BOMEN FOETSIE .KLEIN DRAMA
VOOR BEWONERS EMMAKADE
5
Ik hoorde onlangs van een contro
lerend geneesheer van het G.A.K.,
die een bezoek zou brengen aan een
patiënte, ergens in het oosten van de
stad. Hij drukte - beneden - op de
bel en zag op een plaats boven in het
pand het donkere hoofd verschijnen
van een vrouw - kennelijk niet van
de zieke, maar van een gezond
exemplaar. ,,Ik kom voor jufrouw
Die en Die" zei de arts. „Nou, die
is er niet" antwoordde de vrouw,
„mar kanne je het niet met mij
doeeen?"
Er heeft zich in de vorige week een
klein drama voltrokken voor de be
woners van de noordzijde van de
Emmakade: de prachtige rij popu
lieren langs de kade werd gesloopt,
helemaal, van de eerste tot de laatste
boom. Daar hoorden ook de mach
tige bomen, pal voor 't kantoor van
't Kleine Krantsje bij - het is er nu
een kale boel.
De bomen moesten verdwijnen,
omdat er op deze plaats langs het
kanaal diepriolering wordt aange
legd en, meen ik, omdat ze door hun
min of meer horizontale wortelgroei
voor het wegdek niet langer te
handhaven waren; al lang hoorde dit
deel van de Emmakade met al z'n
ribbels en bobbels tot de slechtst
bestrate wegen van de stad.
Ruim tachtig jaar hadden de popu
lieren er over gedaan om te worden
wat ze waren, in nauwelijks meer
dan tachtig tellen lagen ze tegen de
grond. De tijd die de „kappers"
nodig hadden om zo'n boom te doen
sneuvelen schatte ik op een minuut
of vijf, maar er over pratend meteen
van de getuigen van dit macabere
sloopwerk bleek me, dat ze nog
geen drie minuten nodig hadden om
zo'n boom klein te krijgen.
Met een chronometer in de hand had
een bewoner van de Emmakade de
tijd opgenomen, die er verliep tus
sen de eerste handeling van deze
natuurslopers en het moment waar
op het slachtoffer tegen de straatste
nen sloeg: drie minuten precies.
Eerst werd er, met zo'n razende
handzaag, een driehoek uitgezaagd,
waarbij meteen de valrichting van
de boom werd bepaald, daarna
kwam er een horizontale zaagsnede
aan de andere kant van de eerste
inkeping en vervolgens drukte een
auto met zo'n ijzeren „grijparm"
maar even tegen de boom aan en
plof, daar ging ie al. Binnen drie
minuten tegen de grond. Een mooi
stukje vakwerk dat wel.
Ook het verdere opruimingswerk
was in een vloek en een zucht ge
beurd: de zagen zoefden moeiteloos
door de dikste takken heen en
maakten er handzame mootjes van
en die auto veegde in een paar keer
al het kleine gebladerte bij elkaar.
Eigenlijk allemaal boeiend om te
zien, wanneer het niet zo betreu
renswaardig zou zijn.
Hoe geheel anders ging zoiets in
„de goeie ouwe tijd". Weet u het
nog? Dan klom er zo'n houthakker
hoog in de boom om er ergens in de
top een lijn te bevestigen, vervol
Een oeroude foto van de Emmakade met de nog jonge populieren, waarvan de meest linkse al eerder verdwenen. De
bomen recht zijn nu gerooid, tegelijk met hun soortgenoten verderop aan de Emmakade
gens werd met scherpe bijlen de
stam ingekapt, waarbij de hout
splinters je om de oren vlogen en
tenslotte begonnen de houthakkers,
altijd onder geweldige belangstel
ling van het passerend publiek, aan
de lijn te trekken, daarbij vaak nog
geholpen door toevallig aanwezige
jonge kerels die ook verlangden
naar een aandeel in dit sloperswerk.
„Een, twee hup" ging het dan en
dan kon 't met dat hijs- en trekwerk
nog heel lang duren voor zo'n boom
zich eindelijk gewonnen gaf. Onder
groot gejuich trokken de mannen
het gevaarte tenslotte over het dode
punt heen, waarna zo'n reus steu
nend en kreunend tegen de straat
stenen sloeg.
Ook het onvermijdelijke oprui
mingswerk daarna nam dan nog
heel wat tijd in beslag en ik weet niet
meer hoe lang het nog wel duurde
voor zo'n put helemaal was vol
tooid.
Maar nu: drie minuten dus - we
leven in een snelle tijd.
Op heel oude prentbriefkaarten uit
het begin van deze eeuw komen de
nu gesneuvelde bomen van de Em
makade als heel kleine boompjes
voor.
In 1895 is het Nieuwe Kanaal hier
gegraven en we mogen dus wel aan
nemen dat de populieren er direct
zijn geplant, zodat ze de leeftijd van
vier en tachtig jaar hebben bereikt.
Vergis ik me niet, dan is dat nog niet
eens zo'n heel gekke ouderdom
voor een populier.
Het volgende mooie verhaal werd
me aan de stamtafel van een horeca-
etablissement in deze goete stad
verteld. In een zeker, zeer bekend,
café in't hartje van de oude binnen
stad, zat een gezelschapje aan de bar
een borreltje te drinken, terwijl er
iemand nog een rondje gaf. Met de
fles op weg langs de kelken kwam
de ober bij een heer, die z'n glaasje
nog niet helemaal had geleegd.
„Nee, nee" zei de man, toen de
ober op het punt stond bij te schen
ken „doe het er maar naastdaar
bij bedoelend, dat er nog een tweede
glaasje naast het eerste kelkje zou
worden gezet. Maar de ober, altijd
in voor een geintje, reageerde on
middellijk en deed letterlijk wat de
klant had gezegd: hij hield z'n fles
op de kop en goot die leeg naast het
kelkje van meneer
"Doe het er maar naast Jelte"
werd gevraagd
zei de meneer, niet vermoedend, dat de ober letterlijk zou doen, wat er
Weet u wat me opvalt de laatste tijd?
Dat steeds meer automobilisten de
Stopstreep voor „opengedraaide"
bruggen negeren en met hun wagen
oprijden tot het afsluithek. Soms zie
je verkeersproleten, die domweg 'n
hele file wachtenden voorbijrijden
en zich dan schaamteloos er voor
opstellen, pal voor de geopende
brug. Nooit politie te zien natuurlijk
en was dat wel het geval dan is het
nog de vraag, of er iets van wordt
gezegd. Zou het komen, zo vraag ik
me af, doordat er op dit moment in
de hele stad toch maar een verkeers
chaos heerst? Zolang de parkeer
garage op 't Wilhelminaplein nog
niet klaar is, zal 't in de stad wel een
bende blijven, maar daarna? Komt
er dan weer eens wat meer discipli
ne in 't stadsverkeer?