EEUWENOUD POORTJE WAS VAN
MARCELIS GOVERTS GASTHUIS
ONZE FOTOPRIJSVRAAG
HE
OUWE KNIENEFOK
9
Het kon niet missen: onze prijsvraag van vier weken geleden, ,,Leewadders, waar is dit?" moest wel
worden opgelost door heel, heel veel abonnees. Immers, er zijn betrekkelijk weinig poortjes in het oude
Leeuwarden en wie per sé wou weten welk poortje wij afbeeldden in onze krant hoefde maar een lijstje te
maken van deze bekende doorgangen om daarna, al of niet na controle, af te strepen welk poortje niet in
aanmerking kwam. Wat er dan logischerwijs overbleef was het poortje, waarvan wij een foto hadden
gereproduceerd. Of. is het zo, dat veel lezers er geen flauw idee van hebben op welke plaatsen in de
stad we oude poortjes kunnen vinden?
„Volgens mij is het de ingang van
het Stadsweeshuis, ofwel 't Blauwe
Weeshuis, omdat de kinderen in het
blauw gekleed gingen" schrijft ons
mevrouw A. Jacobs-Jielof te Oud-
kerk en zij vervolgt: „Dit weeshuis
had of heeft op de binnenplaats een
eenvoudig monument ter ere van
Martinus Jacobus Baljée, die in
1752 geboren werd in Leeuwarden
en van 1762 tot 1772 opgenomen
was in het Stadsweeshuis. In 1823
overleed M. J. Baljée in Batavia,
waar hij Raad van Nederlands Indië
was en uit dankbaarheid liet hij het
weeshuis een zeer aanzienlijk ver
mogen na.
In het Gedenkboek van H.H.M.M.
de Koninginnen in juni 1892 staat
hierover ook uitvoerig geschreven.
Over het bezoek van de vorstinnen,
Koningin Regentes Emma en Ko
ningin Wilhelmina aan dit wees
huis. De levensbeschrijving van M.
J. Baljée werd toen aangeboden
door Comleis van Riet en Willemi-
na Visser; ook staat er, dat de wezen
.- het van hun zakgeld hadden bekos
tigd. Och heden, denk ik dan, arme
wezen, ook dat nog!"
WAT SNEU NU
Andere abonnees schreven ons
minder uitvoerig, dat we in onze
prijsvraag met het oude poortje van
het Stadsweeshuis aan het Jacobij-
nerkerkhof te maken hadden, maar,
wat sneu nu voor al deze inzenders,
het was het Weeshuispoortje niet;
„onze" poort was die van het Mar-
celis Goverts Gasthuis aan de Noor
dersingel.
De meeste deelnemers aan de prijs
vraag begrepen dat ook wel, zodat
als vanouds het lot de prijswinnaar
heeft moeten aanwijzen. Die win
naar, of beter gezegd die winnares
werd mevrouw A. Veltman, Julia-
navleugel K. 81 NieuwSt. Anthony
Gasthuis, Groeneweg 12 in Leeu
warden.
„Ik dacht, dat het het poortje was
van het rusthuis aan de Noordersin-
gel, voor ons Leeuwarders De Gou
den Bal" aldus de heer R. van der
Heide te Leeuwarden. Dit rusthuis
staat tegenover de Prinsentuin. Er
woont nog een vriendin van mijn
moeder in, die ik nog wel eens be
zoek, mej. Zaadstra"
„Dit poortje is wel een paar eeuwen
ouder dan het gebouw zelf, dat in
1876-1877 werd gebouwd" weet
de heer Th. Weda te Leeuwarden te
vertellen en (lat klopt, want de poort
zat eerder in het oude Marcelis
Goverts Gasthuis, dat aan de Oos-
tergrachtswal heeft gestaan. In 1658
werd het gasthuis daar gesticht en
het is dus alweer twee en twintig
jaar geleden, dat het gasthuis aan de
Noordersingel zijn derde eeuwfeest
heeft kunnen vieren.
f f
„Als we meester tegenkwamen
namen we beleefd de pet af." Dat
stond er in ons vorige Kleine
Krantsje boven een artikel van een
abonnee, die herinneringen ophaal
de aan zijn jeugd. Naar aanleiding
van deze kop kregen wij een tref
fende reactie van een leerkracht van
nu, onderwijzer aan een van de
openbare lagere scholen in de stad.
„Zal ik je eens vertellen, wat mij
gister nog overkwam" zei hij ons.
„Ik liep in de stad, toen ik een leer
ling tegenkwam, een jochie uit de
vijfde klas. Hij zag me, trok een
vreemde grimas en schreeuwde
"Hé ouwe reus!" Om er een mo
ment later als extraatje aan toe te
voegen; "Ouwe knienefokker!"
„Maar", aldus onze zegsman, „er
zal nog heel wat meer moeten ge
beuren, voor ik me beledigd
voel
juwelier
peperstcoot-leeuujorrJen
DIT GROOTMOEDERS ANSICHTENALBUM
EEN SPIEGEL SE1T MEER
DAN EEN HELE RIJ PETRET-
TEN VAN JE VOOROUDERS
MEENSEN, DIE T NIKS TE
VERTELLEN HEW WE, PRATE
HET MEEST
SLAPE VEREIST EEN HELE
INSPANNING: JE MUTTE ER
EEN VOLLE DAG VOOR
WAKKER B LI EVE
NIET HET VALLEN, MAR HET
LEGGEN BLIEVEN BEPAALT
JE MISLUKKING
AT JE DE RUST NIET IN JE
SELS VIENE, HOEWE JE DIE
OEK NIET ERGENS ANDERS
TE SOEKEN
De boekhandel-uitgeverij Rvan der Velde te Leeuwarden bracht in de twintiger jaren deze kaart van de Westersingel op de markt en het aardige van
deze foto is, dat we er de oude situatie nog op zienlandelijke aarden wallen met bomen en zelfs rietkragen aan de kant.' Geheel passend in deze sfeer is
het pleziervaartuigje met het roeibootje, wellicht vlak voor de deur van de eigenaars. Op de achtergrond het pontsje - ook al lang verleden tijd.
Zekere stadgenoot J. V. liet zijn
haar knippen bij een kapper in de
Leeuwarder binnenstad, toen zijn
vrouw de kapsalon binnentrad om
hem op te halen.
De kapper was nog niet helemaal
klaar met zijn werk en de vrouw
nam zolang plaats op een stoel tegen
de wand, van welke positie zij uit
zicht had op het achterhoofd van
haar man.
"Hé" riep ze plotseling verrast uit,
'wat wudt dien haar dun Janhoe su
dat nou so komme?"
Waarop Jan sloom reageerde met de
veronderstelling: "Nou, ik denk
van 't uutvallen