VODDEMAN JOPIE HUISMAN EXPOSEERT IN FRIES MUSEUM „SE SALLE SKRIKKE AS ZE MIEN SKILDERIJEN SIEN KOSTELIJKE KEREL MET PRACHTIG WERK 5 De eerste keer, dat wij Jopie Huisman ontmoetten, zal een vijf en twintig jaar geleden zijn. Hij woonde toen nog in Workum, de stad van z'n hart, in De Oude Zwaan, een vroegere herberg, het monumentale pandje op de hoek van het Dwarsnoard, dat in later jaren zo grandioos is gerestaureerd. Als tekenaar of schilder was hij toen nog niet bekend - hij zat er midden in de onvoorstelbare troep, waarmee hij de kost verdiende: lompen en metalenWel leerden we hem daar direct kennen als een buitengewoon interessante figuur, een kostelijke kerel, innemend, geestig, spiritueel. Pas veel later hoorden we, dat deze opvallende voddenman ook tekende en schilderde en nu komt hij waarempel met z'n uiterst gedetailleerde werk naar Leeuwarden: vanaf maandag 16 oktober tot eind november exposeert hij op initiatief van Tom Mercuur in het Fries Museum - het wordt Jopie's eerste tentoonstelling, waarop niet alleen z'n tekeningen, maar ook z'n indrukwekkende schilderijen zijn te zien. ,,Sa'k je es wat vetelle?" vroeg Jo pie Huisman, toen we hem deze week opzochten in zijn boerderijtje in Herbayum, waar hij nu woont, „ze salie daar in Leeuwarden skrik- ke, wanneer se mien skilderijen sien. Het is meedogenloos werk, maakt deur een bezetene!" GELD NODIG In 1962 exposeerde de toen veertig jarige Jopie Huisman voor het eerst met z'n tekeningen in de Blauwe Hand in Harlingen. Daar hadden ze wat geld nodig en Jopie kreeg er aardigheid aan het bij elkaar te brengen. Telefonisch gelastte hij al z'n relaties („rieke lompejoaden") de expositie te bezoeken en er min stens met één aankoop vandaan te gaan - anders hoefden ze er niet op te rekenen, dat ze ooit nog eens met Jopie zaken konden doen. Het succes was overweldigend: de Blauwe Hand werd er vier mille be ter van, ondanks het feit, dat de te keningen voor zachte prijsjes van vier tot vijf tientjes werden ver kocht. Er volgden nog enkele andere expo sities - Workum, 't Coopmanshüs in Franeker - tot er een stilstand kwam - na '66 raakte Joop Huisman geen potlood meer aan en hoorden we weinig meer van hem; wél, dat hij van Workum naar Herbayum trok - dat lag blijkbaar gunstiger voor z'n vak, nog steeds lompen en metalen. BIJNAMEN Een paar jaar geleden klonk plotse ling z'n enthousiaste stem door de radio: in een programma over Wor kum deed Jopie Huisman even uit de doeken, wie er vroeger zoal in dit aardige stadje woonden: de Stoe- peskietster, de Wrattebieter, Sietse Vegees, Jan Blotekont, Nanne Piep, de Kontsjetuter, Auke We reldbol, Albert Wienhapper, Auke Menpop alias Auke Stoelgang, Geile Einekont, Johannes Sieds- wien, de Kachelslak, Kopen Kont. Luwe Skeet, Piter de Knipeager, de Piskieker, de Rijke Jongeling, Spi- ker inne deakiste. Pinkelman en Nolle Otsie, die ook wel Otsie - met de - navel werd genoemd. SFEERVOL Nog geen week later zaten we' tegenover Jopie Huisman in de sfeervolle woonkamer van z'n huis in Herbayum, fantastisch ingericht met duizend dingen, waarin hij meer ziet, dan - helaas - zo veel anderen: oud Fries aardewerk, scha len en schotels, kinderschoentjes uit vorige eeuwen, aangetroffen in z'n lompentroep, joekels van sleutels, in verleden tijden gebruikt, en na tuurlijk ook tekeningen en schilde rijen van eigen hand. In de hoek van de kamer, met licht- Waarom binne jou niet oppe begrafenis van Krelis weest?' "Omdat Krelis oek niet oppe begrafenis komt van mij" val van twee kanten, een kleine ezel met daarop een doek in bewerking - het onderwerp stond op de grond: een oeroude kruiwagen met wat los spul er op. Vol vuur vertelde Jopie van dit schilderij in wording - ook gaf hij nog even een herhaling van die radio-uitzending, waar hij spe ciaal voor ons gewoon een show van maakte; we zagen Marten Krom- poot door de kamer lopen en we hóórden de Weerprofeet z'n speech afsteken tegen de boeren op de markt vervolg op pag. IJ Jopie Huisman ook gek op ouwe verfomfraaide hoeden!) met de lieslaarzenhet onderwerp van

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1978 | | pagina 5