IN MEMORIAM
ELFSTEDENTOCHT
13
De schaatsen scherp
door Fenno L Schoustra
Standaardwerk - Alle Elfstedentochten van 1763 af.
Fl. 34.50 naar giro 98.10.62 t.n.v. Fenno Schoustra's
Pubficrteitskantoor Leeuwarden
In de ouderdom van zes en tachtig
jaar overleed de heer Piet de Jong,
,,de poelier uit de Sint Jacobs-
straat". In 1925 kwam de heer De
Jong aan het hoofd te staan van dit
bekende poeliersbedrijf, dat zijn
vader in 1892 had opgericht.
Nog voor z'n vijf en zestigste, fe
bruari 1957, trok Piet de Jona zich
uit het bedrijf terug, dat daarna in
andere handen overging.
Niet alleen voor de Leeuwarders
was de heer De Jong een bekende
verschijning; ook in de waterwereld
rond Eernewoude kende iedereen
Piet de Jong. Daar heeft hij, op de
hoek van het Zonsmeer en de Fol-
kertssloot, tot voor kort het oudste
zomerhuisje uit deze hele omgeving
gehad; het was er in 1912 door zijn
vader gebouwd.
Kort oor zijn drie en tachtigste
verjaai^ag is overleden de heer
Taeke Klazes van der Valk, make
laar-administrateur-zaakwaarne
mer. De heer Van der Valk van Van
der Valk's Administratie'en Make
laarskantoor aan het Hofplein werd
op 1 november 1923 door de recht
bank beëdigd en hij werd daardoor
de eerste beëdigde makelaar in
Friesland - zijn kantoor kan als zo-
damg dus als de oudste makelaardij
in onze provincie worden aange
merkt.
De heer Van der Valk, geboren in
Huizum, begon direct na zijn
schooltijd tegen de beloning van een
kwartje en een paar sigaretten per
week te werken voor een assuran-
tiebedrijf. Daarna werkte hij jaren
pelhandelaar en zeer bekend in de
stad. Mollema kende iedereen en
iedereen kende Mollema.
Twee weken geleden, op zaterdag,
trof hij in het restaurant Onder de
Luifel, waar hij dagelijks met een
groep vrienden at, een familielid,
tegen wie hij, opgewekt als altijd,
zei; „Ik heb weer voor tien jaar bij
getekend, vier en negentig is een
mooie leeftijd om dood te gaan".
Twee dagen later moet hij, thuisge
komen in de Maria Louisestraat,
onwel geworden en overleden zijn.
Pas op dinsdag na de Paas vond zijn
huishoudster het stoffelijk over
schot.
De heer Mollema begon als jonge
jongen al met het venten van aard
appelen in Leeuwarden en dat zou
hij langer dan zestig jaar volhouden,
tot z'n negenenzeventigste jaar toe.
Altijd met zijn hondekar op pad
werd Klaas Mollema een bijzonder
populaire figuur in de stad, nooit
anders, dan vrolijk en met z'n hu
mor erg gul.
Daarbij was hij een uiterst kiene za
kenman, die het maatschappelijk
gezien voortreffelijk heeft gedaan.
Toen hij twee jaar geleden 't Kleine
Krantsje van zijn leven vertelde, zei
hij bescheiden „Ik hew mazzel had,
kan'k wel segge", maar het was
zeker vooral zijn koopmanschap,
dat hem deed slagen.
Had Gerrit G., alias Gekke Gerrit
voor 't dagelijks braod an één stuk
deur wat anders bij de han, oek in
sien vrijetijdsbesteding toande hij
zich van alle markten tuus. Hij
mócht graag es visse en je konnen
gien tak van sport bedenke, of Gek
ke Gerrit wist er alles van - tenmin
ste, dat sei ie self.
Vooral het voetballen was bij Gerrit
faveriet, of late we het su segge, het
voetballen van Leewadden, van De
Klomp. As je Gerrit hoorden was er
maar één club inne stad en dat was
De Klomp. Alleen bij De Klomp
konnen se voetballe, de rest was
waardeloos.
Mantsjes as de Del Grosso's, de
Schaafsma' s, Teade Wytsma en
Dirk Steenbergen, die konnen er
wat van. Mar de speuiers van de
andere clubs? Gien donder weerd.
De Grebens en de Van Zuylens van
Friesland, de Steinvoorte's en de
Kingma's van Frisia? Brandhout,
allemaal! En bij de tweede klassers,
bij F.V.C., konden ze er volgens
Gekke Gerrit al helemaal gien so
demieter van - voor hem bestond er
maar één club en dat was rood-wit.
,,Hoe het De Klomp gister speuld,
Gerrit?" vroegen de meensen op
straat.
.Wonnen natuurlijk" zei Gekke'
Gerrit allied, ,,wat dochten je
dan?"
Hadden ze 't, toevallig, niet won
nen, mar verloren, dan reageerde
Gerrit niet, of hij begon een mooi
verhaal op te hangen over de petij-
dige skeidsrechter en het strominne
veld, waarop de teugenstanders
wel, mar de jongens van Leeuwar
den niet uut de fitten konnen.
Het sal dudelijk weze, dat Gekke
Gerrit bij gien enkele tuuswedstried
van De Klomp ontbrak en dan ston
sien mon gewoan niet stil - voor de
omstanders onder 't publiek gaf'ie
een reportage weg, die altied mooi
er was dan de wedstried self. Het
werk van Han Hollander was er ge
woan gestotter bij.
Oek slingerde hij er so nou en dan
technische anwiezingen uut, die de
speulers seker opvolgden oek, want
jarenlang het Leewadden het inne
noordelijke klasse mar wat best
deen.
TjellieDekke die man!"
.De Graaf! Er teugenan!"
..Vossenberg - denk om Brada!"
En meer van sukke nuttige opmer
kingen.
In latere jaren wudde Gerrit wat
kalmer en minder fanatiek, mar as
jongkerel mut ie sien clubliefde wel
es wat te ver deurdreven hewwe.
Op een keer, toen Friesland het
nogal wat beter deed dan Leewad
den en hij er belang bij had, dat
Frisia van Friesland won. het ie het
presteerd om een enorme stunt uut
te halen.
Gekke Gerrit trok toen naar Bor-
naiastate met, je kan het hast niet
love, een papegaaiekooi in sien han
met een knien er in.
,,Wat krijgen we nu, Gerrit?"
vroeg loketist Steenbergen nog, die
hem het kaartsje vekocht, mar Ger
rit was al gauw deurlopen met sien
knien.
Oek de meensendie sich al langs de
lijn opsteld hadden, keken nuver op.
mar se waren van Gerrit wel wat
wend en dochten, dat ie weer het
een of andere hanneltsje had.
Waarbij 't vanself wel wonderlijk
bleef, dat je - op sundag - son knien
vervoere in een papegaaiekooi en
dat beest dan nog metnimme naar t
voetballen oek.
Mar goed, Gekke Gerrit stelde sich
erges verdekt op onder 't publiek en
hield nou sien mon, want om Frisia
an te vuren en anwiezingen te ge
ven, dat gong hem wel wat te ver,
hoewel het er natuurlijk wel op uut-
draaie must, dat Friesland verloor,
daar gong het hem om.
Nou, her werd al gauw 1-0 voor
Frisia en zelfs 2-0, deur goals van
een sekere Heeg, mar deur Leysma,
Scheepstra en Niemendal kwam
Friesland met 3-2 voor en toen be
gon het er voor Frisia én voor Gek
ke Gerrit somber uut te sien.
Voor dat moment mut Gerrit al bang
weest hewwe, want wat sagen de
meensen, direct na Frieslands der
de goal? Dat er plotseling een knien
over het veld begon te huppelen -
Gekke Gerrit had het beest de arena
instuurd!
Groate consternatie natuurlijk, het
volk skreeuwe en raze, de skeids
rechter en een stuk of wat bestuurs
leden achter het knien an en de
speulers, voorat die van Friesland
as tu use lub vanwege de verant
woordelijkheid voor de goeie orde,
helemaal inne war.
Dat het su een stief ketierke duurd
en toen, gelukkig, kreeg kleine Van
der Meij van 't Verkadewinkeltsje
het beestje eindelijk te pakken en
stopte het knientsje fut onder sien
jas.
Gekke Gerrit inwendig gnieze na
tuurlijk, want dit geintje su sien ge
volgen hewwe: de Frieslandspeu-
lers finaal vanne kaart en Frisia op
permachtig oppe overwinning af.
Nou kan 't hast niet misse of Fries
land mut het oek even su anvoeld
hewwe, want nog voor skeidsrech
ter Snoeyenbosch het spul weer be
ginne liet, riep Bart van Zuylen sien
mannen in 't doelgebied even bij
mekaar en smoesde wat op hun in.
En wat bleek: niet Friesland was
helemaal de kluts kwietraakt, mar
Frisia. Het wudde 4-2, 5-2 en 6-2
en uuteindelijk ging Frisia met een
9-3 nederlaag naar Ituus...
Minne gooi voor Gekke Gerrit, die
't toen oek nog be leve must, dat
Leewadden op dieselde dag met 5-1
in Assen van Achilles verloor.
En inne dagen, die op disse ge
denkwaardige sundag volgden, het
de arme Gerrit het wel hore mutten.
,,Must nog knienen hewwe?" vroeg
iedereen.
Nou ja, behalve bij Frisia lachten
de meensen sich rot omme grap,
mar dat deed Het Groentje niet, het
..Sportblad voor de Noordelijke
Provinciën"
,,De onderlinge verstandhouding
tusschen de spelers was best"
skreef het blad in sien verslag vanne
wedstried, ,,doch de neutraliteit
van een deel van 't publiek liet wel
een en ander te wenschen over"
Kees Brol
Geheel onverwacht is op de leeftijd
van vieren tachtig jaar overleden de
heer Klaas Mollema, oud aardap-
aW v
op notariskantoren, eerst, als twee
de klerk bij mr. A. W Koch, ver
volgens als eerste klerk bij mr. S.
Boltjes.
In 1921, op vijf en twintigjarige
leeftijd, begon Taeke van der Valk
met z'n eigen makelaarskantoor in
een pand op de Gedempte Keizers
gracht. Daarna hield hij kantoor in
de Speelmansstraat en in 1929 ves
tigde hij zich aan het Hofplein, waar
de makelaardij nu dus nog gevestigd
is.