DICKVANDERHEIJDE JRJREKLAME UIT OORLOGS- EN BEVRUDINGSTIJD BOOTCENTRUM GEERTSMA PERMANENTE BOTEN EN MOTOREN SHOW 11 Yamaha Johnson Honda adviesbureau voorreklameen publiciteit jOZGf isrsëlsstraat 10 Ieeuwarden 05100-24984 (vervolg van pag. 5) Reeds in de winter van 1941-'42 was ik in Wehl in het verzet terecht gekomen. In Zelhem werden deze aktiviteiten voortgezet. "Mijn" burgemeester aldaar was Rijpstra, de vader van de hedendaagse Commissaris der Ko ningin in Friesland. Met grote dankbaarheid denk ik vaak aan hem terug. Hij, die mij herhaaldelijk waarschuwde voor een arrestatie door de Duitsers, kwam zelf in een concentratiekamp terecht en heeft dat, evenals, vele anderen, niet overleefd. Inmiddels was ik getrouwd en had een zoontje van veertien maanden. Begin december 1944 kwam voor mij de tijd dat langer blijven niet verantwoord was en ik moest on derduiken met mijn gezin. Wij gin gen natuurlijk naar LeeuwardenOp de fiets in barre koude zijn wij ge gaan. Deze tocht, die een week duurde, vormt een verhaal op zich. Mijn vrouw en kind doken onder bij mijn ouders in de Havikstraat. Zelf kwam ik onderdak bij de mij goed bekende familie Van der Werf in de Leeuwerikstraat. Met hun zoon Lo, bekend van de radio, was ik jaren lang bevriend. Tijdens de toen nogal eens voorko mende razzia's lag ik in de dakgoot. Na een paar maanden waagde ik het om ook naar mijn oudershuis te gaan. Tevoren was met buurman Van der Veen, die bij het Leeuwar der politiekorps diende, afgespro ken dat ik bij hem onder de vloer van de achterkamer kon wegkruipen als er gevaar dreigdeMet lood in de schoenen heb ik van dat aanbod en kele keren gebruik moeten maken. Een zware kast werd dan terzijde geschoven, het vloerkleed opgesla gen en via een piepklein luikje ver dween ik onder de vloer. De ruimte tussen de ribben was erg smal en de ruimte tussen bodem en kamervloer ongeveer een halve meter. Vreselij ke uren heb ik daar doorgebracht. In die tijd werden de plannen al ge maakt voor de bevrijding die, wij volgden dat dagelijks, in aantocht was. Voor mij werd een uniform van de Leeuwarder politie georga niseerd. De bijbehorende pet paste niet en heb toen zelf in de omgeving van de Groningerstraatweg een mij passende pet geleend. Op het moment van de bevrijding bevond ik mij al in uniform op het politiebureau op de Nieuwestad. Daar ik een vreemde eend in de bijt was werd ik niet ingezet bij het ar resteren van hen die "fout" waren geweest doch bij de afvoering naar gevangenis en Arendstuinschool. Vaak denk ik terug aan die periode in mijn leven, de. haat, de angst, maar vooral de grote eensgezind heid die er toen heerste. Om tot een afsluiting van dit ver haal, dat ondanks mijn beperkingen te lang is geworden, te komen moet ik nog mededelen dat ik tijdens nachtdienst van 24 op 25 mei 1945 een officier van de Stoottroepen ontmoette die met een busje Stoot- troepers naar Friesland had gebracht om een kort verlof te genieten. Na enkele dagen zou hij met die verlofgangers terug gaan en bij 's- Heerenberg de grens overgaan. Met vrouw en kind mocht ik meerijden als ik de benodigde papieren kon bemachtigen. In politieuniform viel mij dat de komende dagen niet moeilijk en zo eindigde voor mij deze Leeuwarder periode. Mijn woning in Zelhem werd, toen ik daar aankwam, bewoond door een bevriende smid wiens woning en smederij waren plat gebombar deerd. Na enkele maanden kreeg ik een zeer goede woning aangeboden en kon. ik beginnen met eveneens ondergedoken meubilair e.d. bijeen te brengen. Voor mij en mijn gezin werd hier mee een zeer moeilijke periode in mijn leven afgesloten. Hengelo (Gld.)Chr. van Petersen LOC TE WATER Op de eerste oorlogsdag was ik als agent van politie in vroege dienst van zes tot twee en werd ik belast met de dienst bij de veemarkt aan de Langemarktstraat Bij mijn komst was het niet meer nodig, het aangevoerde vee was al op retour naar hun bestemming. Hierna kreeg ik opdracht naar Schilkampen te gaan om de bewo ners aan te zeggen dat ze voor twaalf uur die morgen hun huizen tijdelijk moesten verlaten eveneens de schippers die daar gemeerd lagen. Duitse jagers over ons .heen, ze Leeuwarden-Groningen zouden ze laten springen, zodat gevaar voorde omgeving niet was uitgesloten. Metéén vlogen ook de vijandelijke De spoorbrug over de Greuns lijn maakten een rondje in de lucht bo ven de brug en verdwenen toen naar elders. Toen ik allen daar in kennis had gesteld kwam er tegenbericht dat het niet doorging; in overleg net de NS waren er andere plannen; de NS liet nu een Locomotief op de losge draaide brug inrijden en zo kwamen de brug en de loc in 't vaarwater terecht. Hopelijk zijn de personen die toen deze stunt uitvoerden nog in leven en zouden ze hierover nog meer kunnen vertellen. Leeuwarden S. Procee Jarenlang het er inne Weaze oppe hoogte van 't Zwitserswaltsje een roeiboatsje leit. Dat was van een man uut de Blokhuussteeg, die 't bruukte voor 't vangen van snoek- visjes. Dan gong ie deur de stads grachten - de bütengrachten - en had ie een toatebel an board. Terwiel een kameraad 't boatsje roeide, was die man mette toatebel inne weer. Hij liet, meestal dicht bij de wal, het net oppe booiem sakke en haalde het een poaske later weer omhoog. Dan spattelden er allied wel wat witvisjes in 't net-de klein sten verdwenen met een boog weer inne gracht, de groateren waren de sigaar en kwamen in een emmer te recht. So nou en dan onderbraken disse mannen hun sware arbeid en dan konden de meensen oppe wal getüge weze van een wonderlijk ritueel: de heren toverden van onder een ouwe sak het bekende vierkante flesje te voor skiën en namen een beste neut. Wie de moeite nam disse vissers een tied inne gaten te houwen, ontdekte, dat de pauzes telkes langer wudden en dat se uuteindelijk vaker hun kelkje leegden, dan hun toatebel. Saten de mannen alweer hoog en droog - of nat - tuus, dan konnen je presies sien in welke toestand se hun vissers boat afmeerd hadden: waren de roeispanen er uut, dan kon het er nog wel op deur, lagen se er nog in, dan hadden se niet meer het benul had om se er uut te halen. Een man, die disse situaasje al lang deur had, was Gerrit Galias Gek ke Gerrit toen ie 't boatsje een keer noadig had, trof ie het, dat de eigenaars toevallig oek die avond sich met een stuk in 't oar oppe wal hesen hadden - de spanen lagen er nog in, 't boatsje kon so bruukt wudde. 't Was inne nacht van de een en deftigste maart en 't sal miskien vijf, zes uur weest hewwe, dat Gekke Gerrit oppe bakfiets deur de uut- sturven stad naar de Weaze reed. Daar smeet ie haastig wat spullen in 't boatsje, parkeerde de bakfiets op 't Zwitserswaltsje stapte toen an board en roeide so sil mogelijk fut - richting Brol. Nou mu'k wel even opmerke dat Gekke Gerrit niet su gek was, dat ie hier impulsief handelde: wekenlang had ie werkt an sien plan en waar ie nou met anne gang ging, was het uutvoeren van een operaasje, die hij miskien al jaren inne kop had had. Rustig gleed het boatsje deur de gracht, verdween onder de Brols- piep en voer deur't Naauw naar de Nijsted. Bang, dat ie nou nog deur een pliesje op sien nachtelijke sur veillance ontdekt wudde su, hield Gekke Gerrit de adem in, mar alles gong goed en sonder, dat oek mar één het inne gaten had, kwam het boaijse onder de Langepiep. Daar deed Gerrit inne urendie nou volgden, sien werk: hij liet bij beide uuteinden vanne piep dikke draden in 't water sakke; an disse draden saten, een eindsje onder het water oppervlak, ouwe versleten auto- bannen. Toen kwam de generale rippetiesje: alles gong naar wens. Toen 't licht wudde kon gien meens sien, dat Gerrit sich in sien boatsje onder de Langepiep verborg - oek vanne draden en de autobannen was .niks te sien. Het is an te nimmen, dat Gerrit toen nog wat slapen het, want pas om een uur of twee smiddags kwam voor hem het groate moment, het uur X. Het was toen - zaterdagmiddag - al kruip druk oppe Nijsted; heel wat stadgenoaten slenterden over disse groate winkelstraat. Hoe't nou precies begonnen is, be greep later niet een, mar op een gegeven moment bleven een paar meensen staan en wezen naar de gracht: ,,Must es kieke, wa's dót nou???" Een paar tellen later stonnen er al tien, een paar minuten later al hon derd nieuwsgierigen oppe kant en warempel, se sagen het allemaal: so nou en dan kwam er een wonderlijk glibberig beest mette kop of met sien lichaam boven het water uut. Groate opwiening! Alle meensen wieze en skreeuwe - nog meer meensen, die't oek sien wille. En dan: geraas anne andere kant vanne piep: het monster is onder de hele Langepiep deurswommen en komt nou daar te voor skiën. Sommigen sien het dudelijk: een geweldige zeeslang met een blauwe kop - anderen sien zelfs de ogen, seker so groat as een rieksdaalder met een vurige gloed! Er wudt skreeuwd omme pliesje, 1 omme brandweer - een paar man nen gooie het monster grauwe klin kers naar de kop. Soms blieft het beest minutenlang onzichtbaar, dan, plotseling, laat het sich weer sien, mar, telkens, mar even, even mar. Het is nou gewoan swat van 't volk oppe wal, er is gien meens meer inne winkels, de winkeliers trekke sich de haren uut de kop. ,Er moet wat gebeurde!'skreeuwt Beike Feitsma vanne Winkeliers vereniging. En anderen - Burg. Ganzevoort, Schweigmann, Kaller - binne het roerend met hem eens. Dan, terwiel het monster seker al een uur omspookt het, nadert er een boatsje met de halve winkeliersver eniging er in. Beike Feitsma self staat voor op 't boatsje klaar met een stok - een vlaggestok - Doeke Morrema roeit, Otto Ebbens vuurt sien makkers an. Het boatsje komt nou vlak bij de Langepiep Gekke Gerrit, siet het ankommen en trekt zich terug in het groate gat, dat overbleven is na het dempen vanne gracht deur de Ba- gienesteeg - gien meens kan hem daar sien. Doorvare!" commandeert Beike Feitsma, as Doeke Morrema wat benauwd begint om te kieken, mar hij het 't nog niet seid of Otto Eb bens krijt - ja, waarvan eilijk? - de skrik van sien leven, maakt een rare caperioal en 't boatsje slaat om! Nóg groatere consternatie bij 't volk oppe wal, mar gelukkig, het mon ster is bliekber nóg erger skrokken en voorgoed oppe loop en hoe bestaat het, plotseling is er een red der: Gerrit G., Gekke Gerrit - hoe su ie er oek niet bij weze - sit somar as vierde man inne gracht. Terwiel de skipbreukelingen doodsnebauwd om hulp roepe, pakt Gerrit se stuk voor stuk bij de kladden en brengt se naar dewal. Niemand begreep, hoe Gerrit G. zoo snel te hulp konde komen" skreef later de Leewadder Krant, ,maar als zoo vaak stond deze po pulaire stadgenoot blijkbaar om den juiste plaats om den helpenden hand te bieden. Den koenen redder hulde!' Dieselde dag gaf de man uut de Blokhuussteeg angifte van 't jatten van sien boatsje, mar pas een paar jaar later su't weer te voorskien komme. In een strenge winter von- nen skaatserieders 't boatsje onder de Langepiep vastvroren in 'l ies. En nou het allergekste van 't geval: nooit is er later één so goochem weest om verband te leggen tussen Gekke Gerrit, het verdwenen boatsje en dat monster inne gracht op die gedenkwaardige eerste april Kees Brol SHAKESPEARE Hoofddealer van Friesland voor de volgende boten: II Picton speedboten 0 Shakespeare speedboten 9 Almar sportboten ook inboord 0 Riamar roei- en sportboten 0 Shetland kruisers 0 Marco kruisers 0 Saga-Noorse polyester kruisers SHETLAND ALMAR RIAMAR 30 verschillende typen boten, 1979 modellen MARCO SAGA Hoofddealer van Friesland voor de volgende buitenboordmotoren: Alle 1979 typen en modellen in voorraad Deze show houden wij in onze showroom aan de Tijnjedijk met plm. 700 m2 oppervlakte TIJNJEDIJK 25, LEEUWARDEN, TEL. 05100-33603 (raast d» Mlro) MIDSRUORREN 26 - WARTENA - TEL. 05105-1909 t

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1980 | | pagina 11