NA DE AMBACHTSSCHOOL 'T KLEINE KRANTSJE 3 koophuizen Wijbr. da Gaeststr. 33" l—uwidun t^.OSWO-33331 bgg 51859, G Laanstra, Mofctaxog. 1 zoekt voor diverse relaties lopen, want het begon al aardig te schemeren. Van deze rit en de voettocht van veertig minuten daarna kon ik me later evenwel niet het minste herin neren. Wel, dat ik thuiskwam en van vermoeidheid op m'n knieën voor de ramen neerviel en nog aan het raam kon tikken. Gelukkig hoorde m'n moeder dat, zodat m'n vader me direct naar binnen kon ha len en op bed stoppen. OP 'T RANDJE Van de eerste dagen herinnerde ik me later niets meer, maar door de goede zorgen van moeder knapte ik langzaam maar zeker weer op. Maar ik ben wel best ziek geweest en het heeft wel een week of acht geduurd, voor ik weer de oude was. Laten we maar aannemen, dat ik op het randje gelopen heb. Om naar m'n betrekking terug te keren had ik echter geen zin in en ik heb toen eerst een karwei voor m'n ouders gedaan. Daar had ik een werkbank bij nodig en die werd door de dorpstimmerman beschik baar gesteld. Ook mocht ik bij hem in de timmerwinkel gaan werken en daarvoor ben ik de heer Pieter Dijk stra en z'n vrouw Geertje nog altijd dankbaar. Ik werd volledig bij het personeel opgenomen in de dage lijkse koffie- en theepauzes, waarbij alle mannen in huis werden geno digd. Na het eerste karwei kwamen er al gauw meer en ik heb zo geloof ik wel een half jaar voor eigen reke ning gewerkt. Maar intussen had ik al gezien, dat ik zo in het dorpje niet kon blijven; de financiële resultaten waren niet daverend. VERVOLGVERHAAL DOOR j. S. KIKSTRA Dus zocht ik weer werk in Leeu warden en ging ik weer pendelen van Engelum naar de stad. Ik merk te, dat de verhoudingen tussen werkgevers en werknemers zich hadden toegespitst en dat de gemoe delijkheid langzaam maar zeker verdween. Op een dag ias ik een advertentie in de krant, waarin een meubelmaker werd gevraagd, die bekend was met seriewerk. Daar had ik wel trek in Het waren belangwekkende geruch ten, die in november 1918 de ronde deden. Er hing wat in de lucht, alsof er buitengewone dingen stonden te gebeuren. En ja hoor, die kwamen ook. Plotseling hingen er bulletins bij boekwinkel Van der Velde, waarop stond, dat de Duitse keizer in Limburg over onze grens was ge komen. Allerwege grote sensatie! En het bleek waar te zijn: de oorlog was afgelopen en het Duitse leger was op de terugtocht uit Frankrijk door België naar de "Heimat", versla gen en ellendig. Toen vluchtte ook de Duitse kroon prins nog naar ons land - hij werd geïnterneerd op Wieringen en de keizer in Doom. SPAANSE GRIEP Intussen zat Nederland met een ver schrikkelijke nasleep van de oorlog, die letterlijk over onze grenzen was gewaaid en waartegen het ver zwakte mensdom zoch aanvankelijk niet kon wapenen. Dat was de Spaanse griep. Het was verschrikkelijk hoe ons land door deze ernstige ziekte ge teisterd werd. De griep overviel je plotseling; het ene uur was je nog gezond, het volgende uur was je doodziek. In het begin, toen de ziekte optrad, waren bijna alle lij ders ten dode opgeschreven. Later konden de artsen er wat meer tegen doen, maar het aantal sterfge vallen was toch onrustbarend. Er was bijna geen huis zonder patiën ten, hele gezinnen stierven en de doodkistenmakers kwamen handen tekort. Ook onder ons personeel sloeg de ziekte toe. Van de (meen ik) tien man werden er zes ziek en ook de baas lag met zware koortsen in bed. Tot de vier man, die nog werkten hoorde ik ook, evenals de machi nale houtbewerker. We konden dus vooruit, maar toch gebeurde er niet veel ten voordele van de baas. De een had iets voor zich zelf te maken de ander moest zo nodig een repara tie vooreen familielid doen en weer een ander had er "beslist gien nocht" an". Ik geloof, dat ik zelf ook aan iets bezig was, dat zeker niet voor de baas was bedoeld. Af en toe liet de machinale houtbewerker de machi nes draaien om de baas, die boven Twee foto' s in 't laatst van de Eerste Wereldoorlog kort na elkaar gemaakt; boven de Duitse keizer Wilhelm aan het Oostelijk front, beneden de keizer (met bontkraag) op het perron te Eysden tijdens zijn vlucht naar Nederland. wel aannemen, want ik kon me op dat moment niet veroorloven werk loos te zijn. En dus de fabriek woonde, te laten horen, dat er wel degelijk hard gewerkt werd, zoals hij dat wenste. Op een middag, toen ik uit m'n kosthuis kwam en een poosje ge werkt had, werd ik hangerig en dui zelig af en toe. Mijn collega's advi seerden mij al gauw naar m'n kost huis terug te gaan om onder de wol te kruipen. Ik voelde ook wel, dat dit het beste zou zijn en smeerde hem dus. Maar toen ik aan de hospita had uitgelegd, waarom ik thuiskwam op zo'n ongewone tijd, zei ze ogen blikkelijk: "dan mutte jou dalik naar je ouders gaan, jongkerel, want dan hewwe jou de griep fansels en dan kanne we jou hier niet hewwe Ik moest toen maar gauw zien, dat ik de tram kreeg naar Engelum, maar de eerstvolgende ging over Marssum naar Franeker. Wel, ik besloot die toch maar te pakken om dan vanaf Marssum verder maar te en ik ging er op af. Het bleek een pas opgericht fabriekje te zijn aan het Vliet en de ondernemers waren twee compagnons, van wie de een de vakman heette te zijn en de ander de technische en zakelijke leider was. Ze wilden me wel aannemen en ik moest dan theekastjes maken, de ouderwetse modellen met een deurtje en een los blad. Per stuk zou, tot het beitsklaar maken, twee gulden worden betaald. Ik ging er op in en zou over veertien dagen beginnen. Toen ik er 's mor gens arriveerde waren er nog twee mannen bezig, die ik niet kende. AI het hout voor twintig theekasten lag al machine-klaar op me te wachten en ik kon direct beginnen. In de loop van deze maandagmor gen merkte ik aldat het hier niet erg officieel en vormelijk toeging en de sfeer was goed. Het was "dou" en "stou" voor en na, maar toch voelde ik, dat ik me er wel thuis zou voelen. Ik vorderde goed met m'n werk en op vrijdag zag ik al, dat ik die twin tig stuks in één week klaar zou krij gen. Dat betekende, dat ik in die week veertig gulden zou verdienen, zeer veel dus, want het contractloon van een volwassen ambachtsman van een jaar of vijf en twintig was toen zes en twintig gulden. AST NOU DENKSTE Toen kwam de zaterdag en dus de betaaldag en om vier uur zou ik beu ren, veertig harde guldens op de hand, mensen wat een feest. Maar wat er toen gebeurde overdonderde me totaalZonder blikken of blozen zei de baas: "Ast nou denkste, dat ik dij veetig gulden uutbetale sal voordie theekasten, dan bist wel ver mis, suustoek nietdenke, Kik? Dou kanst oek wel begriepe, dat voor so'n pries die dingen veuls te duur wudde". Ik antwoordde hem, dat ik met die hele redenatie niks te maken had en ik wenste, dat hij zich aan z'n af spraak zou houden. "Nou" zei hij, "astou so wuuste, dan kanst het krije, mar dan is voor dij hier het werk aflopen, mar ik wil die het normale loon geve en dan kanst blieve so lang er werk is!" Het was natuurlijk gemeen om mij voor die keus te plaatsen, maarik moest zijn aanbod voor Leeuwarden en de wijde wereld er omheen. Een uitgave van Fenno Schoustra's Publicl- teitskantoor. Verschijnt eenmaal in de veertien dagen. Redactie, Administratie en Advertentieafdeling: Vredeman de Vriesstraat 1 (Naast Emmakade 39) Leeuwarden. Telefoon (05100) 20302 Postgiro 98 10 62 Bank: Rabobank Geopend: van dinsdag tot en met donderdag, uitsluitend 's morgens van 9 tot 12 uur. 's Middags en van vrij dag tot en met maandag gesloten. Abonnementsprijs: voor Nederland fl.21.00 per jaar; voor het buiten- iand:fl. 37.50 per jaar. Losse nummers: afge haald fl. 1.25 per stuk. Per giro besteld: fl.2.00 voor 1 ex., fl.3.50 voor 2 ex., fl.5.00 voor 3 ex. Het lidmaatschap van 't Kleine Krantsje is alleen mogelijk voor lezers, die akkoord gaan met de bepaling, dat het abonne mentsgeld vooruit moet worden voldaan. Op de Ie februari dient het abonnementsgeld voor het dan lopende jaar te zijn betaald. Geschenk-abonnementen en abonnementen van lezers in het buitenland moeten op de 31e decem ber van het voorafgaande jaar zijn betaald. Lezers, die zich niet tele fonisch of schriftelijk, maar per giro-overschrij ving als abonnee aanmel den, worden verzocht op het girostrookje te ver melden: Nieuwe abonnee. Abonnees, die zijn ver huisd, dienen er op te letten, dat hun giro-over- schrijvingskaart het nieu we adres vermeldt - het oude adres moet worden doorgehaald. Wie het abonnementsgeld voor een ander betaalt, dient duidelijk de naam en het adres te vermelden van de abonnee, voor wie wordt betaald. Adreswijzigingen moeten minstens 10 dagen voor het verhuizen worden doorgegeven. Abonnementen, die niet voor 1 december zijn op gezegd, worden automa-

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1978 | | pagina 3