Friesland Bank Uw eigen bank Lezers TUUNTSJESKOOL Graag een reactie op het Ingezonden stukje van Jannie Selijn-Kolk over de Tuuntsjekool. Ik was verheugd daarover iets te lezen. Jannie noem de enkele namen en ik herinner ze me op een na. Ida de Bruin moet waarschijnlijk Ida Bruinsma"wezen Verder zaten ook nog in onze klas van meester Dijkema: Zwaantje Smid, Henderica Huizinga, Greta Marsman, Sietske Soepboer, Sip van der Weide, Willem de Hoop, Sampie Simons, Bouke van der Gaast, Bouwe de Vries en Bouwe Heidanus. De naam Aukje de Vries spreekt mij nog aan; dat was vroeger mijn favoriete. Ik ving vaak visjes voor haar vaders aquarium. Misschien kan ze zich mij nog herinneren. Ik hoop nog iets terug te horen Zaandam Jochum v. d. Woude JEUGDHERINNERINGEN Alle Leeuwarders van omstreeks zijn leeftijd zullen met veel genoe gen de artikelen lezen van "Uults- je" Wassenaar, voor wiens sterk geheugen ik alle bewondering heb. Gemakshalve zal ik hem hier verder maar "U.W." noemen. Wij bezochten waarschijnlijk tege lijkertijd school 13; ik kwam echter al direct na de opening daarvan in 1917 in de eerste klas terecht. U.W. zat in het beneden-gedeelte (hoofd; K. van der Schaaf, niet Schaafsma) en ik in het bovengedeelte, hoofd in die tijd; G. Steegstra. De heer Van der Schaaf droeg nooit anders dan grijze pakken en overhemden met een puntboord; hij kwam op een hoge statige fiets van de Emmakade waar hij woonde naar school. Zijn collega Steegstra daar entegen was veel vlotter gekleed en reed dagelijks op een lage Franse sportfiets van de Elisabethstraat naar de Van Sytzemastraat. De laat ste jaren woonde de heer Steegstra bij zijn zoon Dries, een huisarts in Amsterdam. Zij en de andere leerkrachten zoals Jan en Piet van Kuik, O. Sipma. De Jong en de dames Dorenstouter en Jansma, bereidden ons in alle rust. degelijkheid en eerlijkheid voor op onze verdere loopbaan. Af en toe gaven de heren Van Kuik, Sipma en de heer Heineker, over wie zo vaak in 't K.K. wordt geschreven en die ook enige tijd aan school 13 ver bonden moet zijn geweest, in het vrije kwartier 's morgens een gymnastiekdemonstratie. Diep on- men in de pen der de indruk vroegen wij ons afihoe deze knappe mensen ook nog zo goed in gymnastiek konden zijn. U. W. en ik moeten ook tegelij kertijd lid van .de gymnastiekver eniging Leeuwarden zijn geweest. Deze stond toen onder leiding van de heer P.H. Smit, die tezamen met een naamgenoot, één van de heren leden, met de voornaam Klaas, des avonds les gaven in het voor toen hypermoderne gymnastieklokaal van school 13. Inderdaad stak U. W. bij "Leeuwarden" verre boven zijn leeftijdgenoten uit; bij de uit voeringen in de Harmonie was hij de sensatie van de avond, met een paar heren die de reuzenzwaai de den. Mijn, een paar jaar jongere broer Frits, die het beneden-gedeelte van school 13 doorliep, zag hoe U. W. in de velden en terreinen rondom de school alles aandurfde en hoe deze knaap uit de dakgoten van de in aanbouw zijnde huizen durfde te springen. Ik meen U. W. tijdens of kort na de oorlog nog eens in Den Haag te hebben ontmoet. Hij noemt lang vergeten namen, die talloze herinneringen oproepen, zo als die van Rienk Krol, Bote Span- daw en later uit zijn Frisiatijd die van Lo Geveke, tussen wie en mijn eerder genoemde broer Frits jaren lang een hechte vriendschap be stond. Verder vele andere bekenden als Max Wartena en Bennie Postma. De laatste heb ik leren waarderen bij de hockeyvereniging RAP, als een goede vriend met een groot gevoel voor humor. Hij was het die met zijn bezadigd oordeel en door zijn rustig optreden de soms hoog oplopende emoties wist te bedwingen, wat nogal eens voorkwam, vooral als er tegen LHC gespeeld werd. Voor ik afdwaal, na deze herinne ring aan de prettige periode bij RAP, terug naar het vervolgverhaal van U. W.. Het schoolreisje naar Bergen aan Zee of Egmond aan Zee heb ik totaal anders ervaren. Voor mij was die lange reis een opwin dend gebeuren; eerst per trein hele maal naar Staveren, dan, omdat het weer niet zo best was, per slinge rende en stampende, maar zeer luxueuze veerboot naar Enkhuizen, vervolgens weer per trein naar Alkmaar en tenslotte per stoomtram naar Bergen aan Zee. Zo zie je maar hoe twee jongens op hetzelfde verschillend reageren. Hij vond het maar een langdurige zaak, voor mij was het een hoogtepunt en een onvergetelijke afsluiting van het lagere schoolleven. Aangezien er geen twee mensen op de wereld ge lijk zijn is het niets bijzonders als Historische foto: het kroegje van Van der Woude wordt gesloopt twee jongens op dezelfde ervaring verschillend reageren. Ik hoop dat het verhaal van U.W. nog vele ver volgen heeft. Blaricum Mr. P. I edema GEK VERHAAL Het „Gekke verhaal in 't kroegje van Van der Woude" in 't Kleine Krantsje nummer 353 moet al aar dig oud zijn. De Houten Sabel, die De Droogehaven, waar de Mouwvesjes woonden - nu onbewoond en een ruige boel er in wordt genoemd, mijn grootva der, was Klaas Wiegers van der Woude en die is 31 juli 1916 al overleden. De Mouwvesjes waren Vader en zoon Nieuwhof; dit waren neef en achterneven van ons. Het kroegje van Van der Woude (geen familie) stond op de hoek van de Tonslagerij en het Oldegalileën. Mijn grootvader woonde in de Steenhouwerij en de Nieuwhofs in de Droogehaven. Mijn vraag is: wie schreef dit leuke verhaal en wie waren de andere mannen zonder bijnaam, die ook voorkwamen in het verhaal. Mijn wens tenslotte: moge 't Kleine Krantsje een lang leven beschoren zijn. Zaandam Jochum v. d. Woude De naam van de schrijver stond er onder: Bart van der Weerdt te Haarlem. Misschien kan hij nog eens de identiteit van de ander heren in 't kroegje uit de doeken doen? Red. 't KI. Kr. HOTEL DE KROON Het vervolgverhaal over Hotel De Kroon lees ik uiteraard met veel ge noegen. Binding met het hotel heb ik niet, of het moest zijn, dat ik in mijn tijd, werkzaam bij de firma Pot, 1928/1932, soms seer snel een blik fijne groente of iets speciaals moest afgeven in de keuken. Daar stond men al op mij te wachten, want de gast werd ongeduldig (dit was ook zo, bij de nu reeds verdwe nen hotels De Doelen, De Klanderij en Amicitia). Op de grote foto in nr. 353 herken ik ook de ober, de heer De Vries. De Men kent er de Friese verhoudingen en is bereid plaatselijke en provinciale belangen te dienen. heer De Vries en zijn vrouw woon den naast ons in de 5e Vegelin- dwarsstraat. Als ik goed kijk, zie ik nog dat even scheef gehouden hoofd. Hij was toen nog donker van haar en uiteraard jonger. Ik heb het dan ook over de jaren 1922/1927. Bij mevrouw De Vries verdiende ik zo nu en dan een paar dubbeltjes met het knippen van het kleine gras veldje. Het waren rustige mensen. Dan de foto van de heer Buziau op de voorpagina, ook deze roept her inneringen op. In Leeuwarden en later in Amsterdam (Carre) en Den Haag (Scala) heb ik alle revues van hem gezien en er van genoten. Sa men met Siem Nieuwenhuizen en later ook Johan Kaart, heeft hij ons uren van genot geschonken. Kleine Kunst; wat heet Kleine Kunst. Als je in een tijd van kommer en kwel die mensen, die zich soms veel moesten ontzeggen, zo kunt laten lachen en even hun zorgen doen vergeten, dan is dit voor mij kunst met een grote K. Toen ik in 1937 in Rijswijk in een filiaal van Simon de Wit werkte heb ik wel eens geholpen. Hij woonde aan de Geestbrugweg in Rijswijk en dagelijks passeerde ik zijn wc«iing. Ook kwam hij wel in de zaak, sa men met zijn zoon Emiel. Ze zeiden dan niets en kochten niets. Alleen maar de klanten observeren. Als ze genoeg hadden gezien, tikten ze even aan de hoed en verdwenen. Toen dan ook de nieuwe Bouw meester Revue uit kwam ben ik gaan kijken en inderdaad kwam hier een scene in voor over een com- mestibleszaak. Zoals de heer Van Laere in een in gezonden berichtje schrijft - als men deze geschriften leest en foto's ziet, gaan er lichtjes branden. Je beleeft deze dingen weer en on danks stijve botten en andere ouder- domsverschijnselen word je weer even jong. Ik en met mij velen, hopen dat dit specifieke Kleine Krantsje, nog vele van deze prachtige verhalen voor ons in petto heeft. Voorburg Ule Wassenaar NIET OP SCHOOT In nummer 350 van 't Kleine Krantsje schreef een mevrouw De Boer-Lemmers over de Kalksteeg en dat zij mij, mevrouw Mollema- Schreuder, daar wel op de schoot heeft gehad. Nu, het spijt me wel, dat ik het moet schrijven, maar helaas is dit niet het geval geweest. Mijn ouders woon den aan de Groningerstraatweg en daar zijn wij als zeven kinderen al lemaal geboren en wij zijn allemaal aan de Eestraat op school geweest. Met twaalf jaar ben ik van school afgegaan en moest ik werken, sa men met mijn broer, die anderhalf jaar ouder is, want er moest wat worden verdiend. Toen ze allemaal al van school waren moest ons huis afgebroken worden om plaats te maken voor de gasfabriek. Leeuwarden Mevr. J. Mollema-Schreuder AANKNOPINGSPUNTEN "Het doet mij wederzijds genoe gen, dat de heer Van Laere mijn jeugdherinneringen dusdanig leest, dat bij hem twijfels ontstaan over de naam Meindersma. Ik kan deze twijfels wegnemen. Inderdaad was in het pand hoek Voorstreek/Korfmakerstraat, de muziekhandel Van Belkum geves tigd. Doch ten tijde dat de heer Pot zich daar vestigde, winter 1928, was de heer Meindersma eigenaar, met een handel in o.a. piano's. Met hem was de heer Pot in onderhan deling over verbouwing. Hiermede hoop ik de twijfels bij de heer Van Laere te hebben weggeno men en wens hem nog vele genoe- gelijke uren met het ons dierbare 't Kleine Krantsje. Vxnburg U. Wassenaar AANKNOPINGSPUNTEN In het laatste nummer van 't Kleine Krantsje stelt de heer Van Laere in zijn stukje „aanknopingspunten" een vraag, waarop ik wel het juiste antwoord kan geven. Het pand Voorstreek hoek Korfma- kerstraat was oorspronkelijk het ei gendom van de vader van de heer W. Meindersma, die daarin een bakkerij had gevestigd. Deze „Oom Klaas" zoals hij in de fami lie Meindersma werd genoemd, had een zoon en twee dochters, die na zijn overlijden in het pand zijn blij ven wonen. De zoon verhuurde de benedenverdieping aan de firma Van Belkum, die daarin een piano- en orgelhandel annex muziekhandel vestigde. De zaak werd onder de zelfde naam voortgezet door de heer W. Meindersma, die na eerst in de Heerestraat te hebben gewoond, zich met zijn vrouw in de beneden verdieping achter de winkel vestig de. Aangezien mijn moeder een nicht van de heer Meindersma was, kwam ik in mijn jeugdjaren meer malen op bezoek in het pand aan de Korfmakerspijp. Bij de intrede van de radio plaatste „Neef Wigger" ook radiotoestellen in zijn winkel en mocht ik meermalen de wondere klanken beluisteren, welke zijn toe stellen produceerden. Verder was aan de zaak een concert-bureau ver bonden, welke de kaartverkoop vervolg op pag. 9

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1980 | | pagina 4