KLANTEN INZEPEN IN KAPPERSZAAK NAAST HOTEL DE DOELEN ELFSTEDENTOCHT IN DECEMBER 'T KLEINE KRANTSJE VIJF EN VEERTIG JAAR GELEDEN WAT MUT ER VAN DIE JONGE WUDDE MET YPE SCHAAF WAS'T LACHEN GEBLAZEN j 3 Wat mut er van die jonge wudde? Dat is de grote vraag als je van school komt. Zo'n dikke vijftig jaar geleden door m'n ouders of naaste familie gesteld, was het wel een probleem voor hen maar niet voor mij, want ik was het liefste rentenier geweest; dat leek mij toen een aan trekkelijk beroep, maar wie luistert er naar een klein, schriel en bleek jonkje? Met mijn mager postuur moest er een vak gekozen worden dat niet te zwaar was, lekker bin nenshuis opgeborgen tegen de harde grillen van 't weder! Gezocht en gevonden: dan maar bij de barbier (men sprak nog niet van een "haarstylist". En ja hoor: op een gedenkwaardige maandagmorgen stapte deze jongen naar zijn eerste baas om carrière te maken in een bekende kapsalon naast hotel De Doelen! De baas, een oude man al, sprak mij op norse toon toe en wijdde mij in in de regels van 't huis. Hij, wiens mooiste pe riode in zijn leven het soldatenleven was geweest, commandeerde de nieuwe rekruut! DEFTIGE KLANTEN Er kwamen nogal deftige klanten van buurhotel De Doelen en de baas boog als een knipmes, vooral voor die ene heer, die zich, haar of geen haar, elke morgen liet scheren met eigen kwast, zeep en mes; er was dan ook maar één, die hem mocht behandelen: de buigende baas zélf! Éénmaal heb ik de onvergetelijke onderscheiding gehad: ik mocht meneer inzepen, tot de persoon te veel zeep in zijn neusgaten kreeg en toen was het voor mijn hele verdere leven afgelopen! Hoeveel baarden van soms een week lang ik heb ingezeept heb ik niet geteld, er kwamen zoveel ver schillende klanten, maar dat inze pen van die harde stoppels van 's morgens acht tot 's avonds acht, za terdags tot tien uur tot je vingers er voor dat minne ventje dat met een van bloedden, dat vergeet je niet. gulden loon en wat centen fooi Het was nu niet het zachtste baantje doodop thuis kwam. Veel sjagrij- Inzepen, elke dag weer, van s morgens acht tot 's avonds acht nige middenstanders die 't ook niet zo best hadden omdat de koopkracht van de arbeiders steeds daalde; toch werd er veel gelachen in de knipsa- lon en niet alleen om het militaire gedoe van de baasbarbier alleen! In 't voorlaatste Kleine Krantsje, las ik een naam, die mij een glimlach ontlokte, och heden ja, Ype Schaafroept onvergetelijke her inneringen op aan een bulderend ge lach in de barbierzaak waar hij ze ker drie maal in de week kwam, een stuk vrolijkheid tijdens de eentonige arbeid. Als jongen keek ik al ver langend uit naar de komst van deze imposante kastelein van 't Oranje Bierhuis, dan was 't altijd lachen geblazen, de baas werd in zijn hemd gezet, wat veel bijval kreeg van de aanwezigen en we waren met Ype Schaaf drie keer zolang bezig als met de anderen vanwege de gein! Onvergetelijk, de humor van deze voordrager, het gaf kleur aan 't le ven en harde werken van die tijd. Ik heb in mijn verdere leven nooit meer iemand kunnen scheren, want binnen een jaar was 't uit met mijn opleiding als baardenkrabber, wat mut ervan deze jonge wudde? Nou, geen kapper! "Hij mut mar een baantsje inne buutenlucht hè", dus kwam ik uiteindelijk als leerling op een bloemkwekerij bij het Molen pad, eerlijk waar: daar heb ik de mooiste tijd in mijn jeugd en in Leeuwarden gehad. Géén haarstylist geworden, ook geen bloemenkweker, zo gaat 't in 't leven, maar de herinneringen blij ven, vooral aan hen die de sombere dingen wisten draaglijk te maken door hun heerlijke humor! Enne Rozema P.S. In het door Scharles Ype Schaaf ge- Twee weken geleden, dus net na het begin van de decembermaand, konden de eerste schaatsers alweer van Leeuwarden naar Oudkerk rijden. Hun waagstuk werd in de kranten als een erg vroeg evenement gequalificeerd, maar veel krasser was het, wat er nu precies vijf en veertig jaar geleden is gebeurd: toen was het ijs overal in Friesland al sterk genoeg voor een Elfstedentocht en kon deze marathon inderdaad al heel erg vroeg - op de zestiende december! -verreden worden. Was de situatie nu precies geweest als toendan hadden we op dit moment dus kunnen zeggen, dat de Elfstedentocht alweer negen dagen achter ons lag. Nooit eerder was er zo vroeg een - georganiseerde - Elfstedentocht geweest en ook na '33 is de winter nooit zo snel ingevallen, dat het or ganiseren van de befaamde tocht mogelijk werd. Zelfs is het zo ge weest, dat er meer tochten in februa ri, dan in januari verreden zijn - februari mogen we wel beschouwen als de meest geschikte maand voor het grote schaatsavontuur. Was die tocht van '33 dus heel erg vroeg, ze was eigenlijk ook de merkwaardigste Elfstedentocht, die er ooit is geweest, een echte „lente- tocht", verreden bij prachtig, bijna windstil weer en met maar enkele graden vorst. Bovendien was de toestand van het ijs over het geheel genomen goed en geen wonder was het dan ook. dat zoveel deelnemers de kans zagen de tocht te volbrengen. Van de 339 tochtrijders kwamen er 321 tijdig bij het eindpunt aan en van de 173 wed strijdrijders finishten er 57 binnen twee uren na aankomst van de win naar. De eerstaankomenden in de vroege Elfstedentocht van '33: links Abe de Vries, rechts Sipke Castelein. Die winnaar werd Abe de Vries uit Dronrijp. een oersterke rijder, die later nog roem zou oogsten in het grote Elfstedenavontuur. In 1940, toen hij in Giethoorn woonde, maakte hij deel uit van een groep van vier, die achter een kopgroep van vijf rijders finishte, in 1941 werd hij vijfde, in 1942 eindigde hij als zevende en na de veelbesproken tocht van '47 werd hij als negende geklasseerd. Het grootste deel van de tocht van '33 reed Abe de Vries in het gezel schap van Sipke Castelein uit War- tena en op de grens van Leeuwarden maakten deze twee de afspraak sa men door de finish te zullen gaan. De jury van aankomst zag Abe de Vries evenwel als eerste de eind streep te passeren en kende hem de overwinning en de grote gouden medaille toe. Maar 's avonds bij de prijsuitreiking werd ook Sipke Castelein met een grote gouden medaille beloond, „omdat", aldus het organiserende Elfstedenbestuur, „het verschil bij de eindstreep nauwelijks waar neembaar was". schreven artikel komt nog de naam voor van ene Meindert Rozema, is het mdgelijk nadere gegevens te krijgen over deze naamgenoot??? voor Leeuwarden en de wijde wereld er omheen. Een uitgave van Fenno Schoustre» Public! teitskantoor. Verschijnt eenmaal in de veertien dagen. Redactie, Administratie en Advertentieafdeling; Vredeman de Vries- straat 18921 BP Leeu warden. Telefoon (05100) 20302 Postgiro 98 10 62 Bank: Rabobank Geopend: van dinsdag tot en met donderdag, uitsluitend 's morgens van 9 tot 12 uur. 's Middags en van vrij dag tot en met maandag gesloten. Abonnementsprijs: voor Nederland fl.21.00 per jaar; voor het buiten- land:fl. 37.50 per jaar. Losse nummers: afge haald fl. 1.25 per stuk. Per giro besteld: fl.2.00 voor 1 ex., fl.3.50 voor 2 ex., fl.5.00 voor 3 ex. Het lidmaatschap van 't Kleine Krantsje is alleen mogelijk voor lezers, die akkoord gaan met de bepaling, dat het abonne mentsgeld vooruit moet worden voldaan. Op de 1e februari dient het abonnementsgeld voor het dan lopende jaar te zijn betaald. Geschenk-abonnementen en abonnementen van lezers in het buitenland moeten op de 31e decem ber van het voorafgaande jaar zijn betaald. Lezers, die zich niet tele fonisch of schriftelijk, maar per giro-overschrij ving als abonnee aanmel den, worden verzocht op het girostrookje te ver melden: Nieuwe abonnee. Abonnees, die zijn ver huisd, dienen er op te letten, dat hun giro-over- schrijvingskaart het nieu we adres vermeldt - het oude adres moet worden doorgehaald. Wie het abonnementsgeld voor een ander betaalt, dient duidelijk de naam en het adres te vermelden van de abonnee, voor wie wordt betaald. Adreswijzigingen moeten minstens 10 dagen voor het verhuizen worden doorgegeven. Abonnementen, die niet voor 1 december zijn op gezegd, worden automa tisch verlengd.

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1978 | | pagina 3