F.M. team compleet op de plaat TER HERINNERING AAN FEDES (MUSEUM TENTOONSTELLINGEN IN KOMENDE TIJD hose™ Dr. Wassenbergh: „GOEDE AANKOPEN GEDAAN" 21 Het leek 't Kleine Krantsje een aardig idee ter gelegenheid van deze ingrijpende verbouwing alle personeelsleden van-het Fries Museum te vereeuwigenEn dat is dan ook gebeurdwe zien het F.M. team hier compleet op de plaat. We gaan, zoals de traditie dat wil, van links naar rechts en we beginnen bij de bovenste rij, de heren L. de Boer, fotograaf, M. R. Naula, hoofd interne dienst, G. Zondervan, museumassistent, G. Elzinga, conservator archeologische afdeling, C. Boschma, directeur, A. Struiksma met hoed, (encadreur), S. T. Postma, museum assistent, mevr. J. Bontekoning-Barendrecht, typiste-telefoniste, mevr. P. Jonkman-Mathey echtgenote concierge, mej. J. v. d. Meer, typiste-telefoniste, de heren JWeultjes, meu belmaker enJ.A. Bosmans, conservator en plaatsvervangend directeur. Zittend op de tweede rij: de heren J. Jonkman, congierge, Jv. Wijk, administrateur, J. G. de Wal, museum-assis tent, A. Bouma, museum-assistent, JK. Boschker, veldassistent archeologie, H. Kingmans, hoofd educatieve dienst, mevr. S. I. E. Wille-Engelsma, conservatrice textielafdeling en de heer N. Manshande, assistent archeologie. Tenslotte op de voorste rij de heren W.Walta, fotograaf, D. Visser, assistent archeologie en G. Elzinga, conservator prentenkabinet. (Foto Lieuwe de Boer). vervolg van pag. 9 Die steeds groeiende collecties plaatsten ons trouwens ook altijd weer voor nieuwe problemen. Ik heb wel eens verlangd naar een ei gen directeurskamer. Toen er een paar vertrekken, die tot dat ogenblik in gebruik waren als conciërgewo ning, aan de binnenplaats vrij kwa men, heb ik me daar wel even zien zitten. Maar ja, er waren ook belangrijke aanwinsten, die een goede plaats verdienden. Die hebben ze daar ge- Nu het Fries Museum toch aan het breken en bouwen was, is van deze gelegenheid gebruik gemaakt om het ge bouw voor gehandicapten gemakkelijker toegankelijk te maken. Op de binnen plaats werd daartoe een lift koker gebouwd, zodat ge handicapten nu dus met de lift op de bovenverdiepingen kunnen komen. Een speciale hellingbaan voor rolstoelen is aange bracht bij de nieuwe ingang aan de Turfmarkt; en is er ook zo'n baan als nooduit gang geconstrueerd bij de meest noordelijke deur aan de Turfmarktkant. mé kregen. En ik bleef in de bestuurs kamer van het Genootschap. Dat was ook prima. Het museum ging voor. Maar veel kanten konden we op de hoek van Koningsstraat en Turf markt niet uit. De uithoven waren er. Stania State was nummer één. Dat was voor mijn tijd. Ik heb het kerkmuseum in Janum mee inge richt. En de afronding van mijn di recteursschap was tweeledig: de zilverkamers waren vernieuwd en Fogelsangh State in Veenklooster was ingericht. Toen voelde ik, dat mijn werk klaar mocht heten. Na een lange reeks van veranderingen en vernieuwingen, waarbij de dras tische reorganisatie in 1952 (bij het 125-jarig bestaan van het Fries Ge nootschap) een hoogtepunt was. Mijn geheugen wordt nu minder. Ik kan me niet eens precies meer her inneren, hoe het Fries Museum was, toen ik er kwam. Maar er is ook bijzonder veel veranderd, soms heel traag, dan weer in een stroomver snelling. Een onderkomen boeltje was het in 1963 niet meer. Toch heb ik me meer dan eens afge vraagd of het niet goed zou zijn, het oude_ museumgebouw te verlaten om opnieuw te beginnen op een plaats, waar meer ruimte, meer mo gelijkheden waren. Nieuwbouw? Daar wijdt je dan ook een gedachte aan, maar die was financieel nooit haalbaar. Maar ik heb heel ernstig gedacht aan het Weeshuis. Het kwam vrij. De mogelijkheden wa ren legio. En dan die historische plaats, het hart van het oude Nije- hove en bij de Grote Kerk. Aantrek kelijk was het wel. Enfin, het is niet doorgegaan. Achteraf vraag je je af of het goed zou zijn geweest een historische woning met stijlvolle vertrekken te verlaten. En ik moet er eigenlijk niet aan denken, hoe het zou zijn afgelopen met het over brengen van bij voorbeeld de Hinde loper kamers. KANSELARIJ Later kwam de Kanselarij in zicht. De bibliotheek en het archief zou den te zijner tijd ieder een eigen nieuw gebouw krijgen. Toen heb ik gepleit voor een verbinding van Museum en Kanselarij. Dat verhaal over een tunnel tussen de twee ge bouwen, onder de Turfmarkt door was niet eens een losse flodder. Ik heb begrepen, dat in jullie nieuw bouw rekening is gehouden met de mogelijkheid, dat er toch eens een verbinding met de overkant zou kunnen komen. Ik heb nog begre pen, dat jullie, al is er dan nu een uitbreiding aan de westelijke kant van de Turfmarkt, naar de over buurman, de Kanselarij blijven kij ken. In de vijftien jaren, die ik nu met pensioen ben, is er alweer veel veranderd. Maar de conceptie niet! Het is volop een Fries Museum. Jul lie hebben goede aankopen gedaan in die tijd". jj vervolg van pag. I bezoekers van het museum enige produkten van de drukpers komen. De expositie Zeven in één klap is het resultaat van een samenwerking van zeven musea in de periferie, name lijk die van Groningen, Assen, Zwolle, Maastricht, Den Bosch, Middelburg en, uiteraard, ook Leeuwarden. Puttend uit hun collecties hebben deze zeven een overzicht samenge steld van in hoofdzaak schilderijen en tekeningen uit de zeventiende en achttiende eeuw - het is werk, dat minder bekende kunstenaars uit de perifere provincies hebben ge maakt. Waar de bezoekers van het Fries Museum op deze openingsdag ook mee worden geconfronteerd is een nieuw systeem van voorlichting: er zal voortaan per zaal een informa tieblad worden verstrekt met gege vens over de geëxposeerde voor werpen En dan krijgt het museum zijn eigen Museumboek, uitgegeven door Joh. Enschede te Haarlem, een buiten gewoon fraaie uitgave, die voor het civiele prijsje van zeventien vijftig beschikbaar komt en die veel meer informatie geeft dan de gids, die de bezoekers tot dusver werd meege geven. Het boek is het tweede deel van een reeks, waarin eerder al een uitgave over het Rijksmuseum Kröller- Müller verscheen. Het bevat, be halve o.a. een inleiding over het Fries Museum, acht en zeventig kleurenillustraties met korte bij schriften van voorwerpen uit de col lecties. Het boek verschijnt in twee edities: er is een Nederlands- en Friestalige uitgave en een in het Engels en het Duits.

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1978 | | pagina 21