BEELDEND KUNSTENAAR JAN STROOSMA WERD DEZE MAAND VIJFTIG HIJ KOCHT EEN REMBRANDT OP DE VRIJDAGMARKT HIER LACHTEN OPA EN OMA OM 9 Wie, dwalend in onze oude bin nenstad, verzeild raakt in de omgeving van de strafgevange nis, zal op z'n speurtocht zeker getroffen worden door het merk waardige interieur van twee panden, vlak bij elkaar. Op de Tweebaksmarkt wordt het oog van de voorbijganger gevangen door een aantal mini-ruimte- vaartuigen achter de ramen van het pand nummer 47, het vroe gere gebouw van het dagblad Het Vrije Volk en op de hoek van de Kruisstraat en het Nieuw- straatje, er vlak achter, zien we diezelfde opvallende voertuigen waarempel ook. Wat kan dat nou betekenen? De eerste bij kantoren op aarde van de bewo ners van een verre planeet? Nee hoor, de fraaie zilverkleurige objecten, die we hier zien, zijn de producten van de beeldend kunstenaar en grafisch vormge ver Jan Stroosma, die in het grote pand aan de Tweebaks markt woont en die z'n atelier in de Kruisstraat heeft. VIJFTIG JAAR De vorige week werd deze Jan Stroosma, op en top Leeuwarder, precies vijftig jaar en dat was voor 't Kleine Krantsje aanleiding hem eens in z'n fantastisch ingerichte woning op te zoeken. Daar heeft deze artistieke stadgenoot ons van z'n vele werk en liefhebberijen ver teld en daar zijn we onder de indruk gekomen van de arbeids- en wils kracht, die een gedrevene kan bezie len - voor Jan Stroosma eindigt ie dere dag veel te vroeg. Maar ja, hoe kan het ook anders, wanneer je leraar bent, zij het dan part time, wanneer je als tekenaar en schilder en vormgever moet vol doen aan de opdrachten, die je krijgt, wanneer je je als etaleur be zighoudt, wanneer je gedreven wordt buiten dit alles om gestalte te geven aan je creativiteit, wanneer je bovendien energiek dia-fotograaf en niet te vergeten hartstochtelijk verzamelaar bent? SCHILDER Jan Stroosma werd op de Leeuwar der Ambachtsschool voor schilder opgeleid, maar eenmaal op eigen benen duurde het niet lang of hij werd met de meer kunstzinnige kant van dit vak geconfronteerd: z'n eer ste baas, het schildersbedrijf Van der Woude, zette hem aan het werk bij het inrichten van de grote land bouwtentoonstelling in 1947. Vlot haalde Jan daarna de lagere acte tekenen, waarna hij de smaak van het tekenen en schilderen pas goed te pakken kreeg. Er volgden vruchtbare jaren bij het Reclamebu reau Gramsma en op de decoratie afdeling van V. en D. Het werd toen tekenen wat de klok sloeg, niet al leen in de vrije uren na de dagtaak, maar zeker ook er voor: "Iedere vrijdag voor dag en dauw, herinnert Jan zich, schetsen maken op de veemarkt en 's avonds achter de coulissen van het Harmonietoneel - „een fijne tijd". De eerste resultaten van Stroosma's tekenwerk waren te zien op een ex positie in de Prinsentuin; het eigen lijke debuut was in '56 op een tweemanstentoonstelling, samen met Chris Fokma. In de eerste jaren ema volgden aan kopen door het rijk en de gemeente en toen kwam het - nimmer ver wachte-moment, dat Jan Stroosma naar de Rijksacademie voor Beel dende Kunsten in Amsterdam kon gaan. De leertijd daar ervoer hij als "een pracht studie" en het wonen in het hart van de rosse buurt bij het Oudekerksplein als "een merk waardige sensatie", maar toch gaf hij al toen te kennen later graag weer naar Friesland terug te willen gaan. Welnu, dat is dan ook gebeurd: na het voltooien van zijn studie keerde Stroosma naar Leeuwarden terug, hoewel hij Amsterdam blijft be schouwen als "een heerlijke stad", net als Venetië trouwens, waaraan hij evenzeer z'n hart heeft verpand. "Daar zou ik nou best nog eens een jaar willen wonen", zegt hij, "de omgeving daar heeft een duidelijke verwantschap met het Waddenge bied, waarop ik ook verzot ben en dat toch uniek in Europa is". De vervuiling van de Waddenzee heeft Jan Stroosma tussen twee haakjes verrassend in beeld ge bracht; z'n reliefs, samengesteld uit het aanspoelsel van de zee expo seerde hij in het hele land. Overigens komt Jan Stroosma de laatste jaren niet meer aan exposi ties toe - al het werk neemt al te veel tijd van hem in beslag. Buiten de lesuren aan de kunstacademies Vre deman de Vries en Minerva vragen de opdrachten veel tijd; ook het pe riodiek verzorgen van de etalage van de schoenenzaak van Ket van de Nieuwestad - z'n enige taak als "etaleur" - blijft zijn aandacht vra gen, net als het maken van kleuren dia's, waarvan hij langzamerhand een enorme collectie heeft opge bouwd. En dan, niet te vergeten, de hart stocht van het verzamelen, waarvan de neerslag overal in zijn beide pan den te aanschouwen is. Zo heeft hij kans gezien een prachtige verzame ling volksaardewerk bij elkaar te krijgen; overigens hebben alle erf stukken van het verleden, hoe ge ring ook, zijn belangstelling. Jarenlang is het een gewoonte van Jan Stroosma geweest iedere vrij dagmorgen als een van de eersten de vlooiemarkt op te gaan en er ging vrijwel geen middag voorbij of hij bracht wel iets voor zijn verzame lingen mee haar huis. Eenmaal heeft hij zelfs door dit vroege marktbezoek de landelijke pers gehaald, nadat hij bij een stal letje vooreen rijksdaardereen teke ningetje had gekocht. Thuisgeko men ontdekte Jan Stroosma tot z'n enorme verrassing, dat de nieuwe aankoop een originele ets van Rem brandt was. "En die is nu twee en vijftigduizend gulden waard", aldus een glimla chende Jan Stroosma, die er direct aan toevoegt, "maar daarom heb ik dat stuk ook niet meer in huis - die ets ligt nu veilig bij een bank in een kluis GEGROND WANTROUWEN Voor de kermistent: Treedt bin nen! Er is niets kolossalers dan onze wonderdame! Waarom gaat ge niet binnen? Waarom gaat ge niet binnen? Zijt ge soms bang voor haar?" ,,Wel neen, maar er staat: ,,Nog nooit vertoondWie weet, of Ze dan vandaag wel vertoond wordt?" VEREENVOUDIGING ,,Is mijn neef thuis?" ,,Hij ligt nog te bed!" ,,Nu nog - om één uur? Ge bedoelt zeker, dat hij een mid dagslaapje doet." ,,Ja, hij verbindt altijd het een met het ander." OP EEN FOOI BELUST Kellner. ..Mijnheer, het is tegen woordig zulk een harde tijd voor de kellners. Er komen maar zelden ro yale menschen meer hier en van die moeten wij het juist hebben Reiziger. ,,Maak je maar niet dik, man. Ik ben niet royaal." DIE HUURT ZE DADELIJK! Mevrouw. tot dienstmeisje, dat zich komt aanbieden). ,,Heb je getuigschriften?" Dienstmeisje. ,,Neen, mevrouw, die heb ik verscheurd. Mevrouw. .Verscheurd! Wat is dat voor een dwaasheid?" Dienstmeisje. ..Dat zoudt u niet zeggen, als u ze gezien had, me vrouw!' VREESELUKE GEDACHTE ,,Ge zijt dus nog niet bekeerd van uw mannenhaat?" Volstrekt niet! - Er is maar één ding, dat me spijt! Dat ik geen zes dochters heb!" Waarom?' Omdat ik de stof voor zes schoon moeders in me voel." MOEILIJK GEVAL. Fotograaf. .Zoveel mogelijk een vroolijk gezicht zetten, mijnheer. Denkt u maar aan iets prettigs, bijv. aan uw vrouw." Heer (met een zucht): ,,Die is ver leden week overleden." Fotograaf. Welnu, denkt u dan daaraan." - Och. Berta, ik ben zoo ongeluk kig. Je weet hoe dol ik op den nieu wen tandarts ben .Alles heb ik al ge probeerd om hem van mijn liefde te overtuigen. Zes landen heb ik al la ten trekken en nog steeds wacht ik tevergeefs op een liefdesverklaring.

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1978 | | pagina 9