DE FRIESCHE DWERGEN UIT BERGUM NAUWELIJKS GROTER DAN HUN HOND (§0 groeten van de Friesche Dwergen JAARTEN EN ÏEKE DE yRIES van Bergum. Ai (kQoc'tp,Quih&M i i i Taai taai, een zeer oude Sint Nicolaas tractatie is ook voor de "Suikerbol Bakker", dit jaar weer een uitdaging; met gember of met anijs in rokken, stukken of poppen. j 1 ng i iECHTE I IBAKKEBI J U 1 Garantie voor kwaliteit OP KERMISSEN En omdat vaak van het een het ander komt, besloot Rommert de Vries op een goeie dag met z'n beide klein tjes de kermissen af te gaan - zeer tegen de zin van de normaal op groeiende Elisabeth, die er maar niet aan kon wennen, dat haar ge handicapte broer en zus zo door hun vader werden geëxploiteerd. Ook het public relationswerk van papa stuitte Elisabeth tegen de borst. Om zijn kinderen nog meer bekendheid te geven liet hij ze prentbriefkaarten uitventen, aan doenlijke plaatjes met Hinke en Marten en de hond en de tekst: "De groeten van de Friesche dwergen uit Bergum" er op gedrukt. Die hond was bijna net zo groot als de kinderen zelf en sterk genoeg om Marten op z'n rug te dragen - schrij lings zat die knaap er vaak op als een amazone op een paard. Intussen kan de herinnering aan de beide Friese dwergen alleen nog voortleven bij de alleroudsten onder ons - in 1912 immers kwam er al een dramatisch einde aan hun optre den, toen Marten, nog geen twee en twintig jaar oud, overleed. kon ze maar niet begrijpen, hoe het kwam, dat haar tantezeggertje Jeltje, tientallen jaren jonger dan zij, met kop en schouders boven haar uitstak en bij ieder nieuw be zoek al weer een stukje groter bleek. Bijna twintig jaar heeft Hinke haar Wat moet het voor de ouders toch een vreemde gewaarwording zijn geweest, toen ze merkten, dat hun dochtertje in groei achterbleef: dat meisje kon eten, wat het wou, groter werd het niet of nauwelijksEn dan te bedenken, dat haar zusje, anderhalf jaar eerder geboren, gewoon groeide als kool. Het eerste meisje ontwikkelde zich volkomen normaal, het tweede bleef een dwerg. De ouderlijke verbazing verkeerde drie jaar later in ontsteltenis, toen er een zoontje werd geboren, dat notabene ook slechts aarzelend toenam in gewicht - ook hij bleef letterlijk ver beneden de maat. Zusje Hinke kwam toen in het arm huis in Noordbergum terecht. In tegenstelling tot Marten, die goed bij de pinken was, was Hinke ook nog geestelijk gehandicapt. Ging zij zo nu en dan uit logeren bij haar - nu getrouwde - zuster Elisabeth, dan broer overleefd: zij overleed in 1931, toen ze twee en veertig was. En vader Rommert? Wel, die kwam op oudere leeftijd in Wommels te recht, waar de mensen zich deze stroeve figuur nog wel zullen herin neren als een zwaar gekromd man- tsje, leunend op een stokje, de blik permanent op de grond gericht. In 1947 kwam voor hem het levens eind - hij was toen een en negentig. Ook Elisabeth, de zuster, die door de handicap van haar broer en zus zoveel verdriet heeft gehad, be reikte een hoge leeftijd: zij was acht en tachtigtoen ze in 1976 overleed Zekere fotohandelaar in deze goede stad, laten we hem voor het gemak maar even De Heer noemen, ver kocht onlangs een fotocamera aan een goede klant, die we hier ge makshalve zullen aanduiden als Goedegebuur, hoewel hij anders heet. Het was een knap toestel van een gerenommeerd merk; rond vierhonderd gulden was de prijs van het apparaat. De heer De Heer kende de heer Goedegebuur als een in het geheel niet lastige klant, maar met deze aankoop trof hij het niet: elk ogenblik bleek er met z'n nieuwe toestel weer wat anders aan de hand te zijn. De ene keer bleef het filmrolletje klem zitten, de an dere keer deed de sluiter het niet, een volgende keer bleek het toestel met geen paardekraeht te openen. Kortom, elk moment stond de heer Goedegebuur wat wrevelig op de stoep bij onze fotograaf, die welis waar begrip voor de situatie had, maar het chronische geklaag toch danig begon te vervelen. Tenslotte kwam de druppel, waardoor de emmer overliep: voor de zoveelste maal kwam daar de heer Goedege buur met het eeuwig defecte toestel de winkel binnen. De heer De Heer nam nu het apparaat zwijgend in ontvangst, liep er mee de voordeur uit, lette nog even op mogelijk voorbijgaand verkeer en smeet het ding toen met een fraaie boog in de gracht voor z'n zaak. Daarna keerde hij, nog steeds zonder ook maar één woord te zeggen, achter de toon bank terug, opende de kassa en telde volstrekt emotieloos vier bankjes van honderd gulden voor de heer Goedegebuur uit. En die streek - eveneens zondereen enkel woord! - het geld op en verliet vervolgens zwijgend het pand. Zelfs naar de steeds groter wordende kring in de gracht keek hij niet meer om... Zo hadden Rommert de Vries en zijn vrouw Jeltje Bakker uit Bergu- merheide bij hun drie kinderen twee dwergjes - een vreemde zaak, want noch in de familie van de De Vrie zen, noch in die van de Bakkers, hadden ze ooit van dergelijke lilli putters gehoord. Nog maar negen, zeven en vijfjaar waren Elisabeth, Hinke en Marten de Vries, toen in 1896 moeder Jeltje overleed. Vader Rommert stond nu alleen voorde zware taak z'n kinde ren op te voeden. Daarbij was het geen vetpot: Rommert de Vries was een klein koopmantsje, dat met ge ringe handelswaar langs de deuren ging- FRIESCHE DWERGEN Nog een paar jaar bleef hij alleen op pad - toen besloot hij van de nood een deugd te maken. Hij annon ceerde zijn beide jongste kinderen als "de Friesche dwergen uit Ber gum", fabriceerde een luifeltje boven zijn hondekar en nam Hinke en Marten voortaan mee, wanneer hij de boer opging. En zo duurde het maar even of de gehandicapte kleintjes kregen in een wijde kring rond Bergum een grote populariteit: dag in dag uit trokken ze met hun vader en de hondekar van dorp naar dorp om hun negotie uit te venten. Kreeg vader Rommert een zekere reputatie als een stugge en moeilijke man. de beide kleintjes waren altijd erg vriendelijk en beleefd en stalen gemakkelijk het hart van het nieuwsgierig toekijkende publiek. Er lag dan ook geen grens tussen handel en liefdadigheid: hadden de mensen niets nodig, dan stopten ze Hinke of Marten toch graag een paar centen in de hand. BIJ DE TIJD IN HET OUDE AMBACHT l f Kti be £boete U

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1978 | | pagina 5