ROOFOVERVAL OP DE TWEEBAKSMARKT
SENSATIE IN HET OUDE LEEUWARDEN
5
In 1828 werd er in Leeuwarden een jongetje geboren, dat later een vermaard kunstschilder werd.
Christoffel BisschopHij werkte, niet alleen hier, maar ook in Delft en Parijs en hij was een hartstochtelijk
verzamelaar. Wat hij bijeenbracht kunnen we nog in de Bisschopkamers van het Fries Museum bewonde
ren. Christoff el Bisschop trouwde met de Engelse kunstschilderres Catherine Seaton F orman Swift, die na
de dood van haar man in 1904 in Leeuarden bleef wonen en wel in een pand aan de T weebaksmarkt, nu een
onderdeel van het provinciehuisEn daar heeft zich eens een zeer sensationele affaire afgespeeld, die de
alleroudste lezers van onze krant zich nog wel zullen herinneren. De criminoloog dr. Van Ledden
Hulsebos heeft het spectaculaire geval beschreven - hier komt zijn boeiende verhaal.
Commissaris Wesser:
mensch"
'hoogstaand
Op een rustigen Zondagmorgen
kreeg de commissaris van Politie
Wesser te Leeuwarden bericht dat er
in de woning van mevrouw B.we
duwe van een beroemd kunstschil
der, iets gebeurd moest zijn. On
danks herhaald schellen werd er niet
open gedaan, terwijl men toch
mocht aannemen, dat zoowel de
bewoonster als haar trouwe dienst
bode Annetje thuis waren.
Met een zijner rechercheurs ver
schafte de commissaris zich via den
tuin van een der buren toegang tot
de tuinkamerdeur van het bewuste
pand, welke niet afgesloten bleek en
dus direct opengeroid kon worden.
Daar vond men de dienstbode, ker
mend en klagend liggend op een di
van, de polsen, èn de enkels met
touwen saamgebonden, terwijl op
de eerste verdieping, in haar slaap
kamer, de ruim tachtigjarige me
vrouw Beveneens met touwen om
handen en voeten gekneveld, onder
de dekens in haar bed lag.
BRUTAAL
Uit de mededeelingen dezer vrou
wen bleek, dat den avond tevoren -
Zaterdagavond dus - gescheld was;
dat Annetje was gaan kijken, wie er
aan de deur was; hoe een onbekende
kerel brutaal naar binnen was ge
stapt met een zwarten lap als masker
voor het gelaat en een dreigende re
volver in de hand; hoe deze ge
dreigd had, geen geluid te geven,
wijl hij anders schieten zoude. Hij
had beneden in de tuinkamer An
netje aldus vastgebonden - op de
slaapkamer de oude dame, die nog
wel aanvankelijk middenin de ka
mer op den grond gelegen had, doch
- op haar dringend, maar zéér be
leefd verzoek aan „meneer den in
breker" - opgenomen was als een
pakketje waschgoed, en in het bed
was gedeponeerd, waarna de ban
diet haar de dekens over het hoofd
getrokken had, alvorens uit den an
tieken bonheur du jour alle kost
baarheden te rooven, en die in een
gonjezak te laten verdwijnen. En
daar waren zéér kostbare stukken
bij, óók vele met historische waar
de, geschenken die haar overleden
echtgenoot, beroemd kunstschilder,
persoonlijk van vorstelijke perso
nen in ontvangst genomen had; met
elkander - naar eene onlangs ge
houden taxatie geleerd had - wel
voor een waarde van vijftig, zestig
duizend gulden!
Commissaris Wesser, hoogstaand
politieman, nóg hooger staande als
mensch - zooals ik zelf waargeno
men had bij een zijner „groote za
ken", had weldra opgemerkt, hoe
diep de groeven van de knevelings-
touwen in het vleesch der oude
vrouw gedrukt waren, terwijl het
hem tegelijkertijd opviel, hoe losjes
de touwen om polsen en enkels van
de jeugdige Annetje zaten.
Hij rook lont.... maakte de opmer
king, dat Annetje, uit dergelijke
loszittende boeien bést had kunnen
loskomen (ze scheen daartoe zelfs
niet de minste moeite te hebben ge
daan!) en liet haar afzonderlijk in
eene kamer op nadere orders wach
ten.
De oude mevrouw - ondanks haar
hoogen leeftijd nog kras en pienter-
had gelukkig geen verder nadeel
van de overrompeling dan een
beetje stijvig gevoel in haar lede
maten, dat echter spoedig ver
dween, en dan natuurlijk de smart
over het verdwijnen van haar pre-
ciosa, op de meeste waarvan zij zoo
buitengewoon gesteld was, omdat
er historische herinneringen aan
vast zaten!
ZWANGER
De commissaris liet een dokter ko
men; deze stelde vast, dat Annetje
zwanger was Het verder onder
zoek leerde, dat haar vrijer - een
schildersknecht - te weinig ver
diende, om het thans zoo noodig
geworden huwelijk te kunnen slui
ten. De recherche speurde dien
Zondag wat ze kon; de inmiddels
van de feiten verwittigde justitie
telgrafeerde mij, om direct over te
komen. Per eerste gelegenheid reis
de ik via Enkhuizen-Stavoren naar
Leeuwarden, waar ik in den avond
aankwam. Trof op het politiebureau
den rechtercommissaris aan, met
den officier van justitie en den grif
fier, zoomede den commissaris van
politie én den medicus.
Men had - zéér terecht! - de tou
wen, waarmede de oude-vrouw ge
bonden was, niet losgeknoopt, maar
tusschen de knoopen in, doorgesne
den waardoor de manier, waarop de
knoopen tijdens het vastbinden ge
legd werden, nader bestudeerd kon
worden. Die knoopen waren van ei
genaardige constructie en onge
twijfeld het werk van iemand, die
„gewoon" was véél en vlug te
knoopen.
Naar ik vemam, had men niet alleen
Annetje, doch ook haar vrijer - den
schildersknecht - en diens boezem
vriend, die emballeur was in een
groot magazijn aangehouden, om
dat er redenen waren, aan te nemen,
dat die vriend èn de man-met-het-
masker één en dezelfde persoon
konden zijn. Mevrouw B. had dui
delijke herinnering aan 's mans ge
stalte, had diens handen goed opge
nomen en zijne stem óók meenen
te herkennen!
Maar alle drie bleven hardnekkig
ontkennen, iets met dezen diefstal te
maken te hebben.
Bij mijn binnentreden in het ver
trek, was de rechtercommissaris
juist met het verhoor van Annetje
bezig; zij was erg nerveus en haar
ontkennen door dik en dun heen,
maakte een zeer verdachten indruk;
men „proefde" er de leugens bo
venuit! De dokter had bij het onder
zoek nóg iets vastgesteld, wat hier
ter plaatse niet breedvoerig behan
deld kan worden, doch hetwelk erop
duidde, dat de 'inbreker' haar niet
slechts met touwen vastgebonden
had. Ook daaromtrent loochende zij
alles wat heel dwaas genoemd
werd, wijl de bewijzen voor de
juistheid van de verklaringen van
den dokter aanwezig waren!
Annetje ontkende dus halstarrig;
van hare verklaringen werd een
breedvoerig proces-verbaal opge
maakt, hetwelk door haar na voor
lezing werd onderteekend. Toen
kon zij naar de naburige kamer
gaan.... die van den commissaris.
Deze zat aan zijn bureau, eenige
formulieren in te vullen; op korten
afstand van hem, aan de tafel zat
Annetje, zuchtend en verdrietig.
GEEN WOORD
Er werd geen woord gesproken;
niettemin weet ik zeker, dat er in het
hart van dien braven Wesser - voor
wien ik, zooals ik reeds zeide, een
groote vereering had - héél wat om
ging, toen hij daar die meid zag zit
ten, en qverwoog, wat er in haar
brein wel moest kwellen. Toen op
eens schudde hij meewarig zijn
hoofd en zei: „Annetje, ik heb diep
met je te doen, kind; je hebt ver
draaid stom gehandeld en mijn hart
bloedt, wanneer ik bedenk, dat mis
schien jouw kind in de gevangenis
geboren moet worden!"
Toen opeens - het werd haar té
machtig - gleed zij van haar stoel op
hare knieën, legde haar hoofd op
een knie van den commissaris en
smeekte hem: „Zeg mij dan wat ik
doen moet het bezwaart me zoo
verschrikkelijk!"
En naar beste weten ried de magi
straat haar aan, liever berouwvol
alles te bekennen, dan in deze starre
houding te volharden, die tóch niet
zou voorkomen, dat de waarheid
aan het licht kwam. Ja, dan zoude ze
maar liever alles eerlijk opbiech
ten...!
De commissaris kwam opeens door
de verbindingsdeur het instructie-
vertrek binnen; inmiddels was het
verhoor van den vrijer al begonnen;
hij onderbrak dit, zeggende: „Laat
hém nog even wegvoeren naar bui
ten want Annetje wilde nog „iets
verklaren!". En bij het voortgezette
verhoor, biechtte zij alles op; het
kwam ongeveer hierop neer:
Haar toestand was zoodanig ge
worden, dat ook haar familie op een
spoedig huwelijk aandrong; maar ze
hadden geen middelen, om huisraad
en een uitzet èn een wieg met toebe-
hooren te koopen. Toen was het
plan gerijpt, de oude vrouw, die „er
och zoo warm inzat", te berooven.
Annetje noch haar vrijer hadden
daartoe echter den moed; kwam
laatstgenoemde gemaskerd in
huis... de pientere oude dame zou
zonder eenigen twijfel diens pos
tuur, handen, stem en bewegingen
herkend hebben, dat ging dus niet.
Maar als „Dritter im Bunde" was
diens vriend in het complot opge
nomen. Hem kende mevrouw niet.
Hij zou Zaterdagavond aanbellen;
vervolg op pag. 9
UIT GROOTMOEDERS ANSICHTENALBUM
Bedrijvigheid in de Willemskadeeen beeld, dat we zo nooit weer zullen aanschouwenRechts een Stanfriesboot, altijd aanwezig in
deze gracht, verder een paar schippers, bomend op weg naar een onbekend doel. De uitgever van deze kaart is ons niet bekend,
maar ze dateert van voor de eerste wereldoorlog; deze prentbriefkaart is indertijd vanuit Leeuwarden verzonden naar Wageningen
en vermeldt op het poststempel de datum 19-8-1913