HERINNERINGEN AAN ONVERGETELIJKE
JONGENSJAREN
'T KLEINE
KRAHTSJE
3
zo'n beetje het huishouden. Geluk
kig herstelde mijn moeder voorlo
pig voorspoedig.
wordt vervolgd
voor Leeuwarden en de wij
de wereld er omheen
Een uitgave van Fenno
Schoustra's Publiciteits-
kantoor.
Verschijnt eenmaal in de
veertien dagen.
Redactie, Administratie en
Advertentieafdeling:
Vredeman de Vriesstraat 1
8921 BP Leeuwarden.
Telefoon (05100) 20302
Postgiro 98 10 62
Bank: Rabobank
Geopend:van dinsdag tot
en met donderdag, uit
sluitend 's morgens van 9
tot 12 uur.
's Middags en van vrijdag
tot en met maandag ge
sloten.
Abonnementsprijs:
voor Nederland f 22,50 per
jaar; voor het buitenland:
40,00 per jaar.
Losse nummers: afgehaald
1.25 per stuk. Per giro be
steld: 2.00 voor 1 ex.,
3.50 voor 2 ex., 5.00
voor 3 ex.
Het lidmaatschap van 't
Kleine Krantsje is alleen
mogelijk voor lezers, die
akkoord gaan met de be
paling, dat het abonne
mentsgeld vooruit moet
worden voldaan.
Op de 1e februari dient het
abonnementsgeld voor het—
dan lopende jaar të zijn
betaald.
Geschenk-abonnementen
en abonnementen van le
zers in het buitenland
moeten op de 31e decem
ber van het voorafgaande
jaar zijn betaald.
Lezers, die zich niet telefo
nisch of schriftelijk, maar
per giro-overschrijving als
abonnee aanmelden, wor
den verzocht op het giro
strookje te vermelden:
Nieuwe abonnee.
Abonnees, die zijn ver
huisd, dienen er op te letten,
dat hun giro-overschrij-
vingskaart het nieuwe adres
vermeldt - het oude adres
moet worden doorgehaald.
Wie het abonnementsgeld
voor een ander betaalt,
dient duidelijk de naam en
het adres te vermelden van
de abonnee, voor wie wordt
betaald.
Adreswijzigingen moeten
minstens 10 dagen voor het
verhuizen worden doorge
geven.
Abonnementen, die niet
voor 1 december zijn opge
zegd, worden automatisch
verlengd.
j
ZONDER WERK
Deze en nog veel meer lolletjes zijn
mijn wapenfeiten in dienst. En als
met alles, eens komt er een eind aan
de koek. Begin april '31 was het le
ger van mij verlost en kon ik weer
m'n witte jas aantrekken bij de fa.
Pot. Hier gingen, volop crisisjaren,
de zaken niet zo best. De heer Pot
Dit is het vervolg van de jeugdher
inneringen van onze abonnee, de
heer U. Wassenaar te Voorburg.
wilde de alleenverkoop van koek-
waren van de Fa. Paul Keyzer te
Den Haag. Ik zou dan de boer op
moeten met een mooie driewieler en
trachten in Leeuwarden en daar
buiten deze artikelen te verkopen.
Dit heb ik maar even gedaan met
een droevig resultaat.
Op een zaterdagmiddag reed ik door
de Lijsterstraat, in de deuropening
van de schilderswerkplaats stond
Brinkman jr. (Hannes). Ik stopte,
want moeder Brinkman was ook een
klant van Pot. Johan vroeg hoe het
ging met de handel. "Slecht" was
mijn antwoord. Toen zei Johan,
"kanstdou niet een bitsje schildere,
Ule?" Ik van de fiets af: "dat weet
ik niet, maar ik wil het best probe
ren".
EEN NIJE SCHILDER
Wij naar boven en voor het cylin-
derbureau in de huiskamer zat baas
Piet Brinkman. "Pa ik hef een nije
schilder". Brinkman keek me aan
van boven zijn brilletje en lachte.
"Dou bist toch knidenier Ule". Ik
zei, "als u werk voor mij heeft, dan
niet meer". Enfin we werden het
eens, ik moest een streek huizen in
de Mozartstraat sauzen, als loon
kreeg ik 12,50 in de week. Maan
dag beginnen en op kosten van
Brinkman mocht ik een overall ko
pen bij Wint Houwen in de Ooster
straat.
Ik met de negosie naar de heer Pot
en hem gezegd, dat ik er mee op
hield. Hij eerst kwaad, maar na een
poosje praten kon hij het wel begrij
pen en ik was kruidenier af. Thuis
keken ze wel even raar op, maar ik
was oud en wijs genoeg volgens
mijn ouders om te doen wat ik wil
de. 't Eerste klopte, 't tweede moest
ik zelf bewijzen.
Nog even vlug de overall gekocht en
maandagmorgen op karwei. De
knechten bij Brinkman keken er wel
even van op, ze kenden mij. Ik
voelde mij direct thuis, daar had ik
toch nooit moeite mee en hun grap
pen nam ik. De baas van de jongens
was Max van Gelder, dan was er
Simon (die heel lang bij Brinkman
is geweest, De Vries (de behanger),
nog een wiens naam ik niet meer
weet en Henkie. Een jong knulletje,
die heel mooi kon zingen en dat dan
ook veel en graag deed.
Op het werk kreeg ik een heel grote
kwast in m'n handen geduwd en een
emmer met een grijs-bruine smur
rie. Al het nieuwe blanke hout
moest ik daar mee insmeren. Ik aan
het werk. Door die grote kwast en
doordat het spul dun was spatte ik
nogal, doch dat was niet erg, er was
nog niets geschilderd of behangen.
SIGAARKE
Toen ik dit een weekje had gedaan
en mijn eerste loon van baas Piet
had ontvangen, met een sigaarke,
kwam Max mij op maandag vertel
len, dat ik dit werk moest aanne
men. Hij zei, dat ik vijfhuizen voor
27,50 moest aannemen en dit in
een week. Wist ik veel en ik zei het
tegen baas Brinkman. Die lachte
eerst wat en zei "hoe wust dat doen
jong". Ja dat wist ik ook niet maar
ik mocht het proberen.
Max maakte een heel grote kwast,
"Pa" zei Hannes Brinkman, "wij
hewwe een nije schilder
meer een bezem voor mij en ik aan
het schreppen. Geweldig ging dat,
alleen zat er evenveel op de muren
als op m'n overall, 't Ging goed,
totdat ik in de huizen kwam, waar
de stucadoor al bezig was en de
gangen al gewit waren. Mensen,
wat heb ik een ruzie met die mannen
gehad, ze konden de gangen ge-
De heer Piet Brinkman en zijn vrouw in de bloemetjes. De foto is gemaakt in de tijd, toen Ule Wassenaar zich met
verven en behangen voor het bedrijf verdienstelijk maakte.
Begin winter 1931 zat het werk bij
Brinkman erop en was ik voor het
eerst zonder werk, niet lang, maar
veertien dagen. Wij waren intussen
weer eens verhuisd en woonden nu
in de Ferdinand Bolstraat. In die
twee weken ben ik nog een paar keer
met Anton Dalhuysen mee geweest
naar Joure, waar hij de voetbalver
eniging "De Kooi" trainde.
Inmiddels was mijn moeder ziek
geworden, de gevreesde ziekte en
hieraan werd ze geopereerd. Mijn
vader werkte in Meppel. Ik deed
Het schildersbedrijf van Brinkman in de Lijsterstraat met links de zoon van
de oprichter, wijlen de heer Hannes Brinkman.
woon weer overwitten. Maar ik
klaarde het werk en kon 27,50
vangen, kassa.
Later mocht ik ook de vloeren in de
gang verven. Daarbij heb ik nog
eens ruzie gehad met een agent van
politie die erin moest, omdat hij
daar kwam wonen, 't Is jammer,
maar zijn naam weet ik niet meer,
maar hij woonde ergens in de Ve-
gelinstraten. Het liep goed af want
de bouwer, Kolk, kwam erbij en zei
hem, dat hij maar achterom moest
gaan, want de boel moest eerst
droog.
BEHANGEN
Toen het schilderwerk voor mij was
gedaan, mocht ik met De Vries op
pad om te behangen. Ik insmeren,
afknippen en De Vries behangen.
Overéén woning deden we een dag.
Na een week bleef mijn overall uit
zich zelf stijf staan van de stijfsel als
ik hem uittrok. Tegen de herfst was
het werk daar gedaan en mocht ik
met Max op pad bij een particulier
op de Spanjaardslaan. Hij zou me
leren afbranden. Nou, ik dacht dat
ik dit wel kon. De lamp niet stil
houden en gelijk schrappen, 't Ging
even goed en ik kreeg er lol in, maar
dit duurde niet lang. Op een mo
ment rook ik een brandlucht en ja
hoor, dwars door de keukendeur
heen. Leiden in last, tot de baas eens
kwam kijken. Hij heeft me toen
maar meegenomen en ik moest in de
Schrans aan het werkt Daar had hij
ook een kampke huizen die gesausd
moesten worden. Dat ging beter,
totdat ook hier iets mis ging.
Het hoekhuis was een beetje typisch
gebouwd. Ik wist er nieg goed weg
mee en begon maar van boven af.
Veel balken en glad hout. 't Schoot
lekker op. Opeens kwam Spandaw,
die de huizen bouwde, de trap op.
,,Zo schilder ju schiete al lekker op,
hé". ,,Ja meneer Spandaw 't is zo
gebeurd en hel Zit er goed op", was
mijn antwoord. ,,Ja, maar dien baas
zal 't niet zo mooi viene, dit is een
zolder en die mut blank blieve".
Spandaw af.
Daar stond ik, wat nou! En ja hoor,
ik stond onder aan de trap op hem te
wachten en kreeg mijn geld. Hij
naar boven en opeens hoorde ik hem
razen. Ik smeerde hem snel.
Maandag daarop ben ik met klop
pend hart toch maar weer gegaan en
gelukkig bleek het mee te vallen.
GEVOCHTEN
Het hoefde er niet af en ook niet
worden overgeschilderd, alleen de
saus en het werk was zonde. In een
ander huis, ook in de Schrans heb ik
eens met een knaap gevochten. Dit
kwam zo. In de achtertuin van dat
huis liep een jongen. Ik kende hem
niet en vroeg, „wat mutte jou
hier?" „Ik mag hier komen want
mijn vader (Spandaw) bouwt deze
huizen". Ik zei: „dat liege jou,
want ik kan de zoon van Spandaw
wel en dat binnejou niet". Hij hield
vol en toen op de vuist. Na een
beetje heen en weergekleun hielden
wij op en wat bleek? Pa Spandaw
was voorde tweede keer getrouwd.
Over dit huwelijk ging een leuk ver
haal. Baas Spandaw bouwde ook
aan Achter de Hoven, mooie grote
herenhuizen. Op een dag stond een
dame naar een bijna gereed zijnde
woning te kijken. Spandaw stapte
op haar af en zei, „een mooi huis
nietwaar mevrouw". De dame be
aamde dit en vroeg, wat zo'n huis
nu kostte. Spandaw noemde de prijs
en zei, ,,U kunt het kopen met de
bouwererbij". Om kort te gaan, ze
zijn getrouwd en inderdaad in het
huis gaan wonen. Of 't waar is weet
ik niet, maar het blijft een leuk ver
haal.