LOLLIGE HANNES AAN'T UITDELEN osma 'ET KNIEM VAN LYTSE PIETER JEUGDHERINNERINGEN WILSON GLENNY 9 VOOR ONZE LA ND VERDEDIGERS Sticfou SeletteniHoeK Btc. 'Pfóiifi Aeott^mdt Pvi 1*. OSKO-4S7S "Re&lame. atelier "PTulifc Aeo*tAandt Ttyoutcval 27 öteteruvolele lei. 05160-3679 vervolg van pag. 3 de ingang een kelner, Theo maar die kende ik heel goed, hij was een zwager van Bote Spandauw, ge trouwd met een oudere zuster van Bote. Dan was de zaak gepiept want die keek net dan een andere kant op en wij waren binnen. Eens zijn we door het woonhuis van de familie Schaaf, waarvan de ingang in de Sacrementstraat was, gerend. Nico had aangebeld en toen er werd open gedaan zijn we snel de gang in ge rend en kwamen achter het toneel en dan de zaal in. Dat waren gezellige tijden, wij kwamen binnen als er al een vrolijke stemming heerste. Schaaf had altijd permissie tot twee uur en dat werd vaak later, ondanks het feit, dat commissaris Wesser wel eens kwam kijken. Eens en dat was niet met Nico, had den we een leuk feestje in Schaaf, waarbij een Oberbayer orkest speelde. Knapen die bier dronken uit tonnetjes, en dat vele malen. Wij waren eerst even bij Sip Castelein geweest, maar daar was bij wijze van uitzondering niets aan. Bij het ploegje, dat daar was gebleven, be hoorde Hielke Dijkstra. Vanuit Schaaf heb ik toen gebeld naar Hielke en gevraagd of zij ook naar Schaaf wilden komen, daar was het groot feest. Een half uurtje later kwamen ze hossend binnen en was het feest compleet. NOG NIET NAAR HUIS Waarvoor het feest werd gegeven weet ik niet meer. Wel, dat wij om een uur of vijf in de ochtend op straat stonden en nog niet naar huis wilden. Een klein groepje, waarvan ik nog enkele namen weet nl. Piet Schaaf (róoie Piet), Harm Edinga, Bennie Postma, Han Schreuder en ik zei de gek. We zijn in de Grote Kerkstraat beland, daar stond ook het gymnastieklokaal waar Brinio tumde. Harm wist een manier om daar binnen te komen en dat lukte ook nog. Behalve ik, omdat ik met een stok liep vanwege een zg. knietje, gingen de jongens aan de toestellen "werken" onder veel ka baal. Na een poosje ben ik door een achterraam naar buiten geklommen, liep om het gebouw heen en zag een grote agent bij de voordeur staan. Hij zag mij en vroeg, "hore jou daarbinnen oek lawaai? Ik net doen of ik luisterde en zei, "nou je het zegge agent ja". Toen liep ik om en wilde de knapen waarschuwen. Doch dit was niet nodig, want hij had ontdekt, dat de voordeur los was. Even later kwamen de herrie makers naar buiten. Harm legde de agent uit dat ze aan het oefenen wa ren geweest, wat hij niet geloofde, maar omdat er niets was vernield mochten wij gaan. Op de Nieuwstad kwam ook Piet Schaaf zich weer bij ons voegen. Hij was gevlucht nadat hij een poosje in een kolenhok had gezeten, dat kon je ook wel zien. Na wat gebral kwam er weer een agent, kleine politie van de Werf. We moesten stil zijn en geen burenge rucht veroorzaken. Het beste was, zei hij, dat wanneer we niet naar huis wilden, we de stad maar uit moesten en hij bracht ons tot over de Vrouwenpoortsbrug de weg naar Stiens op. Bij de "Bontekoe" stopten wij en liepen we de speel tuin, die open was in. Daar draaiden we in de draaimolen en schommelen natuurlijk. Een van ons, ik weet niet meer wie, had een kippenhok open gezet en de kippen naar buiten, met veel gekrijs. Opeens stond daar de heer Oele, de eigenaar, in de tuin. HE, SNOTNEUZEN "Hé, snotneuzen, wat mut dat?" was zijn welkomstgroet. We waren wat rustiger geworden en legden hem uit hoe wij hier verzeild waren geraakt. Hij begreep e.e.a. wel en had gezien, dat er niets was ver nield. "Jimme mutte mar een zure hering heffe en dan naar hüs". Zo gezegd en gedaan. Op weg naar huis, het was inmiddels acht uur hebben wij nog even een serenade gebracht aan de heer Deinema, het hoofd van de handels H.B.S., waar Bennie wijsheid trachte te verza melen. Maar toen was de fut eruit en ging een ieder zijn weegs. Mijn moeder en broers waren nog niet op en heel gewoon heb ik toen de on- bijtboel klaar gezet. Toen mijn moederbeneden kwam zei ze, "dou bist al vroeg op Uulke. "Maar ik moest weer weg, want om elf uur moesten wij met het derde voetbal len tegen Stanfries. Toen wij een poosje hadden gespeeld hoorden we op de tribune een geschreeuw. Even stoppen wat dat was en de dader was Et gezin waar lytse Pieter bij hoorde kwam ute contreien van Arum. Een hoop jonges op Werkmanslust wis ten eigenlik niet eens goed waar et lag Pieter en Tjitske met hun vier kienders waren op een goeie dag op een van de streekjes van Werk manslust kommen te wonen. Lytse Pieter noemde zien vader heit en zien moeke mem. Hij was de enige jonge die dat deed op Werkmanslust De vader van lytse Pieter hiete zelf oek Pieter en zo kwam et dat ie zien zeun vanaf zien geboorte lytse Pie ter noemde en toen de jonges van Werkmanslust dat hoorden noem den ze hem oek lytse Pieter. Zo zat dat. De vader van lytse Pieter was van beroep landarbeider en hij was met zien gezin naar Leeuwadden komen omdat ie nou bij de gemeente werkte as tuunman. Et was in die dagen zo dat een groot antal arbeidersgezinnen inne bleek of achter et huus een kniene- hok hadden. Overal waar je kwam op Werk manslust, oppe Landbuurt, Achter Tulpenburg, oppet Vliet, inne Hout straat, oppet Cambuursterpad, ja noem maar op, overal in de arbei dersbuurten waren meensen die knienen hadden. Grieze, witte en zwatte knabbelaars die de godganse dag zowat niks anders deden dan vrete. Broodkusten, lof van wuttels en wuttels, peerdebloembladden gongen der in as koek. Ze vratten en ze knabbelden en wudden vetter en vetter. En dat was oek de bedoeling want met de kerstdagen hadden de meen sen graag een lekker stoofke gebra- dentsje in de panne. Dat was in die tied een niet te versmaden stukje vlees. Zo kwam et dat ze bij lytse Pieter oek knienen hadden. Een zwatte en ne n witte. Pieter zien vader was oppen dag tuuskomen met een doos achter op pe fiets. Een skunedoos. En in die skunedoos zatten twee kleine knientsjes. En toen had heit teugen zien lytse Pieter zeid, wuustou wel zon knientsje hewwe. Lytse Pieter had zien heit ankeken metten gezicht dat glom van blied- skap. Och wat was die jonge blied. Ja graag heit. Nou dat is dan af sproken, welke wuust dan hewwe? Die witte graag. Van buurman Jaspers, die vier hu- zen vedder woonde, kreeg vader een oud, maar toch nog goed te gebru- ken knienehok. Vader had nog wat groene verf en et knienehok kreeg een groen kleurke. Et leek, om zo te zeggen wel een nij knienehok. En vanaf die tied was lytse Pieter dageliks inne weer om voer voor de beide knientsjes te zoeken. Zodra de Tuuntsjeskool uut gong liep lytse Pieter ze had as ie kon naar huus om naar zien knien te kie ken. En dan derop uut metten ouwe zak ennen oud mes, want dat had den je nodig voor et afsnijen van de peerdebloembladden De beide knientsjes groeiden en groeiden en wudden vetter en vet ter. Op zaterdagmiddag wudde et hok skoonmaakt. Dat deed heit ai ded. Dan kwam er nij strooi in. En lytse Pieter mocht zien heit daar met hel- pe. Zal ik dit even doen heit, vroeg ie dan. Inne tied dat et hok skoon maakt wudde mochten de knienen even inne bleek rondhippe en van zelf nam Pieter zien witte wel even inne armen ommem zachjes te aai en.. En zo kwam de zeumer. En de zeumer gong voorbij en de herfst kwam met zien roezige wien en kletterende regen. Et was al december en ze hadden op Werkmanslust een Sunteneklaas- feest had oppe bovenzaal van de koperatieve winkel. Maar dat was oek al weer verleden tied en guster ston zien heit met buurman de Haan te praten en ze hadden et over de kommende kerstdagen. Buurman de Haan had oek een paar knienen, grieze waren dat. En lytse Pieter hoorde zien heit teugen buurman de Haan zeggen dat ie de knienen mette kerstdagen oppe tafel brenge zu. Dat betekende dat de beide knienen slacht wudde zuden. Dat betekende et doodvonnis over de zwatte en de witte. Waarom deden de meensen dat? Waarom mochten die lieve beesten niet leven blieve. Ja, ze deden et overal. Honderden en honderden knienen verdwenen in die dagen ute hokken en kwammen mette kerstdagen in gebraden toestand oppe tafel. En lytse Pieter kon et allemaal niet verwerke. Hij kon der soms niet fan in slaap komme. Intussen merkten de zwatte en de witte niks van de donkere wolken die hun knieneleven bedreigden. Ze knabbelden even gretig an hun voer as altied. Tot twee dagen voor kerstmis. Et hok was leeg Buurman de Haan wist er meer van en de dag voor kerstmis bracht ie twee panklare knienen bij de moeke van lytse Pieter. Dat waren de zwatte en de witte want buurman de Haan deed er een zwat ennen wit knienevel bij. De grotere broer en zien zuster smakten nou al innet vooruutzicht van twee dagen achter mekaar een lekker gebraden knieneboutsje op hun etensbod te krijen. En lytse Pieter? Lytse Pieter zat oppe bank die op ziede vannet keukenraam teugen de haag ston. Met zien jas an en de iesmuts op zien hoofd zat ie daar met de ogen vol tranen. Zo zat ie zien verdriet te verwerken totdat zien mem bij em kwam. Ze beloofde dat ie een nij knientsje kreeg. Wudt dat dan niet weer doodmaakt en opeten met kerstmis? vroeg ie. Toen ze op de eerste kerstdag met mekaar omme tafel zatten zette va der de panne op tafel en even later zatten ze te kluven en te smakken en hun vingers af te likken. Behalve lytse Pieter want die kon gien hap deur zien keel krije op die kerstdag tiedens de eerste wereld oorlog. Bart van der Weerdt Han Schreuder. Hij was op de tribu ne gaan zitten en in slaap gevallen, had misschien gedroomd en was schreeuwend wakker geworden. Ik weet niet meer wie er heeft gewon nen, waarschijnlijk Stanfries, want wij wonnen niet zo vaak. 't Was in alle geval weer een knap avontuur geweest. vervolg van pag. 5 "De heer Rinsema", zo wist de heer L. Pot te Hilversum te vertel len, "was familie van Lollige Jo hannes. Samen stonden ze altijd met een snoepdis op de Leeuwarder kermis tegenover het Gerechtsge bouw. Zelf ben ik geboren op de Nieuweburen en iets bijzonders is nog wel, dat Lollige Hannes daar onze huisbaas was". "Als we naar catechisatie gingen in de Noorderkerk bij dr. Van Es, be steedden we de helft of nog meer Van bitterbal tot galabal, bij ons wordt internationaal gekookt en soms nog verder! Catt RMturaat 'l Wapea va a Oastslelliagwerf v/h Halm» OosftrwoldMweg 5 Oktabflrkoop T»Moon 05104 - 300 ROB BN JANNEN! OBEE van de paar centendie we van onze ouders meegekregen hadden en die bestemd waren voor het Zendings busje, in de fruit- en snoepwinkel van Lollige Johannes", bekende nu, zoveel jaar later, de heer Theun de Vries te Zwolle en hij voegde er aan toe: "Er zal wel niet veel in die bus zijn gekomen Mevrouw Tj. Kroon-Wielinga te Amsterdam, zag, toen zij 't Kleine Krantsje ontving, als zovelen, di rect dat dit het huis van Lollige Johannes was. "Ik ben al 25 jaar uit Leeuwarden vandaan (helaas), maar als kind kwam ik er wel eens langs. Mijn grootmoeder liep er met een grote boog omheen, want Lolli ge Johannes prees zijn kwattarepen zó aan, dat je ze dan wel moest kopen!" Een heel bijzondere herinnering aan de Lollige had mevrouw G. Fazzi- de Jonge te Leeuwarden, die haar jeugd in de omgeving van het afge beelde pand heeft doorgebracht. "In 1940" zo schreef zij ons, "la gen in de bewaarschool aan de Nieuweburen onze Hollandse sol daten. Kort voor de Duitsers kwa men vertrokken onze "jongens". De bewoners van de Nieuweburen zwaaiden ze uit. Plotseling ver scheen daar Lollige Johannes en be gon chocolade en sinaasappels uit te delen aan onze verdedigers, die zich daarna achter de Afsluitdijk terug trokken. Deze vriendelijke geste van de man, over wie soms minder aangename verhalen de ronde de den, is mij altijd bijgebleven". JUF SLOTJE "De foto van de prijsvraag kwam mij direct zo bekend voor omdat ik daar in mijn prille jeugd dagelijks enige malen langs kwam", vertelde ons de heer Joh. de Jong te Leeu warden. "Ik ging namelijk op wat men toen noemde de Gemeentelijke Bewaarschool aan de Nieuweburen. Het hoofd van deze school was Juf Slotje, zoals ze door ons werd ge noemd. Officieel heette zij me vrouw Singelsma-Slotje en zij woonde aan de Westerkade. Het moet mij nog van het hart, dat ik deze prijsvraag zo geweldig vind. Het is iedere keer weer een feest der herkenning!" En met dit laatste zullen heel velen, getuige hun enthousiaste reacties het eens zijn, veronderstellen we. Tenslotte de winnaar van de drie antieke afbeeldingen van Leeuwar den. Het werd mevrouw N. Bom- Munsterman, Barent Fockesstraat 1 te Leeuwarden. Kostuums van hoogwaardige kwoMeit LLËLWATO6N-ASSEM

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1980 | | pagina 9