TRAPKEBRUG OVER 'T VLIET VERVULDE ROL IN M'N LEVEN 9 MUURLITERATUUR VOLTREKKING MERKWAARDIG INCIDENT BIJ HUWELIJKS- WONING INRICHTING Nleuwettad 95-97 LEEUWARDEN Als jongen heb ik vlak bij het Zuid- vliet gewoond, in de Bote van Bolswertstraat. De eenkamerwo ningen daar zijn al eens beschreven door iemand, die er gewoond heeft en die de vroegere bewoners met name heeft genoemd. De naam Van der Laan is in 't Kleine Krantsje al vaker gevallen, ook die van mijn grootouders aan het Vliet, bij wie de beltsjebloemen voor het raam grote bekendheid hadden. Hoewel ik al eerder van plan was geweest eens iets te schrijven kwam het er pas nu van na het zien van de foto van de „trapkebrug" over het Vliet in een van de laatste nummers. GROTE ROL Die brug heeft in mijn jongensjaren een grote rol vervuld. Eerst toen wij er speelden - bij de leuningen neer laten glijden, verstoppertje spelen onder het gedeelte, dat over de wal was heengebouwd - en later, toen ik kruideniersjongen bij de winkelier Hartkamp was en dagelijks over de brug moest om bij mijn baas te ko men. Maar eerst nog iets over het rijtje huizen, dat op de foto zichtbaar was. Het donkere huis op de hoek van de Cichoreibuurt was het brand- stoffenpakhuis - vooral turf - van een zekere Akkerman, die aan de andere kant bij de brug woonde. Ernaast, met het bovenkamertje, is eerst een winkeltje geweest en later woonde Sikke Brouwer er en was het een groentewinkel. POORTJE Dan volgde het dubbele huis met een poortje er tussen in, waarachter nog weer woonhuisjes warenOp de ene hoek van het poortje woonde vroeger een Westerdijk, die meteen bootje met melk en brood langs de schepen voer. Naast het dubbele huis was een graanpakhuis en daar weer naast woonde een De Boer - die was ook boer en had nog veestalling achter huis. Als kinderen brachten wij daar de schillen naar toe en kregen daar voor een paar centen. In het huis er naast woonden, naar ik meen een paar dames, de gezusters Zijlstra? Voor de ramen was een regenbak, niet opgebouwd, maar het deksel was gelijkvloers met de grond. Dan was er op de foto nog net zicht baar het raam en de deur van een winkeltje. Daar woonde oude Vij- het niet zo druk met de scheepvaart, maar op donderdag en vrijdag wel, als de moterboten en schepen heen en terug naar de stad waren ge weest. Voor de Wouden gingen ze via het Vliet de stad uit, o.a. Veenwou- den, Damwoude, Veenwoudster- wal, Hardegarijp, Giekerk en naar ik meen Oenkerk en Oudkerk ook. Als jongen zat ik wel aan het Vliet te vissen en zag ze dan voorbijvaren. VOLLE KORF Op maandagmorgen begon het met het bij de klanten vragen wat ze no dig hadden. Dan ging het eerst met de lege transportfiets over de trap kebrug, maar later moest ik erover heensjouwen met de volle korf met boodschappen er in. Ik ben vijf jaar bij die baas geweest en dan is het wel duidelijk, hoe vaak ik over die trapkebrug heen en weer ben ge weest. LEEUWARDEN. Noord Vliet. en daarmee werd de brug verder omhooggetrokken Als de brug weer naar beneden moest, gaf de brugwachter een duw mee om de brug over het middel punt te krijgen. Dan kwam hij weer gelijkvloers en werd de schotel er op geschoven. Maar heel vaak gingen de jongens aan de ketting hangen. Dan kwam de brug niet ver genoeg en moest de brugwachter, die in middels bij de brug opgelopen was, weer terug. Dan moest de goeie man weer van voren af aan en ik hoef niet te vertellen, hoe kwaad hij dan was Leeuwarden J. van der Laan Op onderbouw Vlietsterbrug: IK VOELDE ME ZO GOED VANMORGEN DAT IK ME MAAR ZIEK MELDDE Op twaalfjarige leeftijd kwam ik bij de kruidenier"schrijft de heer Van der Laan. Die kruidenier was Hart kamp en dit was z'n winkel aan het Noordvliet. ver, een man met wit haar en een wit sikje, bij wie wij altijd onze klom pen kochten. Als we de klompen betaalden kregen we een griffel. Ook haalden wij er voor vader altijd een half pond tabak. Naast Vijver was dan weer een poortje en dat noemden wij de Zoutkeet - er achter stonden ook al weer huisjes, die waren bewoond. Dit waren beelden uit mijn jon gensjaren. Nu weer terug naar de trapkebrug. Op de wal aan de zuidkant stond een houten brugwachtershuisje. De brugwachter was tegelijk ook schoenmaker en had in het huisje z'n schoenmakerij. In de week was Op twaalfjarige leeftijd kwam ik bij de kruidenier en dat was dan - voor een gulden in de week - "s morgens om half acht beginnen. De winkels waren toen nog tot tien uur en zater dags tot twaalf uur open. Tot veer tien jaar mocht ik niet zo lang wer ken, ik meende tot zeven uur of half acht. Later, toen ik wel tot twaalf uur mocht werken, moesten we 's avonds nog bakken vol maken en de winkel schrobben, en de meid moest dweilen. Mijn vader heeft me dan wel eens opgewacht en stond uit te kijken of ik haast kwam - op de zondagmorgen liet hij me dan wel uitslapen. Er waren trouwens vier bruggen over het Vliet. De Poppebrug was bij het Noordvlietslot. Dan de al ge noemde trapkebrug bij de Noord- vlietstraat, de derde was de ijzeren flapbrug tegenover de kruideniers zaak van Monsma en de vierde was de Vlietsterbrug bij de Oostersin gel. Er vlak bij waren dan nog de bruggen over de Grachtswal en over de Tuinen. De brugwachter van de ijzeren flap brug heette Renses. De brug lag in balans. Als de schotel er af gescho ven werd ging hij langzaam iets omhoog Aan het boveneind hing een ketting In de kerk te Taranowska zou een huwelijk voltrokken worden. De bruid stond voor het altaar. Toen de pope de gewone vraag deed: neemt gij deze jonge dochter tot vrouw aan, antwoordde de bruidegom lui de: neen. De bruid verwijderde zich; op hetzelfde oogenblik kwam een ander meisje in hare plaats staan en daarmede ging de huwelijksvol trekking voort. Toen het jonge paar de kerk verliet, ontstond een gewel dig rumoer; de verwanten der ver loochende bruid verlangden 10 roe bels rouwkoop. De jongeman gaf die, en terwijl de jonggehuwden, gelukkig gestemd, huiswaarts gin gen, verteerden de eerste bruid en hare betrekkingen het aflosgeld in de naaste herberg. (1884) pepersfiocit-leeuworrJen

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1980 | | pagina 9