktief aandeel in deze beweging dan ik. Ik was trouw drager van de esperanto-ster, zij (uiteraard) niet, maar op deze avond wel. Dat moest wel voor goed fatsoen. De volgende dag liep zij weer over Men kent er de-Friese verhoudingen en is bereid plaatselijke en provinciale belangen te dienen. de markt en ging weer in de kring van belangstellenden staan rondom dit paar. Na enkele gebruikelijke „kleine" vragen, zei Miss Nora: „Ik hoor een vreemde taal, maar weet niet welke. Het is geen Frans, ook geen Italiaans. Het heeft iets te maken met wereldvrede. Deze me vrouw heeft deze taal gisteravond nog gesproken en zij draagt het em bleem op haar jurk." Zij had de zelfdejurk aan van de vorige avond. Maar wél met de mantel aan nu! Deze moest worden losgeknoopt, alvorens het embleem zichtbaar kon worden getoond. Men zal van ons willen aannemen dat wij geen van beiden een af spraakje hadden gemaakt en dat de mensen ons totaal onbekend waren (en zijn gebleven), omdat ik van de eerste twee gevallen getuige was, waarbij de betrouwbaarheid uit houding en blik van de betrokkenen m.i. duidelijk bleek, maar het be wijs door eigen ervaring van mijn vrouw onomstotelijk bleek, kom ik niet klaar met de code-hypothese. Ik heb hier wel verklaringen en be namingen voor, maar als men geen theoretische kennis en (of) prakti sche ervaring heeft betreffende de para-psychologische fenomenen, heeft het geen zin hier dieper op in te gaan. Dit is geen verwijt, maar zo ligt de zaak in het algemeen. Het verschijnsel op zich is echter niet nieuw. Franeker H. Rijpstra Na het overlijden van haar vader heeft de befaamde gedachtenlezeres" Marie Kreps nog enige tijd gewerkt met een jongen van veertien jaar, Jo- han Kalff. Was deze Johan Kalff de man, die later in Leeuwarden met Miss Nora optrad?

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1978 | | pagina 4