INSTRUCTIES VOOR DE POSTBODES
VAN VOOR HONDERD JAAR
LOLLIGE
JOHANNES
JEUGDHERINNERINGEN
UIT DE DOOS MET SNIEPSNAREN
7
Uit onze grote Doos met Sniepsnaren komt vandaag een curieus dócument, dat op de kop af honderd jaar
geleden ter wereld kwam. Het is een instructieboekje 'voor de postbode'vastgesteld door de toenmalige
minister van Waterstaat, Handel en Nijverheid, G. J. G. Klerck en van kracht geworden op de eerste
januari 1880. Het boekje bevat vijf en twintig artikelen, waaraan de heren postboden zich dienden te
houden, wanneer zij zich bij voortduring verzekerd wilden weten van de goedkeurende blikken hunner
meerderen. Voor ons, precies een eeuw later levend, vormt het boekje een kostelijk stukje lectuur.
Het lijkt verleidelijk alle vijf en
twintig artikelen voor de lezers van
't Kleine Krantsje over te schrijven,
maar dat wordt toch te gek; we zul
len ons beperken door er hier en
daar wat uit te pikken.
"De postboden" zo begint het in
structieboekje, "zijn van eene vaste
aanstelling des Ministers voorzien.
Zij verrigten de dienst ingevolge de
bepaling der tegenwoordige in
structie, onverminderd de bijzon
dere verpligtingen, die hun bij hun
ne benoeming, of ook bij latere
voorschriften worden opgelegd."
"De belooning der postboden" al
dus vervolgt de instructie, "wordt
bij hunne benoeming vastgesteld, in
evenredigheid tot de dienst, die van
hen gevorderd wordt. De belooning
is vatbaar voor vermeerdering of
vermindering tusschentijds, wan
neer de dienst, waarmede zij belast
zijn eene wijziging ondergaat".
Met het afdrukken van de
foto van .Lollige Johannes"
in ons jubileumnummer heb
ben we veel rongen in bewe
ging gebracht - in heel wat
huisgezinnen is dezer dagen
de herinnering aan deze
merkwaardige Leeuwarder
weer eens opgehaald. .Lol
lige Johannes was een apar
te verschijning!"
schreef ons onze abonneede
heer J. Wassenaar uit Har-
li ngen. ..Vrijdags stond hij
op de markt om met harde
stem zijn waren aan te prij
zen. Tussen de bedrijven
door opmerkingen als ..Hé.
moeke, je mutte niet su in die
prumen kniepe!"..De his
torie vermeldt" aldus de
heer Wassenaar. ,,dat Jo
hannes slechts één dag ge
trouwd is geweest. Hoe dat
nou kon? Wel, in de huwe
lijksnacht bleek, dat Lollige
Johannes wel zeven onder
broeken aan had. Dat was
haar te veel. Vandaar'
Over de uitrusting zegt het boekje
het volgende:
"De postboden dragen, tijdens de
uitvoering hunner dienst, eene uni-
formkleeding, benevens op de lin
kerborst eene plaat, voorts eene
tasch tot berging van de postpaket-
ten, brieven en verdere stukken.
Een en ander wordt hun van Rijks
wege kosteloos verstrekt
De postboden zorgen dat de aan hen
verstrekte uniformkleeding, plaat
en tasch steeds in zindelijken netten
staat verkeeren.
ONREINHEID
Onreinheid of slordigheid, het niet
behoorlijk in 'uniform gekleed, en
het niet voorzien zijn van tasch en
plaat worden met boete of bij her
haling met schorsing gestraft."
En hoe dienden de postboden anno
1880 hun werk te verrichten'? Wel,
zo:
"De postboden verrigten hunne
dienst op de wijze als hun wordt
voorgeschreven.
Zij begeven zich dadelijk, na het
ontvangen der paketten, op reis,
zonder zich ergens buiten noodza
kelijkheid op te houden, en volgen
in hunnen loop den weg, die hun is
aangewezen. Zij besteden daartoe
niet meer dan den gestelden tijd en
houden zich stiptelijk aan de vastge-
stelden uren van vertrek en aan
komst. Ter plaatse van bestemming
aangekomen, begeven zij zich al
lereerst naar het kantoor tot het af
geven der brieven of pakketten.
Indien de hun voorgeschreven weg
gestremd is, volgen de postboden
den naasten weg die open is, zonder
deswege eene verhoogde belooning
te kunnen vorderen, terzij de om
weg, die zij verpligt zijn te maken,
meer dan een half uur gaans be
draagt."
LOOPPAS
Belangrijk voor de postboden van
toen was de zogenaamde looppas,
die zij meekregen Bij het dagelijkse
vertrek van hun kantoor.
"De postboden ontvangen bij hun
vertrek eene looppas, waarop op elk
kantoor dat zij aandoen zoowel het
getal der door hen afgegeven en aan
hen ter hand gestelde pakketten als
de- uren van aankomst en vertrek
met naauwkeurigheid worden inge
vuld. Die looppas blijft na volbragte
reis op het kant oor berusten."
En o wee, als er vertragingen in de
bestelling ontstonden.
"Elke vertraging in de overeen
komst van vijf minuten of meer, bo
ven den tijd, die voor de uitvoering
toegestaan is, wordt op de looppas
aangeteekend. Die vertragingen
worden met het einde der maand op
eenen verzameistaat geteld en daar
op eene boete toegepast naar even
redigheid van een gulden en twintig
cents per uur. Die boete wordt op de
bezoldiging der postboden inge
houden
Vanzelfsprekend waren de postbo-
I den verantwoordelijk voor de aan
hen lqeyertrpuvyde; past
"De postboden zijn verantwoorde
lijk voor de pakketten, die volgens
de looppas aan hen zijn ter hand
gesteld.
Zij zijn verpligt toe te zien dat het
geen zij ontvangen daarmede over
eenstemt en dat hetgeen zij afgeven
op de pas worde afgeteekend.
Voor elk door onachtzaamheid ver
geten of verloren pakket wordt, ook
dan wanneer het teregt komt, aan
hen eene boete van drie gulden, be
halve de kosten van het nazenden
per expresse, opgelegd en op hunne
belooning ingehouden.
Indien het pakket niet binnen twee
maal vier en twintig uren teregt
komt, bedraagt de boete tien gul
den. onverminderd hunne aanspa-
kelijkheid voor de gevolgen der
vermissing. Herhaalde verzuimen
van dien aard worden met schorsing
in de dienst of ontslag, naar bevind
van zaken, gestraft.
Op verkeerde of verzuimde afgifte
van paketten wordt mede eene boete
van 3 gesteld.
Verkeerde of verzuimde bestelling
van brieven wordt met eene boete,
of bij herhaling, met schorsing of
ontslag uit de dienst gestraft. Indien
hun onderweg door de ingezetenen
brieven ter verdere verzending wor
den ter hand gesteld, belasten zij
zich met de bezorging daarvan op de
naastbij gelegen postinrigting."
ONREGELMATIGHEDEN
Onregelmatigheden, het spreekt
vanzelf, konden ook toen al niet
worden getolereerd.
"De postboden, die zich schuldig
maken aan de onwettige invorde
ring van porten, het medenemen of
bestellen van brieven, nieuwspa
pieren en verder gedrukte stukken
voor eigen rekening, of anders dan
ten behoeve en op last van de post
administratie, worden, buiten en
behalve de toepassing der bij de
wetten bepaalde straffen, naar be
vind van zaken, zonder genot van
belooning in hunne betrekking ge
schorst of uit de dienst ontslagen."
Beleefdheid, ondergeschiktheid en
dienstvaardigheid - dat waren za
ken, waaraan in die goeie ouwe tijd
nog waarde werd gehecht. Kijk
maar:
"De postboden zijn verpligt de
ambtenaren van de post- en hulp
kantoren, die zij bezoeken, met on
dergeschiktheid en dienstvaardig
heid, in alles wat de dienst betreft,
te bejegenen; hen in hunne betrek
king te erkennen en de orders op te
volgen, die zij van hen ontvangen.
Elke dienstweigering of verzet te
gen de orders hunner meerderen in
rang, gelijk mede alle misbruik van
sterken drank, wordt voor de eerste
keer met eene schorsing, en voor de
tweede keer met ontslag uit de
dienst gestraft.
Teuen het publiek nemen de post
boden de meeste beleefdheid en be
scheidenheid in acht."
GEHEIMHOUDING
Tenslotte de geheimhouding, een
belangrijke zaak voor de post door
alle jaren heen.
"Eene laatste aanbeveling, maar
daarom .niet de minst gewigtige,
betreft de geheimhouding.
Gedachtig aan den eed, dien zij
daaromtrent bij de aanvaarding
hunner functiën hebben afgelegd,
worden de postboden aangemaand
om al wat het geheim der briefwis
seling betreft, stipt in acht te nemen.
Zij zullen niemand eenige mede-
deeling doen ten aanzien van de
brieven, briefkaarten en andere
stukken, die zij te bestellen hebben,
noch ook eenige andere opgave aan
wie ook verstrekken, die aan de on
schendbaarheid der briefwisseling,
in den ruimsten zin genomen, zou
kunnen te kort doen. Kennisneming
van den inhoud van briefkaarten,
die zij te bestellen hebben, is uit
drukkelijk verboden. Zij mogen al
leen kennis nemen van het adres.
ONTSLAG
Ontdekking van misbruiken, die
door de postboden worden ge
maakt, van hetgeen zij in hunne be
trekking te weten komen en voor
geheimhouding bestemd is, wordt
met schorsing of ontslag uit de
dienst gestraft."
Aldus deze nog steeds lezenswaar
dige instructies voor de heren post
bodes van voor honderd jaar-stel je
voor, dat het bij de grootgeworden
PTT nu nog steeds zo ging
vervolg van pag. 3
op het volgende rapport een 10!
Bij meester Brommer (Engels),
deed ik wel mijn best. Dit vond ik
leuke lessen, 't Werd ook gewaar
deerd, want lager dan een 8 op mijn
rapport kwam er nooit. Gewoon re
kenen lag me niet, wel het handels-
rekenen, dat vond ik wel leuk, een 7
was dan ook meestal de honorering.
In de winter moesten voor het laat
ste lesuur de lampen aan (gloei
kousjes). Men had hiervoor een
lange jongen nodig en dat was My-
lius, een jongere broer van de latere
Frisia keeper, Siep Mylius. Wij
waren wat jaloers op hem omdat hij
dan geen lessen hoefde te volgen. Ik
had de.eerste.winter ook een baantje
buiten de deur. Voorde natuurkun
deles moest ik bij de Ooster-
grachtswal met een thermometer de
temperatuur in het water opnemen.
Ik deed er mijn tijd over en zag
meestal kans bij de groentehandel
van Fahner aan de gracht een appel
tje mee te pikken.
ATLETIEK
In die tijd hadden we ook een klein
clubje jongens om aan atletiek te
doen. Dit waren o.a. Jaap Kooi,
Max Wartena (die woonde bij de
dames van Jamin in de Schrans,
Dick v. d. Pol en Ype v. d. Zee.
Mijn geliefde nummer was het ver
springen, waar ik eens zes meter
mee heb gehaald. Maai het als met
alles, ik zette niets door en zag al
leen de lol van het te doen. Zo weet
ik nog, dat later onze zeer populaire
Antoon Dalhuysen mij ontdekte als
een zeer snelle rechtsbuiten. Daar
was wel wat van te maken. Ik trots,
maar ondanks dat ik mee mocht
trainen met de groten (we werden
getraind op de baan door o.a. Karei
Kauffman, Apie Groen, E. J. Bul
der en de Haas van Be Quick) werd
het niets. Mijn hoogste elftal is ge
weest bij Frisia het tweede (een keer
in Sneek tegen Black Boys), verder
altijd in het derde en het vierde. Wel
was ik een keer samen met Moos de
Metz invaller in het eerste en wel
tegen Sneek. Moos mocht invallen,
omdat hij robuster was dan ik en dal
hadden ze nodig.