EEN OUD HOTEL GING VERDWIJNEN 7 Uit de roemruchte historie van De Kroon Tien- en tientallen bleven ze komen in De Kroon, de acteur en de artist, de boer en de bohémien, de auteur en de dichter, de arts en de advo caat, de kunstschilder en de koop man, de rentenier en de journalist, de leraar en de handelsreiziger. Ze deden het zeker niet, omdat de hotelaccommodatie er voortreffe lijk en up to date zou zijn - er gingen zo nu en dan verhalen over aftandse Dit is het vijfde artikel van een se rie verhalen over de geschiedenis van het pas verdwenen Hotel De Kroon in Leeuwarden. Fenno L. Schoustra is de auteur. situaties en hotelkamers met scheve vloeren, maar zonder de geneugten van een bad. Ze deden het misschien wel omdat de keuken er onder leiding van chef kok Albers uitstekend was - had de befaamde dich ter-gastronoom Werumeus Buning De Kroon niet gerangschikt onder de tien beste restaurants in Nederland? Ze deden het wellicht ook om de zeer bijzondere sfeer in het hotel, een sfeer, die niet te vergelijken was met de sfeer in welk ander hotel dan ook. Maar ze deden het bovenal om de man, die hier de leiding had, de baas, de patron, Pim Regnery, een gastheer in de ware zin van het woord. PIM Pim Regnery. De vrienden van De Kroon van weleer zien hem nog zitten op zijn vaste plaats aan het hoofd van de leestafel, altijd gezel lig koutend met de kring om zich heen, maar tegelijk een waakzaam oog voor de draaideur en direct be reid op te rijzen, zodra er een nieu we gast binnenkwam. Pim Regnery. Man met mooie ver halen en sterke stukken, die onver wacht uit de hoek kon komen met een niet verwachte practical joke. Bij een Elfstedentocht bestond hij het, samen met een vriend en dege lijk van rugnummers voorzien, om zich bij de Noordersingel als eerst- binnenkomende te laten toejuichen door een wild enthousiaste menigte, die te laat begreep, dat deze heren een moment eerder, fris en monter, bij de Dokkumer Ee op het ijs waren gestapt. En dan de krasse geschiedenissen van de kolossale snoeken, die Pim als verwoed snoekvisser geregeld uit het water sloeg. Zestig, zeven tig, tachtig centimeter - hoe lang waren ze wel niet? Eenmaal was het - aantoonbaar - wérkelijk waar, toen hij op een Pinksterdag hele maal op z'n eentje een monster- snoek van zeven en twintig pond te pakken kreeg. Mooi geprepareerd heeft deze oudvader nog jarenlang in een vitrine boven de draaideur gestaan; wie daar ook De Kroon verliet, de snoek keek hem verwij tend aan. GEZONDHEID SLECHTER In de loop van de zestiger jaren werd de gezondheid van Pim Regnery er niet beter op. Het exploiteren van het bedrijf met alle soesa begon hem zwaar te vallen - steeds meer zocht hij de stilte van de natuur. In z'n geliefde Prinsenhof, waar hij aan de Folkertssloot een huisje van De Westers huurde, vond hij de rust, die hij zozeer nodig had. Zo kon het gebeuren, dat Pim in de zomer maanden weken en wekenlang niet meer in De Kroon viel te zien. Voor velen was het dan ook geen verrassend nieuws, toen Pim Reg nery op een kwaaie dag in de nazo mer van '67 zijn hotel De Kroon per advertentie in de krant "wegens ge zondheidsredenen" te koop aan bood. Al gauw diende er zich een koper aan en zo werd het oude, vermaarde hotel van de Regnery's inderdaad verkocht en wel per 1 november aan de N.V. Bouwbedrijf Kats. De heer Regnery zou nog tot het nieuwe jaar als adviseur optreden, daarna zou hij, volkomen teruggetrokken uit het drukke hotelleven, stil gaan wo Een trotse Pim Regnery bij z'n kolossale vangst: een snoek van zeven en twintig pond nen in een flat in het Nijlan. En toen ging, nog geen 14 dagen voor die eerste november, volko men onverwacht in Friesland het droeve nieuws van mond tot mond, dat Pim Regnery plotseling was overleden, acht en vijftig jaar oud. De overgetelijke figuur van deze Leeuwarder hotelier herdacht ik toen in 't Kleine Krantsje met het volgende In Memoriam. IN MEMORIAM Dat de gezondheid van Pim Reg nery de laatste jaren te wensen overliet wist natuurlijk iedereen, die zijn Hotel De Kroon geregeld be zocht. Maar wie had gevreesd, dat hij zó snel, zó onverwacht door de dood zou worden verrast? Pim Reg nery is tot de laatste dag in zijn ge renommeerde bedrijf de grandioze gastheer gebleven, een goede vriend voor velen, een gulle vriend voor oude getrouwen - ondanks veel zorgen een blijde man, een man van een brede lach, een man, die van veel dingen wist te genieten op een uitzonderlijk intense manier. Nog deze zomer hebben wij het voorrecht gehad hem in een klein gezelschapje vrienden en kennissen te mogen meemaken op een vaar tocht door Friesland; het was een dag met matig mooi weer, maar Pim genoot als geen ander; van de zon als die er maar even was, van de glinsteringen op het water, van de vogels, van de bloemen, van de conversatie, van het spitse verhaal, van de goede mop, van herinnerin gen aan vroegere vrienden, van de voorpret voor het gezellige etentje- straks - wij hebben zelden iemand ontmoet, die al deze kleine genie tingen zo in zich opzoog als hij. Personeel van De Kroon uit de tijd van Pim Regnery: Sjoerd Smidt, Nico Wetting, Frits van der Meer, Nico Andringa, Klaske van der Laan, een leerling kelner en een assistente van de huishouding. In zijn zaak was Pim Regnery een excellente dirigent, een voortreffe lijk hotelier, een grote persoonlijk heid en een bescheiden mens - geen man van het drukke gebaar en het grote woord. Was er voor de gere gelde gast bij het binnentreden van het hotel niet altijd even een gevoel van teleurstelling, wanneer die ene stoel aan het hoofd van de leestafel niet bezet bleek te zijn? En, helaas, de laatste jaren was die stoel steeds vaker onbezet, steeds meer zocht Pim Regnery de stilte van de natuur, vond hij in het heerlijke waterland van het Prinsenhof de rust, die hij zozeer behoefde. Op de zevende november zou hij negen en vijftig geworden zijn; het heeft niet zo mogen zijn. Pim Reg nery moest in het harnas sterven. De grote burger van Leeuwarden, S. J. Regnery, overleed in de zaak, die enkele generaties stadgenoten als een van de meest vooraanstaande hotels hebben gekend. Het Hotel De Kroon blijft bestaan, maar er zit geen Regnery meer in VERLOEDERING Het Hotel De Kroon bleef bestaan, inderdaad. De nieuwe eigenaar liet het interieur opknappen, waarbij zoveel moge lijk de sfeer van de oude zaak bleef bewaard. Zo kon ook een deel van de kostbare schilderijen aan de wanden blijven. Maar een dorpstimmerman is geen stadshotelier. Toen een stamgast, die jaren bij Pim was geweest, op de avond van de heropening voor het eerst zijn vrouw meenam naar de zaak, werd dit echtpaar bij ontstentenis van een echte ober door de huisknecht be diend. Op een bovenzaal vierden de nieu we eigenaars uitbundig en luidruch tig feest. Vier of vijf bijbehorende xinueicu vermaakten zich door joelend krij gertje te spelen in het restaurant. Tot overmaat van ramp maakte een zwaarbeschonken zatlap zich moei zaam van de stamtafel vrij om on gevraagd naast het echtpaar neer te ploffen op de driezits bank. Nou ja, het had allemaal niet duide lijker kunnen zijn: het gekats was begonnen, de verloedering greep direct om zich been

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1980 | | pagina 7