DE LAATSTE VOOROORLOGSE JAREN
•i*JJ l
'T KLEINE
KRANTSJE
T
KLEINE
KRANTSJE
LEEST
IEDEREEN
Dit is de tweede aflevering van een
vervolgverhaal van onze abonnee,
de heer Ule Wassenaar te Voor
burg, over de laatste jaren voor het
uitbreken van de Tweede Wereld
oorlog. Het eerste deel eindigde de
heer Wassenaar met het beschrijven
van zijn belevenissen in een filiaal
van Simon de Wit te Amsterdam.
Toen ik er een week of zes was,
kreeg ik van Tine een brief, waarin
ze meedeeldedat haar zuster Jannie
en Evert gingen trouwen.
De andere morgen heb ik de chef
gevraagd of ik dan een vrije dag
mocht hebben. Ja, dat wist hij nog
niet, hij moest dit zelf eerst aan de
rayonleider vragen. Dooreen toeval
was dit niet nodig, daar ik mij 's-
middags bij het kaassnijden een
flink stuk van mijn linkerduim af
hakte. De chef bracht mij naar het
Wilhelmina Ziekenhuis waar ik
werd verbonden en ik de medede
ling kreeg voorlopig niet te mogen
werken. Aldus in de ziektewet. Ik
mocht voor vier uur de deur niet uit,
maar daar er na vieren wel een trein
naar Leeuwarden ging ben ik de dag
voor de bruiloft naar Friesland ge
togen. Dat was een grote verras
sing, want ik had niet geschreven.
GEZELLIGE DAG
Het was een gezellige dag, 't brui
loftsfeest was in een zaaltje boven
een café op de hoek van de Voor
streek en het Hoeksterpad. In Am
sterdam teruggekeerd, kreeg ik te
horen dat als ik weer mocht werken,
ik naar het filiaal in de Rijnstraat
(Zuid) was overgeplaatst. Ik ben
daar eens even gaan kijken, 't Was
een grote zaak met vier flinke etala
ges en tien man personeel. De chef,
de heer Traas, een Zeeuw, was een
klein kittig manneke, goedlachs en
zeer bedrijvig. De week daarop ben
ik daar na toe gegaan en bleef voor
lopig in de Jan Evertsenstraat wo
nen. Het was echtereen heel eind op
de fiets, dwars door het Vondel
park, zodat ik besloot in de omge
ving van de zaak iets te zoeken. Dit
lukte wonderwel. Schuin boven de
zaak woonde een dame met nog een
zoon, die zonder werk was. Zij had
een grote kamer vrij, die ik vooreen
tientje per week kon huren, met ge
bruik van bad en huiselijk verkeer.
Zoals later bleek, was deze dame
een prima kokkin. De zoon, boek
houder, was iets ouder dan ik, een
heel geschikte knaap. Zijn moeder,
vertelde hij mij, was gescheiden.
Ziin vader was een directeur in het
Royal Concern. Ik heb daar, 't was
toen al 1936, ook vaak gevluchte
Duitse joden ontmoet. Soms waren
dat heel interessante avonden wan
neer deze mensen over de toestand
in Duitsland vertelden. Er was een
professor bij, ik weet nog zijn
naam, Herr. Prof. Dr. Hoek. Deze
man en zijn vrouw hadden alles
achter moeten laten. Hij voorspelde
toen al een langdurige oorlog, die
volgens hem langer ging duren dan
de eerste wereldoorlog en in 1939
via Polen zou uitbreken. Geen op
wekkende verhalen, maar nogmaals
heel interessant. Met de chef was
het in de aanvang wel eens moeilijk.
Hij een Zeeuw en ik een Fries. Maar
toen wij aan elkaar waren gewend,
ging het best. In mijn jaren bij Si
mon heb ik nooit een prettiger en
oprechter mens ontmoet dan chef
Traas. Na een poosje werd ik chef
van de afdeling vleeswaren en de
kaasafdeling. Hij bemoeide zich
alleen met de afdeling kruideniers
waren. Alleen moest ik wel al de
vier etalages verzorgen, iets wat ik
trouwens graag deed.
Deze etalages waren niet zo groot
als in de andere Simon winkels en
verdeeld in drie voor koloniale wa
ren en een voor vleeswaren. In
overleg met de chef heb ik toen de
etalages anders ingericht, dan zoals
men het algemeen deed. Toen de
rayonleider dit zag was hij er eerst
niet over te spreken. Maar chef
Traas en ik konden hem overtuigen,
dat deze uitstalling van goederen
meer kijkers trok. Hij moet dit in
zijn rapport aan het Hoofdkantoor
hebben vermeld, want een paar da
gen na zijn bezoek stond baas
Maarten voor de ramen. Hij kwam
even binnen. De chef en ik kenden
hem, de andere personeelsleden
hadden hem nog nooit gezien. Hij
informeerde hoe ik op het idee was
gekomen. Hij vond ze mooi en zei
dat ik misschien de eerste gooi had
gedaan om een soort revolutie in de
Simon etalage te doen ontstaan. Ik
was toen bevoorderd tot een
twaalftal eerste bedienden die wer
den geteld tot de beste. Bij m'n
daaropvolgende bezoek aan het
Hoofdkantoor werd er over doorge
praat. Ook werden wij voorgesteld
aan een heer Drs. Taas. Deze heer
was door de firma aangesteld voor
moderne verkoopkunde. In een van
zijn eerste gesprekken met ons stel
de hij, dat men altijd een verkoop
gesprek tot een klant kon en moest
houden. Ik bestreed dit echter en zei
dat dit niet altijd mogelijk was
i.v.m. het feit, dat er soms te veel
mensen voor de toonbank stonden.
Ik vertelde hem hoe druk het b.v.
zaterdagavonds bij ons was en zei
dat een gesprek over artikelen indi
vidueel niet kon, wel een z.g. tribu-
negesprek tegen al de wachtende
klanten. Enfin het werd ja en nee.
Toen greep baas De Wit in en zei,
„heren wij maken een wedden
schap, als de heer Taas gelijk heeft
krijgt hij van mij een kist sigaren,
heeft Wassenaar gelijk dan krijgt hij
hem." De heer Taas en ook ik gin
gen accoord en hij zou onaangekon
digd de winkel op een zaterdag
avond tussen acht en tien uur
's avonds komen bezoeken.
Een paar weken later, het was half
negen, zag ik hem binnenkomen,
alleen ik kende hem. De zaak stond
barstensvol en ik was aan het voor
snijden voor de vleesschalen. Ach
ter de mensen om, drong hij zich
naar mij toe. Ik hield een pas afge
sneden plak ham, (19 ets. per half
pond) omhoog en prees dit aan.
Toen hij mij had bereikt zei hij, „je
wint Wassenaar," en vertrok.
VIJFTIG CORONAS
De daarop volgende donderdag
middag kreeg ik met de compli
menten, een kist met vijftig heerlij
ke corona's van baas Maarten. In
het voorjaar van 1936 werd er voor
alle filialen in het land (125) een
etalagewedstrijd uitgeschreven. Na
twee weken kwam de rayonleider
binnen vliegen en vertelde mij in
strikt vertrouwen, dat ik had ge
wonnen. Hij mocht het nog niet
vertellen, maar was zelf zo verguld,
dat hij het heimelijk aan mij en de
chef wel moest vertellenIk beloof
de dat ik er niet over zou praten.
Donderdag op het Hoofdkantoor
werd mij door directeur, baas Key-
zer sr. als prijs voor de best opge
maakte en verzorgde etalage over
handigd, een mooi fototoestel en
een oorkonde. Ik was er dolblij
mee.
In een brief van Tine schreef zij dat
een oom en tante in Sneek hun zil
veren bruiloft zouden vieren en of ik
ook kon komen. Ik kende die oom
heel goed, een broer van Pa van
Dijk. Hij was hoofdagent in Sneek.
Tijdens een kwajongenstreek, die ik
en met mij enige vriendjes, in Sneek
hadden uitgehaald, heeft hij mij
eens gepakt en thuis gebracht. Ook
had ik hem in Leeuwarden thuis bij
Tine's ouders eens ontmoet. Toen
heb ik hem verteld over die kwajon
gensstreek. We hebben er toen
smakelijk om gelachen. Ik kreeg
>A.
Het bruiloftsfeest was in een zaaltje boven een café op de hoek van de Voorstreek en het Hoeksterpad
y>ALL A
WEET ALLES VAN BRILLEN ÉN HEEFT DE MOOISTE
Leeuwarden, Nieuwestad 55 en Schrans 21 Karlingen, Voorstraat 63
en -uw geld!
van chef Traas gedaan om één dag
weg te mogen blijven.
vervolg op pag. 11
/Qx juwelier
pepersbaal-lceuwarden
voor Leeuwarden en de wij
de wereld er omheen
Een uitgave van Fenno
Schoustra's Publiciteits-
kantoor.
Verschijnt eenmaal in de
veertien dagen.
Redactie, Administratie en
Advertentieafdeling:
Vredeman de Vriesstraat 1
8921 BP Leeuwarden.
Telefoon (05100) 20302
Postgiro 98 10 62
Bank: Rabobank
nr. 33.54.03.530
Geopend:van dinsdagtot
en met donderdag, uit
sluitend 's morgens van 9
tot 12 uur.
's Middags en van vrijdag
tot en met maandag ge
sloten.
Abonnementsprijs:
voor Nederland 25,- per
jaar; voor het buitenland:
45,- per jaar.
Losse nummers: afgehaald
1,50 per stuk. Per giro be
steld: 2,50 voor 1 ex,
4,50 voor 2 ex., 6,00
voor 3 ex.
Het lidmaatschap van 't
Kleine Krantsje is alleen
mogelijk voor lezers, die
akkoord gaan met de be
paling, dat het abonne
mentsgeld vooruit moet
worden voldaan.
Op de 1e februari dient het
abonnementsgeld voor het
dan lopende jaar te zijn
betaald.
Geschenk-abonnementen
en abonnementen van le
zers in het buitenland
moeten op de 31e decem
ber van het voorafgaande
jaar zijn betaald.
Lezers, die zich niet telefo
nisch of schriftelijk, maar
per giro-overschrijving als
abonnee aanmelden, wor
den verzocht op het giro
strookje te vermelden:
Nieuwe abonnee.
Abonnees, die zijn ver
huisd, dienen er op te letten,
dat hun giro-overschrij-
vingskaart het nieuwe adres
vermeldt - het oude adres
moet worden doorgehaald.
Wie het abonnementsgeld
voor een ander betaalt,
dient duidelijk de naam en
het adres te vermelden van
de abonnee, voor wie wordt
betaald.
Adreswijzigingen moeten
minstens 10 dagen voor het
verhuizen worden doorge-
geven.
Abonnementen, .die niet
voor 1 december zijn opge
zegd, worden automatisch
veriengd.