BEELDEN UIT MIJN KINDERJAREN IELPEN WE LOLLIGE JOH/ OVER DE AMELANDSPIEP LEE W ADDERS, WAAR IS DIT 5 I Waar ik nooit aan gewend ben ge raakt, was "het schemeren" thuis. Bij het oude theelichtje zat groot moeke te staren in het duister, zeker met haar herinneringen aan voorbije jarenwant al had je er toen geen erg in, ook zij was eens een famke ge weest met lange vlechten en haar witte haren verrieden toen een le ven, dat niet enkel rozeschijn was. Ik als jonkje zeurde voortdurend om licht van de gaslamp, dan kon je weer van alles doen. Maar het thee lichtje bleef lang aan, want gaslicht kostte geld. Nog voor het helemaal donker was Lollige Johannes: altijd wel een be loning voor 't duwen van de kar. ging de deur van't koffiehuis open en klonk er een mannenstem: "De arme man!". Dat was een vaste klant, die elke week aan de deur deze drie woorden sprak, een net persoon op leeftijd. Hij kreeg dan twee centen en ver dween dankbaar, maar het was vaste prik, dat hij een week later weer verkondigde, dat hij een arme man was om zo zijn contributie te innen. Ik wist niet of hij veel klanten had, maar hij hoorde bij het steeds terugkerende beeld van de kleine liefdadigheid. Zo zijn er veel meer aparte mensen in mijn herinnering blijven hangen - onuitwisbare herinneringen uit m'n jeugd. REHOBOTHSCHOPL Toen ik onlangs bij familie een aantal "Kleine Krantsjes" doorlas, stuitte ik in nummer 321 op een klassefoto van de Rehobothschool. In datzelfde nummer ontdekte ik reakties van lezer(essen)s op foto's van hün school, gepubliceerd in an dere nummers. Nu wil het geval dat de Rehoboth school op 10 mei 1981 zestig jaar bestaat en een aantal "oude beken den", die elkaar in jaren niet had den gezien of gesproken, willen de mogelijkheden en animo onder oud leerlingen peilen tot het organiseren van een reünie ter gelegenheid van genoemd jubileum. In verband hiermee zou ik u willen verzoeken, als u reakties heeft gekregen op de foto van de Rehobothschoolklas- sen, mij naam en adres van de be trokken personen toe te sturen, zo dat zij van de reünie-plannen op de hoogte kunnen worden gesteld. Dan klonk er een mannenstem:'De arme man!" Tietjerk J. Sjoukema "Jitse de harmonicaspeler" kwam altijd als het koffiehuis van groot moeke vol klanten zat. Hij kon maar één oud Duits versje uit z'n gam mele orgel halen en hij was een vast object voor de spotvogels, die de hete koffie van't skutteltsje slurp ten. Toen er eens een bosje stro aan z'n jaspand gespeld en in brand gesto ken werd, greep grootmoeke fel in en met haar toffel rammend joeg ze de muzikant de deur uit, terwijl het gelach daverde tegen de bruin ge rookte balken. Vreemde gasten, zoals de zeeman, die nooit zout water had geproefd, die 's winters in de hooiing wou, maar het dichtst met z'n knieën bij de potkachel zat. Pieter, de peerdekoopman, die nog leefde in z'n glanstijd, toen hij ka pitalen verdiende, maar die nu geen crediet meer kreeg op een kopje koffie van drie cent. FANTASTISCHE VERHALEN Als kind geloofde ik al die fantasti sche verhalen, die rond de kachel en de kletsende kwispeldoor werden verteld en ik keek op naar het grote volk met z'n enorme belevenissen, mannen, die, gestrand in't bruine koffiehuis van Hinke-in-de-Ame- landsstraat elkaar bespotten en be schimpten. Boven op de vliering klonk gezang van Mine, die de bedden opmaakte - "beelden uit mijn kindeijaren" - een lied, dat je nooit zal vergeten, het is uit de tijd van je kinderjaren. Op die vliering van't kleine huisje waren drie bedsteden; hoe groot moeke, mijn twee zusters en ik daar konden slapen, is me nu nog een raadsel. Maai'gelachen werd er wel, zoals op de avond, dat er een muisje uit het bed van Mine wipte, toen was't kleine huis té klein. Wij waren in het bezit van een on gewoon grote waterpo, die onder de bedstee stond en waar- we overvloe dig gebruik van maakten. Groot moeke was te oud en ik was te klein voor het ritueel van't legen van de po, als't tot de rand gestegen was; dus was dit karwei bestemd voor de zusjes, die nogal eens ruzie kregen om het gevaarte de wankele trap af te dragen. ROTTE SINAASAPPELS We waren in die tijd kwajongens, maar toch altijd bereid om de kar met sinaasappels van Lollige Jo hannes over de Amelandspiep te duwen, maarer waren er na tuurlijk ook, die meer aan de kar trokken, dan duwden, maar na't zware karwei werden we toch alle maal beloond met een paar rotte si naasappelen. Miendert de skilleboer - wat voelde ik me rijk, als ik op de bok mocht zitten, terwijl Miendert bij Van Krugten even een slukje nam. Het was een voorrecht om als jongen het oude grijze skillepaard te mogen mennen, dan keek je op de buurt- jongens neer. Wat deze hit, dit hiender, te vreten kreeg, wist ik niet en ik wist ook niet, waarom het de naam had van Hazewind - later, veel later pasheb ik dat beseft, 't Was niet te harden op die bok, het hiender liet voort durend winden, er waren er bij, die wel twee minuten duurden - Haze wind Beelden uit mijn kinderjaren, 's Middags brood met eerpelsmots en 's avonds - soms - een bokking van de man, die met een kistje harde bokkings op z'n hoofd door het straatje liep: "Drie voor een dub- beltsje! - dat werd dan smullen, man! En helemaal feest was het, wanneer je eens voor een stuver koekkruimels mocht halen - onver getelijk lekker! En 's avonds lag je in de bedstee onder de pannen en onder het luiden van de klokken van de Roomse to ren zakte je weg in je dromen Beelden uit mijn kinderjaren Amsterdam Enne Rozema 'Och, su die laaste ronde nog even over kanne? Ik had vegeten er een film in te doen" Dit is de nieuwe opgave voor onze fotoprijsvraag Leewadders waar is dit We gaan weer drie 'antieke afbeeldingen" verloten onder de abonnees, die ons het juiste antwoord geven. Oplossingen, uitsluitend schriftelijk, binnen veertien dagen naar de redactie van 't Kleine Krantsje, Vredeman de Vries- straat 18921 BP Leeuwarden.

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1979 | | pagina 5