ELFSTEDENTOCHT VAN '54
MOOISTE IN DE REEKS
'T KLEINE
KRANTSJE
FELICITEERT
Zoveel jaar geleden.
f
5
Het is aanstonds precies een kwarteeuw geleden, dat de onvergetelijke tiende Friese Elfstedentocht verre
den werd, de tocht van het nog altijd bestaande record van zeven uur en vijf en dertig minuten - de tijd,
waarin Jeen van den Berg - op woensdag de derde februari - de race met een zeer geringe voorsprong op
vier, vijf achtervolgers won. Slechts twee tochten zijn er daarna nog geweest, Mee jaar later, in 56
dus, toen vijfman de marathon volbrachten in een tijd van acht uur en zes en veertig minuten en nog eens
zeven jaar later, in '63, toen Reinier Paping bijna elf uren nodig had voor het voltooien van zijn prachtige
triomf.
alsnog onze stadgenoot Gerardhus
J. Adema, die op Tweede Kerstdag
tachtig werd. De heer Adema, als
schilder en beeldhouwer in heel
onze provincie overbekend, is,
zoals hij het zelf zegt, 'nog gewel
dig aan het werk" - ondanks z'n
leeftijd, die we nu langzamerhand
wel vrij gevorderd mogen noemen.
"Zeker dertien of veertien uur per
dag zit ik nog te schilderen'vertelt
de vitale kunstenaar, die alleen
maar verdrietig kan zijn, wanneer
hij er aan denkt, dat hij - sinds een
jaar of acht - niet meer kan beeld
houwen: "M'n hand is versleten -
ik heb er vroeger te veel mee gedaan
op het harde hout. Jammer, want
dat beeldhouwen heb ik altijd erg
graag gedaan."
Gerardhus Adema, ook schepper
van Us Mem, de ideale koe voor de
deur van het Rundveestamboek op
het Zuiderplein, is vooral bekend
geworden door de prachtige schil
derijen, die hij heeft gemaakt - en
nog steeds maakt! - van paarden -
met name aan het paard heeft hij
zijn hart verpand.
Als zoon van een Franeker schoen
maker kwam hij al jong onder de
bekoring van de fiere Friese paar
den, die met hun sjezen bij de her
berg De Valk kwamen te staan - hij
begon de dieren te tekenen en deze
tekéningen gingen vlot van de hand.
Ook later, met het schilderen van
paarden, oogstte de heer Adema
heel veel succes, evenals trouwens
met z'n magnifieke beeldhouwwerk,
steigerende paarden, paarden voor
de ploeg, koeien, stieren.
Nóg verschijnt hij eenmaal per jaar
in de Frieslandhal om er z'n werk te
tonen en aan de man te brengen
en om er nieuwe opdrachten op
te doen - veel boeren vragen hem
hun geliefde paarden te schilderen.
Daarbij heeft de nijvere kunstenaar
de wind wel in de zeilen, want, zegt
hij enthousiast, "het zijn allemaal
paardemensen tegenwoordig - het
paard stpat weer helemaal in de be
langstelling en dat, terwijl er een
tijd is geweest, dat bijvoorbeeld het
Friese paard lang die aandacht niet
had, die het gelukkig nu weer
heeft'
Trouwens, niet alleen als schilder
van paarden heeft Adema naam ge
maakt; velen hebben hem ook als
een voortreffelijk portretschilder le
ren kennen:'ook met dat werk heb
ik het nog heel erg druk"
Er zijn in de lange loopbaan van de
heer Adema heel wat van z'n werk
stukken de wijde wereld in gegaan
en er zal geen werelddeel zijn, waar
zijn werk niet is. Uiteraard betreurt
hij dat niet; jammer vind hij het al
leen, dat hij niets terug kan kopen
van het vele beeldhouwwerk, dat hij
heeft gemaakt. "M'n laatste stuk
staat hier nog altijd onvoltooidhet
is Joris met de draak - een erg hard
stuk hout. Jammer, maar voltooid
zal het nooit worden - daar is niks
aan te doen"
Graag wensen wij de heer Adema,
na het bereiken van deze mijlpaal
van tachtig jaar, nog een lange
werkzame en vruchtbare periode
toe!
De Elfstedentocht van '54 is eigen
lijk de mooiste geweest van alle
twaalf tochten, die we tot dusver
hebben gehad. De ijstoestand was
voortreffelijk en het weer wonder
schoon - en dat terwijl het Ministe
rie van Volksgezondheid juist ge
waarschuwd had voor een barre en
boze tocht.
VERSTEK
Duizenden liefhebbers, die anders
zeker van de partij waren geweest,
lieten daardoor verstek gaan; toch
kwamen er nog bijna zes en twintig
honderd tocht- en 138 wedstrijdrij
ders aan de start. Zij gingen een in
alle opzichten zonnige dag tege
moet met maar weinig wind en een
matige vorst en, zoals gezegd, met
ijs, dat uitstekend berijdbaar was.
Van de tochtrijders zagen er dan ook
ruim 2100 kans de reis te volbren
gen, van de wedstrijdrijders kwa
men er 63 binnen een tijd van twee
uren na de winnaar bij het eindpunt
aan.
Een beeld uit de onvergetelijke Elfstedentocht van '54. Jeen van den Berg,
Jeen Nauta en Aad de Koning op de besneeuwde Luts.
Dat eindpunt was op de stadsgracht
achter de Prinsentuin, waar duizen
den en nog eens duizenden enthou
siaste Friezen op de natuurlijke tri
bunes van de bolwerken getuigen
waren van de opwindende eindspurt
van de kopgroep van zes man.
Die zes waren Jan Charisius uit
Leeuwarden, Aad de Koning uit
Purmerend, Jeen Nauta uit Warte-
na, Anton Verhoeven uit Dussen,
Klaas Leffertstra uit Stobbega en,
last but not least, Jeen van den Berg,
toen nog te Nij Beets.
Hij, Jeen van den Berg, kwam in de
gunstigste positie op het ijs na de
"overloop" bij de Noorderbrug,
een nare en voor de rijders onver
wachte hindernis op de laatste kilo
meters voor het eind. Stadgenoot
lan Charisius kwam daar nog ten val
ei Anton Verhoeven vergiste zich
evsn later in de plaats, waar hij
dacht, dat het eindpunt zou zijn.
Zo won Jeen van den Berg met een
voorsprong van enkele tientallen
meters op Aad de Koning en Jan
Charisius deze Elfstedenrace in een
tijd, die geen van zijn voorgangers
ooit had kunnen maken.
STRALENDE WINTERDAG
Maar ook nooit waren de omstan
digheden zo mooi geweest, behalve
dan misschien in 1933, toen Abe de
Vries en Sipke Castelein negen uur
en vijf minuten nodig hadden voor
het volbrengen van hun tocht. Maar
die tijd was nog een tikje ongunsti
ger dan die van Sietze de Groot, die
de race van 1942 in een tijd van acht
uur en drie kwartier won. Ook toen
was het een stralende, windstille,
maar koude winterdag met prachtig
hard, glad en sneeuwvrij ijs.
Een van de werken van Gerhardus Adema, 'Renpaard"olieverf op fluweel,
geschilderd in 1972.