óUjoufidt mU Friesland Bank Uw eigen bank Men kent er de-Friese verhoudingen en is bereid plaatselijke en provinciale belangen te dienen. Lezers klommen in de pen herinnerde ze zich nog best. „Nou" zei ik toen, „het mensdom was toen nog niet zo afgestompt als nu, toen was het wekenlang het gesprek van de dag. Vandaag de dag word je er niet meer anders van". En zo is het helaas. Leeuwarden Joh. de Jong KLEINSTE HUIS Het door u bedoelde drama bij de Romkeslaan voltrok zich op een dinsdag in 1930 in de Keet- buurt. waar de toen dertigjarige Sijtze K. zijn negenentwintig jaar oude vrouw, Dirkje Zand- stra, door messteken het leven benam. Hei echtpaar was op zaterdagavond naar de bioscoop geweest. Na afloop ging de man naar huis, terwijl zijn vrouw "nog een boodschap moest doen"Pas op dinsdagmorgen om zes uur keerde ze naar huis terug. Daar moet toen een fatale ruzie zijn ontstaan. Na een eis van tien jaar werd Sijtze K. door de rechtbank veroordeeld tot zes jaar gevangenisstraf. tot z'n 81ste jaar, dus 63 jaren lang. Daar zijn heel wat verhalen van te vertellen. vervolg op pag. 6 MOORD Van de Verlaatsbrug af ging men vroeger rechts de Elisabethstraat in. Vrijdags namiddags liep ik altijd van de Zuidergrachtswal, waar wij toen woonden, over de Potmarge- brug, het Zuiderplein, langs de Willemskade, waar ik altijd even moest kijken naar de daar gelegen Stanfriesboten. Langs het grote huis van dr. Cath en verderop de kaaspakhuizen bereikte ik dan de Verlaatsbrug en begaf mij dan niet altijd tot mijn vreugde naar mijn pianolerares mej. Lijkles in de Elisabethstraat. Mej. Lijkles was bijzonder aardig, maar ik had wei nig maatgevoel, zodat de lessen niet die vruchten afwierpen, die mijn ouders ervan gehoopt hadden. Op de terugweg nam ik meestal de "stille" kant Willemskade om langs het toen voor mij zo geheim zinnige, altijd gesloten, huis van de familie van Duijll te lopen. Ik klom dan op de muur met hek rond de kleine tuin, om naar de witte beel den in de grote serre te kunnen zien. De familie woonde meest op Jacht- lust in het Oranjewoud. Vlak voor het uitbreken van de oorlog kwam de gehele inboedel van de familie Van Duijl in de Harmonie in vei ling. Ikhebertoen nog enige dingen gekocht en de intrigerende beelden van dicht bij kunnen zien. Op weg naar de veiling zag ik een afschuwelijk ongeluk. Voor het huis van dr. Eecen was een man onder een legerauto gekomen. Zijn hoofd was verbrijzeld door een van de achterwielen. Terug naar de vrijdagse pianoles. Eens had ik helemaal geen zin, om dat het juist de veijaardag van mijn vader was, 26 februari en mooi Kleine Kerkstr. 43: kleinste huis van Leeuwarden. Helvoirt mr. H.S. Bekius ROOFOVERVAL ,,'t Kleine Krantsje" is toch maar een magnifieke uitgave. Als 75-ja- rige geboren en getogen Leeuwar der, zie ik iedere veertien dagen weer met verlangen er naar uit. Er staan n.l. artikelen in, die je doen zeggen: „ja zo was het toen. Het was niet mijn bedoeling u dit te schrijven. Ik heb de pen echter ge grepen om u te schrijven over de „Roofoverval op de Tweebaks- markt" in 1928. Ik weet het mij te herinneren al was het gister ge beurd. Ook weet ik nog welk een grote opschudding deze daad in on ze goede oude stad heeft veroor zaakt. Wekenlang was het een onderwerp van gesprek. Verontwaardiging over deze daad voerde de boven toon. Wat een verschil bij nu. Te genwoordig lees je bijna iedere dag over roofovervallen in de krant, je leest het en neemt het vervolgens maar voor kennisgeving aan. Enige tijd geleden toen er in de krant weer melding werd gemaakt van een roofoverval op een paar bejaarde mensen, zei ik tegen mijn vrouw: „herinner jou je nog wel die dief stal bij mevrouw Bisschop? Ja, dat Opschudding in de Keetbuurt: Sytze K. heeft z'n vrouw vermoord. In de deuropening: dokter Uffelie na de lijkschouwing. weer. Het kan daarom niet in 1929 geweest zijn, maar misschien 1928 of 1930 of '31Bovendien was onze buurt in rep en roer omdat, ik hoor de het van mijn vriend de pontbaas Jeen Eppinga, er in een van de zij straatjes achter Tulpenberg, aan de kant van de Romkeslaan een dub bele moord was gepleegd. Ik er di rect naar toe. Het was tussen de middag. Gauw had ik de plaats van het misdrijf bereikt. Mij tussen de menigte door dringende zag ik nog juist, dat het lichaam van een vrouw uit een huisje werd gedragen. Het viel mij op dat zij een lichte jurk droeg en rode schoentjes, voor die tijd en het jaargetijde een vrij onge bruikelijke dracht. Men zei dat haar man haar vermoord had en daarna de hand aan zichzelf had geslagen. Ik meen dat hij laterniet dood bleek. De slachtoffers werden naar het te genover ons huis gelegen Stadszie kenhuis gebracht. Thuis gekomen kreeg ik op mijn kop, omdat ik als jongen zo'n af grijselijk schouwspel niet had mo gen gaan zien en omdat ik te laat was voor het warm eten. Ik herinner mij niet meer of er nog iets over deze moord in de krant heeft gestaan. Weet u daar nog iets van? Ondergetekende kwam bij het rommelen 't Kleine Krantsje num mer 322 weer tegen met daarin een verhaal over het kleinste huis van Leeuwarden: Kleine Kerkstraat 43. Dit artikel interesseerde mij bijzon der, daar wij twee jaar in dat huis hebben gewoond. Er wordt in geschreven dat er vroe ger in het pand een slager heeft ge woond. Inderdaad, dat was in de twintiger jaren, het was de familie Van derSchuit met zoon en dochter. De zoon hielp toen al in de slagerij; hij is enige weken terug helaas overleden, ik meen twee en zeven tigjaar oud. Van derSchuit is later verhuisd naar een groter pand in de zelfde straat. Öp 12 mei 1925 hebben wij een zaak in comestibles, boter, kaas en eieren in gevestigd. Ik was toen na melijk melkboer. We hebben er twee jaar gewoond. Reden van ver trek was het traplopen van mijn vrouw op doktersadvies. De kelder - trapje op, trapje af - moest name lijk worden gebruikt als opslag plaats; ook was er een w.c. met ton. Voor het koken en wassen was er voor het gehele huis één kraantje in de kelder. In 1927 hebben wij de zaak overge daan aan J. Strijkstra, die werkzaam was in Hotel Amicitia. Daarna is de heer De Jong er in komen wonen. Leeuwarden T. Brouwer DOMINICUS KERK .Toen ik „mijn" Kleine Krantsje van 14 april doorkeek, viel mijn oog meteen op de St. Dominicus kerk in de Speelmanstraat in de rubriek „Leeuwarders, waar is dit?" Ik wilde meteen mijn antwoord in sturen, maar herinnerde me, dat ik een foto moest hebben van het inte rieur. Eindelijk heb ik die dan toch gevonden en stuur hem U meteen. Misschien wilt U nog wat doorpra ten over die kerk, die nu al lang niet meer als zodanig in gebruik is. Mijn grootvader (opa Tichelaar) was organist in die kerk, van z'n 18e Mijn vriend, Jeen Eppinga. Red. 't KI. Kr. Nog een aardige herinnering aan de al lang verdwenen St. Dominicus- of Paterskerk.

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1979 | | pagina 4