NOU MUT HET TOCH NIET RAARDER WUDDE'
ZILWO
B. de Vries
t
OPVALLENDE KUNSTMANIFESTATIE PROJEKT
DRONRIJP
SCHOENEN
fleerfs 40 jaar
Stijl- en moderne
klokken
Nieuwe zegels
in
abonnement!
bpillencentep
best;
Uw laaizenmode
in de
iaarzenstraat
van
VLINDER
-■y "V./
Grote sortering
verlovingsringen
gouden sieraden
zilveren artikelen
Juwelier-Horloger-
Opticien
O/d Kelders 28,
Leeuwarden.
Telefoon 23504
Eigen reparatie-, slijp- en
graveerinrichting
O
POSTZEGELHANDEL
Minnemastraat 1 -
Telefoon 05100-29204
ZOU EEN BRIL VAN
„BEST" DAN TÓCH
BETER ZIJN
cofmeting (j.j.tiocfksmsr'
NIEUWESTAD 6ia
LEEUWARDEN
TEL 23782
v
Een week of wat geleden heeft een
fabrikant van berenburg een hele
doos van dit bijzondere vocht be
schikbaar gesteld voor alle overle
venden van de Elfstedentocht van
1917, zestig jaar geleden dus. Nou
moet u mij niet invriezen, wanneer
het niet waar is, maar ik hoorde er
gens aan een stamtafel, dat drie
honderd en twaalf fijnproevers op
die oproep hebben gereageerd .Die
kregen allemaal zo'n doos beren-
burg toegestuurd. Dat waren er dus
nogal wat, zeker, wanneer we be
denken, dat er niet meer dan hon
derd vijftig rijders aan die Elfste
dentocht van 1917 hebben meege
daan, honderd acht tocht- en twee
en veertig wedstrijdrijders
Groepje jongemannen in een por
tiek in de binnenstad. Zegt een van
die knapen: "Toen seid die dokter,
u heeft een spiertje in de rug ge
scheurd. En .ha, ha, ha, must be-
griepe, ik had helemaal niks!" Rea
geert een ander: "En als't dat nou
mar mooi volhoust, make se die
niks
van kippegaas, half gevuld met
ouwe kranten, in het Droevendal
een leeg pand met voor de ramen
een gordijn van proppen papier.
Ook het project in de Minnema
straat loog er niet om: een grote foto
van de kunstenaar, die kans had ge
zien z'n geslachtsdelen dusdanig
weg te werken (tijdelijk,
dat weldat hij van voren
"als eerivrouw" kon
worden gefotografeerd.
Negen van die prachtige
projekten totaal, zeventien
mille, kassa.
Nou ja, heel wat stadgenoten heb
ben er plezier aan beleefd, het valt
niet te ontkennen. En de kunste
naars zelf lachten ook.
Stadgenoot Ruudt Peters, verant
woordelijk voor het project op de
Brol, een lege container met lijnen,
liet me even binnen op de Eewal in
die veretroep. Hij lag dubbel van het
lachen, toen hij er met z'n armen in
om begon te maaien. Een reuze
stunt. Op dat moment stonden er net
een paar kijkers voor het raam.
"Mensen, mensen," zei er een.
Een heerlijke opschudding in de
binnenstad naar aanleiding van Pro
ject, de kunstmanifestatie van de
vorige week! Alle geuite kritiek
zwart op wit en je had een nieuw
Project gehad, nog mooier dan alle
andere. "Is 't niet een onbegriepe-
lijke skande en daar klappe se nota-
bene zeventienduzend gulden teu-
genan. De wereld wudt al gekker en
gekker, ze wete van gekkigheid niet
meer wat se doen".
Als je het mij vraagt waren er
inderdaad enkele adembenemende»
vondsten bij. Op de Eewal een win-
kelvol kippeveren en een ventilator,
compleet met kippegekrijs, boven
het water van de Kelders een bak
"binne ze nou helemaal hadstikke
gek. Nou mut het verdomme niet
raarder wudde
Begin deze maand las ik het overlij
densbericht van
Dr. Van Staveren,
vroeger huisarts in
Leeuwarden. En
meteen moest ik
toen natuurlijk denken
aan dat merkwaardige
beeld van weleer: de dokter,
die in het zwarte koetsje door
onze straten reed.
Want toen de auto al lang een ge
woon verschijnsel was, reed dokter
Van Staveren nog steeds in z'n
koetsje door de stad, altijd, maar
dan ook altijd - ik kan me niet her
inneren het ooit anders té hebben
gezien - verdiept in de krant. En
natuurlijk ook altijd met dat mooie
bolhoedje op - hield hij dat hoedje
misschien ook nog op, wanneer hij
bij z'n patiënten binnen was?
Of het waar was weet ik niet, maar
er ging een verhaal, dat de dokter
eens als motorrijder bij een ongeval
betrokken is geweest; daarna moet
hij gezworen hebben, dat ze hem
nooit meer op een motor of in een
auto zouden zien.
Welnu, hij heeft het zo lang moge
lijk volgehouden en tenslotte werd
het gewoon een bezienswaardig
heid: „must kieke, daar1 komt het
koetske van dokter Van Staveren
weer an.Tenslotte kwam dan tóch
de dag, dat het zo niet langer kon:
het koetsje ging de deur uit en er
kwam een bescheiden Dalje voor in
de plaats. yfSs
Het is grappig te zien, hoe er in onze
taal soms plotseling nieuwe woor
den en begrippen ontstaan. Het
nieuwste van het nieuwste is nu
weer „inleveren". Iedereen praat
over inleveren. De ambtenaren
moeten inleveren, maar ik hoorde
voor radio of t.v. ook al, dat een
voetballer moest inleveren. Bij de
ambtenaren houdt het in, dat ze
minder gaan verdienen, bij de voet
baller betekende het, dat hij te veel
van z'n krachten had gevergd. Inle
veren. Wie bedenkt nou zoiets, zou
je zeggen. Dat moet wel na te gaan
zijn. Op een goeie dag heeft iemand
- een staatssecretaris?, een minis
ter? - het voor het eerst gebruikt en
ja hoor, het slaat aan en Jan en alle
man praat meteen over inleveren.
Inleveren, zegt Van Dale, is iets,
waartoe men verplicht is, zoals de
mensen in de oorlog bijvoorbeeld
verplicht waren hun koper in te le
veren. Of het betekent iets aan een
bevoegde macht doen toekomen:
een verzoekschrift, een klacht,
voorstellen inleveren. Wedden, dat
het maar even duurt, en dat we van
dit inleveren in de betekenis die er
vandaag aan wordt gegeven, straks
niks meer zullen horen? Dan is dit
nieuwste begrip inleveren weer in
geleverd.
Weet u wat mij zo opvalt de laatste
tijd? Dat oud-stadgenoten, met va
kantie na jaren terug in onze stad,
verschrikkelijk teleurgesteld zijn.
Van de gemoedelijke sfeer van
vroeger vinden ze weinig meer te
rug, de grote nieuwbouwwijken
zeggen hen natuurlijk niets en veel
van het oude blijkt tot hun pijnlijke
verrassing verdwenen te zijn.
Een dezer dagen trof ik iemand, die
al jaren in het Duitse Ruhrgebied
woont - hij kwam weer eens naar
Leeuwarden terug en nam voor deze
gelegenheid vrouw en - zestienja
rige - dochter mee.
Zijn vrouw, die zestien jaar in
Leeuwarden heeft gewoond, vond
het „gewoon verschrikkelijk" hier
en z'n dochtertje gaf te kennen niet
te begeren deze stad ooit nog eens
terug te zien.
Opvallend vonden alle drie de vie
zigheid in de stad, het hondevuil op
de straten. En dat is een klacht, die
je heel veel kunt horen, waarschijn
lijk niet kenmerkend voor Leeu
warden, want honden vind je over-
Het beroemde koetsje van Van Staveren. De dokter stapt er net in.