EEN LEEUWARDER KERMIS
DOOR ULE WASSENAAR
Wij starten achter het Beursgebouw
en zien voor ons een houten
schouwburg, het is woensdagmid
dag twee uur. Voor de kassa staat
nog een rij mensen, die een kaartje
i:open voor een voorstelling. Op de
affiches lezen we de namen van
Heintje Davids en Sylvain Poons; ze
staan borg voor een goed blijspel.
RICHTING ZAAILAND
Langs de huizenkant gaan we rich
ting Zaailand. Op de hoek hiervan
zien wij juist hoe een troep jolige
kinderen de zeer fraaie draaimolen
van de broers Van der Veen be
stormt. Als ze na veel heen en weer
geren hun plaatsen hebben gevon
den, de jongens op de steigerende
paarden en de meisjes in de schom
melende bakken, luidt de bel en de
rit vangt aan. Een mooi gezicht, de
ze ongedwongen kinderschare in de
prachtige draaimolen. Maar een
stuk of wat jongens hebben geen
zin. Ze staan te dringen voor de ijs-
/ftondrérolf
juwelier
pepersbuot-leeuujarcfen
wagen van de wel bekende Van Ak
ker. De oud turfschipper, staat nog
kras achter zijn volle ijsbakken, in
z'n hand een ijsvorm, waarmee hij
naar verlangen een ijsje van 3, 5 of
10 cent kan leveren. Een heerlijk
gezicht, zo'n rose wafel, 't Zal hem
wel smaken. Wij kuieren verder en
krijgen alras een fijne, echte ker
misgeur in onze neusgaten. Geen
wonder, want we staan voor een
overbekende kermisattractie, nl. de
Poffertjes- en Wafelkraam van de
gebroeders De Bruin.
Wij treffen het, de baas zelf staat,
met een hoge witte muts op, vlie
gensvlug een paar porties poffertjes
op een bordje te draperen, poeder
suiker erop en het dienstertje brengt
ze gloeiend heet naar binnen en ver
dwijnt ermee achter een stel fris ge
wassen boerenbont gordijnen in een
kamertje naar een met wit tafellaken
gedekte tafel, waar de gasten zich
zeker te goed zullen doen aan de
echte Hollandse lekkernij.
Voor wij linksaf het grote kermis
terrein opgaan, laten we onze ogen
nog even gaan over de hoog opge
taste Berliner Bollen, Wafels en
Oliebollen in de ook zeer bekende
Oliebollenkraam van Denies. Een
verrukkelijk gezicht, alles schoon
en fris. We gaan nu het grote ker
Kermis, wat is kermis voor de jeugd en ouderen? Vermaak, even uit de gewone sleur van alledag. Ja, hoor
ik de opa'sen oma'sal zeggen, maar in onze tijd was een kermis mooier en gezelliger dan nu. Laten wij dit
alleen maar tegen ons zelf'zeggem, maar niet aan de jeugd. De kinderen van nu horen van opa en oma, dat
hun tijd mooier en gezelliger was dan de tijd van nu. Is dat wel waar? Voor de jongelui van nu niet. Zij
hebben de tijd van hun grootouders niet gekend. Zij leven in deze z-g- dynamische tijd, het moet nu snel
gaan met harde mechanische muziek. De maatschappij is veranderd, zo ook de kermis, deze heeft zich
aangepast. Wij ouderen mogen ons hoofd schudden en met weemoed denken aan onze vermaken, maar de
kermis is voor deze jeugd dezelfde als toen voor ons. Laat ze er van genieten en zeg niet te vaak dat onze
kermis mooier en beter was, want dit is beslist niet waar, ze is alleen veranderd.
En dan, wij blijven toch onze herinnering houden aan iets wat wij mooi vonden. Laat het zo.
Maar nu genoeg gefilosofeerd. Ik heb mij een situatie ingedacht voor een kermis in 1926. Als u lust heeft
en nog goed ter been bent, willen wij deze kermis nog eens in gedachten langs gaan. Kom aan!
wil proberen, 't Jasje uit, de hamer
gepakt. De baas heeft de lont iets
laten zakken. Daar komt de klap en
ja hoor, de vonken spatten eraf en
onze man wordt "geridderd".
Wij keren ons om en zien de heer
Kooistra zitten op de balustrade, die
zijn hoeplatent omgeeft. In zijn
hand een lange pin waar hij de hoe
peltjes mee bij elkaar houdt. "Da
mes en heren, drie ringen voor een
kwartje, probeer uw geluk!" Ook
z'n vrouw en dochter helpen. Ver
der gaand slaan we linksaf, het mid
denpad op. Op de hoek zien wij een
ronde baan van plaatijzer, waarop
een vijftiental karretjés, in het mid
den vastgeketend aan een snel rond
draaiend rad. Een dik touw in het
karretje kan door de inzittende wor
den aangehaald en gevierd. Het
karretje kan hierdoor een ongeken
de snelheid krijgen. Het is lachen,
gieren, brullen.
ROLSCHAATSBAAN
We gaan verder en staan voor het
front van een, v,oor de Leeuwarder
Kermis nieuwe attractie, een z.g.
Amerikaanse Rolschaatsbaan.
Achter de gesloten ingangsdeuren
horen wij een gillende en joelende
menigte, vooral kinderen, die naar
wij vermoeden vallend en opstaand
hun baantje trekken. Achter onze
rug is het ook lawaai en wel vanuit
de Schiettent, die naast de vermaar
de Amsterdamse Zuurkraam staat.
Wat een heerlijk gezicht, al die
mooi opgevulde sierflessen, gevuld
met augurken, komkommer en le
verworst in 't zuur. Mensen wie lust
heeft, tast toe, ik zelf zal mij ver
stouten een flink stuk worst uit het
zuur te nemen, 't Wordt mij aange
reikt door een frisse Amsterdamse
in een hagelwitte jas. Zalig zo'n
heerlijk stuk worst.
't Touwtrekken van de touwtrek-
kraam laten we mooi aan de kinde
ren over. Wij gaan kijken naar de
steeds op en neer gaande trappen
voor het pretpark van Hommerson
en Vermolen. Dit is een echt ver-
maakcentrum met diverse attrac
ties. Wanneer men met enkele mis
sers de trap heeft genomen, beland
misterrein op en zien links van ons
het Etablissement van Victor Con-
sael, ook daar als bij De Bruin pof
fertjes wat de klok slaat. Alleen de
gehele entourage is chiquer, de gor
dijnen voor de kamertjes zijn hier
van mooi donkerrood fluweel. Maar
een portie poffers is ook duurder.
Wij lopen door en dan staan we voor
de prachtige fajade van Benners
Stoomcarrousel. Boven onze hoof
den steigeren vier prachtige witte
paarden. Voor de kassa met een
fraai opgemaakte dame, staat een
lange neger in een mooi kostuum
met hoge hoed, als explicateur het
vermaak aan te prijzen. Hoort hem
roepen: "Gaat dat zien, altijd ver
maak, altijd plezier in Benners
Grand Salon, annex roetsbaan en
cake-walk, entree, entree".
CAROUSSELS
FAVORIET
Voor mij is dit de kermis, van al m'n
kermiscenten gaan de meeste op in
deze carrousels. Voor een 10-rit-
tenboekje betaal je een gulden en
dan een rol serpentines kopen en
mooi gooien.
Met een zucht keren wij ons om,
want wij hebben een bekende lucht
in onze neus gekregen, nl. die van
pepermunt. En ja hoor, daar staat hij
weer, de man die z.g. Zwitserse Pe
permunt bakt waar je bij staat en
voor een stuiver kopen wij een
puntzakje van deze lekkernij. En
natuurlijk staat naast hem, de al
even bekende Limburgse invalide
mijnwerker met z'n dwarsdoorsne
de van een mijnschacht, waarin
karretjes en poppetjes zich rusteloos
bewegen. Als hij met z'n mansbakje
rond gaat is dit spoedig gevuld met
stuivers, halve stuivers en ook een
enkel dubbeltje.
Dan worden we opgeschrikt door
een fikse knal en ja hoor, dit mag op
geen enkele kermis ontbreken, De
Kop van Jut, waar fraaie "ridderor
den" zijn te verdienen, door met
een flinke klap een lont naar boven
te slaan, die dan het kruit doet ont
ploffen. Mannen, wie van ons durft
het te wagen om zo'n bravourstukje
uit te halen? Er wordt wat gelachen,
maar dan komt een van ons gezel
schap naar voren, die het wel eens
£&ondrérolf
VQs juwelier
pepers trOal-leeuujorrJen