„PIET MAROKKO" ZEVENTIEN JAAR
DE KLOS IN 't VREEMDELINGEN LEGIOEN
STERKE STUKJES
VAN SCHEEPSJONGEN TOT LEGIONNAIRE
47
Piano's en vleugels
te kust en te keur
,,Tremmer wak, tremmer oppe ouwe Barneveld, een tweepieper uut Amsterdam en we lagen die dag in
Duunkerken. ,,Kom" zei ik teugen Piet, de stoker, ,,ik haal even wat sigretten oppe wal. Wa'k mar nooit
op dat idee komen, mar ja, weet alles mar es vooruut. Ik gaan dus de wal op -Piet seit nog: ,,nim oek wat
met voor mij'- en daar raak ik met een stel Singalezen vezeild in een knokpetij. Se krije mie te pakken, se
nimme mie met en sette mie twee flessen champagne voor de neus,,Bon garcon" seggeze, courage" en
se bedude mie, da'k van die champagne drinke mag. Nou, dat doen 'k, ik wud benauwd, ik zeil weg en
ik wud wakker in Algiers. Hadden se mie ronseld voort Vreemdelingen legioen. Fut en daalik prebeerde
ik uut te naaien, mar louw kans vanself. Oek later he'k wel honderd keerprebeerd er tussen uut te kniepen,
mar vegeet het mar. Uuteindelijk is't mie dan toch lukt, mar toen sat ik er al zeventien jaar. Zeventien jaar
met sukke veskrikkingen, dat je se niet love, a'k se je vetel."
Heel lang geleden hadden we al van
zijn bestaan gehoord. Piet Marok
ko. Jazeker, die snuiter was z"n hal
ve leven in Afrika geweest en had er
heel wat beleefd
Bij t horecawezen in de buurt van't
Vliet wisten ze er wel het een en
ander van. En anders wel in t
kroegje van Lampie aan de Ooster
singel.
Maar wie was Piet Marokko pre
cies?
Wat was z'n werkelijke naam?
Niemand, die het wist.
Tenslotte besloten we er toch maar
eens achteraan te gaan. Piet Marok
ko. Interessante zaak.
Na heel veel pijn en moeite kwamen
we er achter, dat hij in de gemeen
telijke registers van Leeuwarden als
„Piet Leij"" staat genoteerd - de
aanduiding Piet Marokko komt daar
'uiteraard niet voor.
Alzo: Piet Leij.
Een nietszeggende naam.
„Piet Leij
„Nooit van hoord" kwam steevast
het antwoord na het laten vallen van
die naam.
„Piet Marokko dan"
BEDOELE JE DIE
„O, bedoele je die. Piet Marokko,
ja, die mut erges Achter de Hoven
woane."
Op naar de Achter de Hoven.
Maar eens horen op "l Kaatsveld:
Daar is wat bedrijvigheid.
„Jazeker" weet daar direct een vi
tale veteraan. „Piet Marokko woant
hier oppe Achter de Hoven in een
van die huuskes die daar vlak bij de
Spoorstraat staan".
BIST NIET WIES
„Bist niet wies" reageert prompt
een ander. „Daar woant ie al lang
niet meer. Hij sit nou inne vierde
•Vegelindwarsstraat bij sien doch
ter inne huus."
Mooi. wij naar de Vierde Vegelin
dwarsstraat dus en daar weten ze
wel degelijk wie Piet Marokko is.
„Mar die sien dochter woant hier
niet. Mutte je twee straten vedder
weze, de Zesde Vegelindwars
straat, vlak bij de hoek".
Twee straten verder.
„Mien vader? Wat mutte je daar
met? Da's een ouwe man. En die
woant hier niet. Die woant an't
Moalenpad. 't Nummer weet ik
niet, want ik kom er noait. Mar de
kezienen van't huus binne blauw,
dat weet ik wel".
De pus er weer in - naar het Molen
pad.
Keus uit twee huizen met wat blau
wigs bij de ramen - nergens de
naam Leij op de deur
Een winkelman op de hoek heeft die
naam Piet Leij nog nooit gehoord.
Maar Piet Marokko - „man, seg
dat dan!" - ja natuurlijk, die woant
daar bij sien stiefdochter in - Ziel-
stra staat er oppe deur."
Tien tellen later stappen we er de
kamer binnen.
De ouwe zeeman-vechtjas ligt er
geveld op een bank.
vervolg op pag. 63
Na twintig jaar weg te zijn geweest,
keerde een Engelschman naar zijn
woonplaats Blackburn terug. Zijne
vrouw, die hem lang dood had ge
waand, was hertrouwd en leefde
met dezen tweeden man gelukkig
tot hij kort geleden stierf. Eene
maand later kwam de zwerver terug
en vond thuis zijne dochter, als kind
verlaten, als eene jonge vrouw te
rug. Hij praatte met haar, toen zijn
vrouw binnenkwam. Zij herkende
hem en viel in zwijm. Toen ze weer
bijkwam werden er verklaringen
gewisseld en eene verzoening volg
de
(1895)
Toen gisteren morgen eene lijkstatie
de Haarlemmerstraat bij de Binnen
Brouw erstraat te Amsterdam pas
seerde, brak plotseling de as van het
rijtuig, dat onmiddellijk de lijkkoets
volgde, met het gevolg, dat het rij
tuig kantelde en de koetsier en de
palfrenier en ook de binnenzittende
drie heeren met het asphalt kennis
maakten. Enkele van de heeren lie
pen daarbij eene kleine verwonding
op. De rouwdragende heeren stap
ten in de andere rijtuigen en daarna
vervolgde de lijkstatie haar weg.
(1899)
Misleid door het onware bericht in
sommige couranten, dat voor 100
centen met het jaartal 1900 en waar
op niet, zoals gewoonlijk, "Ko
ningrijk", maar "Koninkrijk" was
gestempeld een rijksdaalder werd
gegeven, had een inwoner van
Naarden 1100 van die centen bij el
kaar gespaard. Vol moed trok de
verzamelaar met zijn schat naar
Amsterdam, dóch hoe groot was
zijn teleurstelling, toen hij van de
Bank vernam, dat zijn ontzettende
moeite nutteloos was geweest en
zijn heele verzameling niet meer
dan 1100 centen waard was Geluk
kig was het geen arme, maar ie
mand, die het zoete "winstje" in
het geheel niet noodig had.
(1907)
De zevenjarige Pieter Roos te
Zwijndrecht moest schoolblijven.
De onderwijzer echter vergal, dat de
knaap zich nog in school bevond en
ging naar huis. 's Avonds tegen
achten, toen de ouders kwamen in-
formeeren, waar hun zoontje bleef,
herinnerde de onderwijzer zich, dat
de jongen nog in school was. Hierop
werd hij uit zijn gevangenschap
verlost. (1928)
Tel.: 05150-19187,
of: 05154-2312
Kruizebroederstraat 12, SNEEK
Harinxmastraat 27, HEEG