UNIEK voor al uw FEESTEN PARTIJEN Uw eigen bank Friesland Bank Lezers klommen in de pen DOVE JELLE Bij het zien van het plaatje op pagi na 5 van het Kleine Krantsje num mer 338, waarop twee grondwer kers staan afgebeeld, schiet mij in eens een voorval te binnen, waarbij een paar grondwerkers betrokken waren en de winkelier J. Huisenga, die een winkel in steengoed en glas- en kristalwaren dreef op de hoek van de Sint Jacobsstraat en de stille kant Nieuwestad. De heer J. Huisenga, ook wel „Do ve Jelle" genoemd, stond bekend als iemand die er soms vreemde ideeën op na hield. Zo kwam mijn moeder een keer bij hem in de winkel om een Keulse inmaakpot te kopen. Maar die koop ging niet door. „Nee mens", zei Dove Jelle tegen mijn moeder, „gaan maar weg, die kan je toch niet betale" en ze kreeg de inmaakpot niet. Maar nu het verhaal waarbij een paar grondwerkers betrokken wa ren. Dezen waren aan het graven op het pleintje op de Nieuwestad bij het Waaggebouw. Terwijl ze druk bezig waren onder het toeziend oog van een tiental nieuwsgierige Leeuwarders kwam „Dove Jelle" ook bij de kring van de omstanders staan. „Mannen", zei hij, „as jimme soms wat viêne, dat jimme niet tuusbrenge kanne, een beeldsje of een potsje, dan mutte jimme mij waarskou we." Nou wisten de heren grondwerkers wie „Dove Jelle" was. Ze hiel den onmiddellijk op met graven, trokken hun pet recht, leunden stantepede op hun schoppen, keken elkaar toen eens veelbetekenend aan en zeiden: „As wij wat viene, een vaaske of een beeldsje, dan waars- jouwe we jou, maar wat izzet je weerdig?" „Al gauw tien gulden" zei de win kelier in steengoed en glaswerk. De wakkere aardwerkers keken el kander wederom veelbetekenend aan en gaven elkaar een nauw merkbare knipoog. Daarna gingen ze weer ijverig in hun kuil aan het graven. Totdat de honger hen kwelde en zij gingen „schoften". Terwijl één van hen uit Boerderij-restaurant RIJPERKERK Telef. 05118-1920 Zondags geopend vanaf 13.00 uur. de kuil kroop, nuttigde de andere zijn lunch in de kuil. Zijn collega richtte zijn schreden naar de Wirdumerdijk en kocht daar in een winkel een goedkoop stenen vaasje. Teruggekomen in de kuil stopten ze het vaasje in de grond en één van hen ging naar de winkel van „Dove Jelle" en vroeg of hij even wou ko men kijken, want ze hadden wat ge vonden. Ondertussen stond een aantal nieuwsgierige Leeuwarders aan de rand van de kuil. „Hewwe jimme al wat vonnen?" „Ju." „Wat is et?" „Een vaaske" klonk het uit de kuil. „Laat es zien." En toen raapte één der grondwer kers uit het drab en de modder een vaasje en reikte dat aan de dolge lukkige Jelle. „Hier mannen", riep hij, en gooide een briefje van tien gulden in de kuil. Een vreemde man was het! Haarlem Bart van der Weerdt PATERSKERK Hierbij nog even een kanttekening bij het prachtige artikel over de Dominicus- of Paterskerk aan de Speelmanstraat. Wat gebeurde er met de kerk, toen het torentje werd afgebroken en binnen alles werd veranderd? In het jaar 1938 werd de kerk als grote garage veranderd en door Van Gend en Loos in gebruik genomen om er de allergrootste vrachtwagens voor het lijnvervoer in onder te brengen. In juni 1940 namen de Duitsers de garage in beslag om er een soort H.K.P.-garage van te ma ken. Direkt na de oorlog vestigde zich de firma Schuitema (Centra) in het pand. Omstreeks 1960 verhuisde Centra naar het industrieterrein in Heerenveen-Zuid en toen kwam de firma Boomsma, die er nu nog zit, in het pand. Het kleine witte huisje, dat in het artikel genoemd wordt, werd in de zomer van 1943 door de familie Barendsma, die toen uit Groningen kwam, in gebruik genomen. Ik herinner mij alles heel goed, omdat mijn grootvader in het jaar 1930 het pand Eewal 45 kocht, om zijn grossierderij in galanterieën uit te breiden. De expeditie was in de Speelmansstraat tegenover de St. Vitus-school die ook al weer afge broken is. Het pand heeft nu een prachtige bestemming - gekregen omdat notaris Adema het huis heeft laten verbouwen en alles in oude trant is opgeknapt. Van de Speelmansstraat kan men zeggen, dat zich het Katholieke en het Joodse leven zich daar afspeel den Er is.helaas niets meer van over gebleven! Ik zou zeggen: doorgaan met de leuke oude foto's van vroeger! JRAAR VERKEKEN Wat heb ik me verkeken op het Verlaat. Niet op het huis maar op de leuning. Ik dacht, dat die auto op de foto ook op een brug stond. Wij speelden wel vaak met Jantje Kas- persma. Ook was er nog een Geer tje. Ik dacht: „er liep niet een sloot langs het huis, wel een trambaan. Bezijden de trambaan was de in gang van de Wilhelminabaan. Dan het brugwachtershuis van Van der Noord. Een klein eindje verder waar de Harlingertrekweg een bocht had kwam het grote huis van Vlessing. Later woonde daar een familie Po lak. Dan kwam een pakhuis en daarna een dubbele rij woningen met de achterkant tegen elkaar. Vijf huizen naast elkaar, de middelste drie met een bovenwoning. De hui zen aan de voorkant zagen op de Harlingertrekvaart uit. Die aan de achterkant hadden uitzicht op de Wilhelminabaan. Wij woonden in het eerste bovenhuis. Hadden een groot zijraam op de zolder en ook op de vliering. Door dat zijraam kon je tot Haanstra zien, hoek Willemska de. Daar zat mijn vader vaak tegen de tijd, dat wij thuis moesten ko men. Om te zien of er ook jongens bij waren. Daar vond hij ons nog te jong voor, ook toen ik achttien was. 't Was beter dat ik nog achttien jaar wachtte. Anders werden ze bij Haanstra teruggestuurd, maar toen dacht ik zelf dat ik de leeftijd wel had. Verder woonde daar in dat blok hui zen Rodenhuis, weduwe De Lan ge, Walstra, Jasper, Weber, San- nes, Veenstra, Tjepkema, Van der Meulen, Laffra, Koelstra. Dan kwam een rijtje van drie huizen. Twee ervan werden bewoond door vader en zoon Vonk. Het derde was een winkeltje van Akke Tuinhof. Als schoolmeisje heb ik daar vaak voor mijn moeder boodschappen moeten doen. Dan moest ik altijd naar een spreuk kijken, waar op stond: 'Een andre tijd brengt andre zeden, Van Nelles koffie leert dat u, los ging ze honderd jaar geleden, Men kent er de friese 'verhoudingen en is bereid plaatselijke en provinciale belangen te dienen. alleen in pakjes gaat ze nu." Er is nu een goeie zestig jaar bijge komen. Dan kwamen nog twee hui zen voor de Fortuna. In het eerste woonde Bons, in het tweede Koor- ens. Jacob Koorens vroeg een keer aan mij, Hieke ga je even mee naar de melksalon, want mijn vader en moeke zijn vandaag tegelijk jarig. vervolg op pag. 6 Leeuwarden Ritsko J. van Vliet senior De winkel in steengoed, glas- en kristalwaren van Huisenga, alias Dove Jelle, op de hoek van de Nieuwestad en de Sint Jacobsstraat. "Gaan jou mar weg" zei Jelle vaak, "an jou vekoop ik niet

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1979 | | pagina 4