HELE OPSCHUDDING IN HET
NOG KLEINE LEEUWARDEN
E
3
03
JEE
0£
EEE
UIT DE DOOS MET SNIEPSNAREN
5
koophuizen 1
orenmarkt
eeuwatOcw
1 zoekt voor diverse relaties 1
I Wijbr. da GnK
«tr. 33* Lmum
«rd«n tal. 05100-33331 1
bggSlt
$59, G laanst
ra, Mak.-tax.ag.
Uit de Doos met Sniepsnaren hebben we voor dit Kleine Krantsje een knipsel gevist uit een krant uit de dertiger
jaren met een kostelijk verhaal over een hele opschudding in het nog kleine Leeuwarden aan het eind van de
vorige eeuw. Het verhaal is - onder het pseudoniem Pim Pernel - geschreven door niemand minder dan de
grote sportpionier Pim Muiier en we hebben reden aan te nemen, dat het gaat over de drie dames Beucker
Andreae, Myn, Bouk en Greet, die in hun ouderlijk huis aan de Nieuweburen hebben gewoond. Wellicht om
herkenbaarheid te vermijden schreef Pim alleen over Boukje en Myntje; bovendien situeerde hij het drama op
de Voorstreek inplaats van op de Nieuweburen. Omdat het verhaal zo'n treffend beeld geeft van de sfeer van
het toenmalige Leeuwarden drukken we het hierbij graag nog eens voor de lezers van 't Kleine Krantsje af:
"Het Huis Piebenga uiteengescheurd"
Deze psychomagie werd tot het bit
tere einde uitgestreden op de Voor
streek. zijnde dit één der klassieke
straatbenamingen van de stad
Leeuwarden. In mijn groote goed
heid heb ik gemeend dit voorbeel
dige schetsje van eenvoud en huise
lijkheid hier te moeten geven, in de
stille hoop. dat ouders en dezulken
het den wuften maagden van heden
ten dage ter leering zullen voorle
zen. die zich niet ontzien te ver
schijnen en te verdwijnen als duvels
in 'n doosje en zich in het holle van
den nacht 8 cylindrisch door wufte
jongelieden te doen thuisbrengen.
Zonder dat de ouders voornoemd
wisten noch ooit weten zullen, waar
ze gezeten hebben. Dat was 'n halve
eeuw geleden, toen de twee zusters
Piebenga, Boukje en Myntje sa
menwoonden anders!
PIET
SJE
..Piet.sje!" riep juffrouw Bouk
je, die de kamerdeur geopend had
door het nogal hooge heeren-
huusIk hev al tweemaal
skeld!" Zij zei dat in het stedsjes of
stadsfriesch, omdat de heeten en
dames, uit de allereerste kringen
zelfs, misschien omdat ze op een
voudige manier met hun dienstbo
den willen omgaan, zich bij die ge
legenheden en ook wel onder el
kaar, bijna altijd van dat gemoede
lijke dialect bedienden.
Pietsje! Waar bin jimme?"
Uit de bovenverdieping kwam toen,
sterk nazaal: ,,Wy bin op 't zolder,
juffer."
..Wat bezeure en bezanike jimme
daar nou weer?"
,,We binn' an't rekken juffer en an
't invochten."
,,Ja maar da's maar gekheid, wat
bevliege en beklotse jimme daar
nou?"
,.Seg 'sgauw an juffer Myntsje, die
op 't koperkamertje an 't bont-
kamferen is, dat de juffer daadlik
beneden komt. de bonte kanarrie
doet soo dunzelig, ze is weer vanne
prik fallen. Gauw mar Pietsje".
De juffer is heelemaal niet boven,
juffer!" schreeuwt Pietje terug.
,,Nou Pietsje kiek jou dan de lo
geerkamer 's rond en oppe rooie
kamer en 't prukenkamertje
Na eenige minuten komt Pietje aan
de trap met de geweldige oude
knerpstem: ,,Juf-frou! ik kan juffer
Myntsje nergens fiene".
Waarop onderzoekingspatrouilles
van Pietje en Aafke in den tuin, het
oude bakhuis en het leegstaande
koetshuis worden afgezonden.
..Kiek's inne kelder", zegt tante
Boukje. ,,"t is mij te koud" en
Pietsje doet achter in de blauwe zij
gang de kelderdeur open en roept:
Juffrouw Myn tsje!"
..Wat be-skreuwe jou daar nou? Ga
's kieken Pietsje!" is de legerorder.
Maar nergens is de gezochte te vin
den. De juffer is niet in huus, ze is
uut gaan!" klinkt in beslissend ein
doordeel het vonnis.
Dan richt zich tante Boukje, op het
ebbenhouten stokje leunend, kaars
recht op, de oude grijze oogen wor
den groot en ze zegt, langzaam
sprekend, met ontzetting in de stem:
..Pietsje, dat is nog nóóit gebeurd in
die 70 jaren, dat wij hier wóne. Dat
kan niet Pietsje, want as de juffer
uutgaan waar en dan nog wel vóór
twaalven!!! dan zuud ze dat 'zeid
hevve!"
Waarop Pietsje, die er ook alweer 'n
40 jaar diende, met rooie traanoo-
gen in die van de juffer keek en
alleen maar een keer of twintig van
ja knikte.
Spreken kon ze niet al te best van de
schrik. De juffer was de eerste, die
weer sprak, ,,'t Liekt mij raar toe.
Pietsje; het liekt mij schriklukke
raar toe. Weet jou wat we doen Jou
gaan heen en roepe Aafje van 't sol
der! Die gaat de juffer daaaad
lijk soeke!"
AAF
KE
..Aaf-ke!" galmde het even later
langs de oude gebeeldhouwde trap
leuningen naar boven, - de laatste
lettergreep klonk twee octaven
hooger en werd min of meer gezon
gen - waarop de jonge beenen van
het loopmeisje de vele trappen afge-
trappeld kwamen en Aafke in de
zitkamer verscheen.
Tante Boukje zette het glas water,
waar de oude tanden tegen aan
klapperden, op tafel en sprak de
boodschap uit! (Dit lijkt een
vreemde uitdrukking; maar het ge
ven van een boodschap door een
aanzienlijke oude dame aan een
Friesche dienstbode is geen alle-
daagsch iets; daar zit ritus in, wat
den vormden opbouwhet plaatsen
van het cardinale punt, en de redac
tie van het slot betreft).
..Aafke." begon ze in een vlakken
toon, - want dat was nog slechts het
preludium - ,,gaan jou's heen en
zette jou de hoewds op en doen jou
je manteltsje 's om en gaan jou 's
gauw na de dames Anema oppe
Wirdumerdiek!" - Hier haalde zij
adem en nu kwam dan de kem met
den ritus, de deftige-Friesche-da-
mes-boodschap. in den stijl. - Het
werd min of meer declamatorisch en
in een adem gezegd, met de juiste,
nog uit den Franschen tijd overge
bleven beleefdheidswoordjes door
spekt.
KOMPLEMENT VAN
Het doel van de missie werd gelei
delijk benaderd en de climax bleef
als 'n steeds nader komende belof
tevervulling, voortdurend als blij
vende prikkel voor den hoorder,
aanwezig. Zij schepte dus adem als
'n bruinvisch en sprak: ,,En Aafke!
dan ga je naar de dames Anema en
zeg dan tegen de dames Anema:
Komplement van de dames Pie
benga an de dames Anema. - Hier
brak ze ineens af. Myntsje was im
mers weg - Eh nee fansels! Kom-
pliment van juffer Boukje an de da
mes Anema en of juffer Myntsje
ook bij de dames weest is en as
juffer Myntsje te met niet bij de da
mes Anema weest is, of de dames
Anema dan soms ook j uffer Myntsje
voorbij-kommen-sien-hevve en de
complementen an de dames Ane
ma."
Hier hoorde men de versche lucht
als 'n zware Schluchtstoot in de to
taal leeg geprate longen van tante
Boukje terugvallen.
't Kind heeft al mompelend in stilte
de boodschap gevolgd.
,,Nou Aafke! Wat selle jou nou
tegen de dames zegge?" vraagt ze.
(Want zoo'n boodschap moet er óp
zitte, dat hoort bij den stand van het
Huis). Dat zet Aafke de rooie koude
handen op haar buik. haalt eens ge
weldig adem en draait de heele
boodschap, geen enkel der diverse
complimenten overslaande, af, doet
,,kap en dek" op en stelt zich in
postuur om weg te gaan.
..Best, goed Aafke! toè dan maar,
maak maar dat je fut komme. En
gien gestruun (lanterfanten) bij de
winkels en fut make!"
..Ja, J'frou!"
Dat is een patrouille. Dan komt
Pietje op het appel. ..Gaan jou's
even naar dc dames Pieneman en
zeg dat juffrouw Myntje het huus
uut en wèg is. finaal wégen vraag of
de dames juffer Myntje ook voorbij
komen zien hevve! Ga ook bij Diek-
stra oppe Voorstreek even an."
Aafke komt dan 't eerst thuis ..De
komplementen van de dames
Anema an de dames Piebenga" zet
zij in (enz.). Maar ze was er niet
geweest en bij de dames Pieneman
was juffrouw Myntje ook niet weest
en de juffrouw was ook niet voorbij
kommen anders hadden de dames
dat wel sien".
Pietje was ook bij Loltsje Poppenga
in de Pylsteeg geweest. ..Gisteren
was de juffrouw wel even an weest.
had twee strengtjes swatte siede en 4
kloskes middelsoarte ketoewn
haald", maar verder... zwarte
duisternis Pietje moest naar den
commissaris van politie!
EEN RAMP
Het werd een ramp. Volk keek al
eens in het water!
Zware groote agenten stonden in de
heilige marmeren gang, hoestten
zwaar, het róók naar duffel en
sigaren! Een inspecteur ..met 'n sa
bel!!" kwam bij Boukje in de ka
mer. Niets! Niets! Myntje was en
bleef weg. De heele stad was in 't
geweer nu.
vervolg op pag. 9
'Gaan ook es even oppe Voorstreek sien