begriep ik niet
t niet begriepst
W-I
MUT ER MISKIEN
OEK NOG EEN BLOEMKE BU?
STERKE STUKJES
WILSON
GLENNY
8
STADSNIEUWS
VAN VROEGER
WONING
INRICHTING
Nieuwettad 95-97
LEEUWARDEN
vervolg van pag. I
Wat bedoelste, wu de Skapemelker
wete.
Nou, zei eit Mouwvesje, vannet ma
ken van vuurwerk, bedoel ik.
Dat ze dat zo kunstig make kanne
by Schuurmans, bedoel ik.
Oh, zei de Skapemelker aüienig.
Maar et Mouwvesje wu dat de Ska
pemelker wat spraakzamer wudde
zu.
Daarom vervolgde et Mouwvesje,
hest de laatste tied nog wat van jim-
me Doris hoord, hoe die et het in
dienst.
Hy leit toch in Assen, is 't niet?
Daar zeg je zo wat, zei Toetemelk,
je kanne beter zegge, hij leit in As
sen, dan, je zeun zit in Leeuwad
den, at je begriepe wat ik bedoel.
Ze begrepen et allemaal.
Dat is een goeie, riep de Groene
Kraag, die een eindsje vedderop
zat.
Maar de Skapemelker bleef metten
oorwurmerig gezicht voor zich uut-
kieken
Hy kon der niet om lache, om die
snedige opmerking van Toetemelk,
nee, hy kon der niet om lache.
Toen bemoeide Bouke de Hoornbla
zer zich der met.
Wat hestou inne Godsnaam, vroeg
Bouke an de Skapemelker.
De mannen in 't kroegje van Van
der Woude. "Nou begriep ik niet,
dastou dat niet begriepst
Dou zitst hier nou al de hele avend
metten gezicht assen oorwurm, der
kan gien lachje af en dou zeist gien
boe of bah, wat idder.
De mannen keken nou allemaal inne
richting vanne Skapemelker om te
horen wat ie daarop zegge zu.
Ja. ik hew de smoor in, zo begon de
Skapemelker.
Doris het straf kregen en komt za
terdag niet naar huus.
Wat het ie dan daan?
Och. een kwajongesstreek, anders
niet.
En deur zo'n rotklier vannen ser-
sjant mag ie niet naar huus.
Wat het ie dan daan, vroeg Bouke
Nog ges.
Ze mochten op Koninginnedag
's avens niet in burger de stad in.
Dat magge de soldaten toch oek
niet? vroeg Toetemelk an de man
nen.
Nee, dat weet ik wel, zei de Skape
melker, maar je wete hoe die jon-
ges dan binne, toch doen.
Nou, ze deden et.
Ze klommen over et hek en fut, de
stad in.
Der was hun wel verteld dat ser-
sjants inne stad tope zuden om der
op te letten.
Ongeveer een twintig jaar geleden
verliet de smid H. te Goes zijn
woonplaats om in de Nieuwe We
reld fortuin te maken. Het hoe en
waarom is ons niet bekend, maar
zooveel is zeker, dat de man sedert
zijn vertrek vrouw en. kroost nooit
meer iets van zich liet hooren. Men
dacht dan ook niet anders, of H. zou
niet meer in het land der levenden
zijn en zijn vrouw noemde zich se
dert jaren weduwe.
Gelukkig maar, dat zij niet voor de
tweede maal in het huwelijksbootje
staptede verwikkelingen toch zou-
Kostuums van
hoogwaardige kwal'teit
*IC£3Ss MOORMANNEN
!_E£L rvVAPDEN-ASSENi
den allicht niet te overzien zijn, wijl
dezer dagen bericht uit Amerika is
ontvangen, dat de man en vader
naar de zijnen wenscht terug te kee-
ren als zij maar even geld daar
voor willen overmaken. Of daar
evenwel maar direct aan zal worden
voldaan, is zeer zeker de vraag.
(1911)
Een jong soldaat van 1913, van een
kleine garnizoensplaats, nu sedert
de mobilisatie bij een der Utrecht-
sche forten, passeerde zonder te
groeten een Nederlandsche zee
officier, een onbekende grootheid
voor het plattelandsjongmensch.
De officier riep hem terug en vroeg
..Waarom groet jij mij niet?"De
schuchtere wedervraag: ..Behoort
meneer dan tot het Nederlandsche
leger?" ..Natuurlijk, luitenant bij
de marine was het antwoord.
Wist je dat niet?"' ,,Nee, luite
nant, ik dacht, dat u iemand van de
bioscoop was'De officier heeft de
onwetendheid van den jongen sol
daat niet te hoog opgenomen.
- -(1913):
Ze binne inne stad oppe kermis en
ze stane by een skiettent en ja hoor,
daar staat inienen een sersjant ach
ter hun en die klier zet ze allemaal
oppe bon met gevolg, niet naar
huus.
Nou dat vien ik gien werk van die
sersjant.
Waarom bist nou zo kwaad op die
sersjant en niet op dien zeun, vroeg
Bouke.
Ommet onbegriep van die vent!
Is dat nou zo erg om met zonder uni
form inne stad te lopen?
Dus, as ik et goed begriep, wist Do-
ris dallet niet mocht, zei Bouke.
Ja, zei de Skapemelker.
En dat sersjants inne stad daarop
lette musten?
Ja!
En dat ze straf kregen as ze snapt
wudden?
Ja!
En ondanks die waarskouwing deed
dien zeun et toch?
Ja!
Nou, dan begriep ik niet waarom
dou die zo kwaad maakst.
Dat komt omdastou et oek niet be
griepe kanst.
Begriepstou et, vroeg Bouke annet
Mouwesje.
Nee, zei et Mouwvesje, ik begriep
et oek niet, maar dat zal wel an my
legge.
Bart van der Weerdt.
LEEUWARDEN, 20 Februarij.
De verjaardag van Z. M. den ko
ning is gisteren op de gebruikelijke
wijze hier herdacht. Uit de publieke
en vele particuliere gebouwen wa
ren de nationale- en oranjevlaggen
uitgestoken. Het luiden der klokken
en het bespelen van het carillon wis
selden elkander voortdurend af. Op
den middag werd eene groote pa
rade gehouden door de dienst
doende schutterij en het garnizoen,
welke vereerd werd met de tegen
woordigheid van de heeren com
missaris des konings en burgemees
ter. Ook de begiftigden met het zil
veren en het metalen kruis woonden
de parade bij. Na afloop daarvan
werd een militair assaut gehouden
in de zalen van den heer van der
Wielen, dat ook door vele dames
werd bijgewoond, 's Namiddags
werd door den heer commissaris des
konings eer. diner gegeven aan on
derscheidene civiele en militaire au
toriteiten. Gedurende het diner
voerde de gamizoensmuziek ver
scheidene stukken uit. De officieren
van de schutterij vereenigden zich 's
namiddags aan een diner in het hotel
de Nieuwe Doelen, 's Avonds heeft
de aangekondigde soirée musicale
van het muziekkorps van het 1ste
regement infanterie, onder directie
van den heer Stoetz, in de keurig
gedecoreerde zalen van den heer
van der Wielen, tot. algemeen ge
noegen, plaats gehad.
(1871
Zijn er nog venters in Leeuwarden, die met hun waren door de straten gaan? Nou, niet veel meer - we
kunnen ze tellen op de vingers van één hand. De heer Johannes Spaanstra (54) doet het nog steeds: iedere
donderdag en vrijdag trekt hij met zijn bakfiets met bloemen langs de straat, maar full profis hij niet; hij
beschouwt het als een bijverdiensteIn twee echte volksbuurten vindt deze vroegere keeper van Nicatorz'n
klanten, in de wijk achter de Miro en in de omgeving van het Cambuursterpad. "Daar kanne je teminste
nog wat kwiet'aldus Spaanstra, die de bloemenhandel niet van een vreemde heeft - hij is een schoonzoon
van Rommert Dijkstra, die eens in Leeuwarden een bekende bloemenventér was