DE LAATSTE VOOROORLOGSE JAREN 'T KLEIDE KRAHTSJE 3 juwelier pepershoot-leeuujcuden Dierenpark Ouwehand. Daar had den wij veel plezier met de papa gaaien, die al spoedig net zo goed als wij konden schelden. voor Leeuwarden en de wij de wereld er omheen Een uitgave van Fenno Schoustra's Publiciteit»- kantoor. Verschijnt eenmaal in de veertien dagen. Redactie, Administratie en Advertentieafdeling: Vredeman de Vriesstraat 1 8921 BP Leeuwarden. Telefoon (05100) 20302 Postgiro 98 10 62 Bank: Rabobank nr. 33.54.03.530 Geopend:van dinsdag tot en met donderdag, uit sluitend 's morgens van 9 tot 12 uur. 's Middags en van vrijdag tot en met maandag ge sloten. Abonnementsprijs: voor Nederland 25,- per jaar; voor het buitenland: 45,- per jaar. Losse nummers: afgehaald 1,50 per stuk. Per giro be steld: 2,50 voor 1 ex, 4,50 voor 2 ex., 6,00 voor 3 ex. Het lidmaatschap van 't Kleine Krantsje is alleen mogelijk voor lezers, die akkoord gaan met de be paling, dat het abonne mentsgeld vooruit moet worden voldaan. Op de 1e februari dient het abonnementsgeld voor het dan lopende jaar te zijn betaald. Geschenk-abonnementen en abonnementen van le zers in het buitenland moeten op de 31e decem ber van het voorafgaande jaar zijn betaald. Lezers, die zich niet telefo nisch of schriftelijk, maar per giro-overschrijving als abonnee aanmelden, wor den verzocht op her giro strookje te vermelden: Nieuwe abonnee. Abonnees, die zijn ver huisd, dienen er op te letten dat hun giro-overschrij- vingskaart het nieuwe adres vermeldt - het oude adres moet worden doorgehaald. Wie het abonnementsgeld voor een ander betaalt, dient duidelijk de naam en het adres te vermelden van de abonnee, voor wie wordt betaald. Adreswijzigingen moeten minstens 10 dagen voor het verhuizen worden doorge geven. Abonnementen, die niet voor 1 december zijn opge zegd, worden automatisch verlengd. in september 1939 lag ook voor mij het eerste en het nveede grijs klaar Ziehier het vervolg van de herinne ringen van onze abonnee, de heer Ule Wassenaar te Voorburg aan de laatste jaren voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog. We zijn gekomen tot het jaar 1938het zijn al donkere wolken, die de hemel bo ven Europa beginnen te verduiste ren Het jaar 1938 begon voor ons niet zo erg daverend. Als ik lang in een warm vertrek verbleef kreeg ik vrij veel last met ademhalen door m'n neus. Mijn aanstaande schoonmoe der ried mij aan daar eens met een dokter over te praten. Begin maart heb ik dit gedaan. Ik moest een neusoperatie ondergaan, mijn neus- schot groeide scheef. Op een vrij dag zou deze kleine ingreep gebeu ren. De operatie zelf heb ik door plaatselijke verdoving via spiegels, goed kunnen zien. Pijn had ik niet. De arts vertelde mij, dat hij een nieuw soort tampon wilde gebrui ken. Hierdoor kon men direct al adem halen. Dit bleek juist, een heerlijk gevoel om zonder gehijg en gesnuif te kunnen ademhalen. Op maandag zouden de tampons wor den weggenomen. Dat heb ik ge weten. De eerste ging goed, maar bij het verwijderen van de tweede, spoot het bloed tot over mijn benen. IN REP EN ROER Dat was een schrik, alles in rep en roer. 't Was voorlopig niet te stel pen en ik werd heel voorzichtig ge klemd tussen kussens, terugge bracht met een scherm om mijn bed. Naast mijn bed een non, die zat te bidden. Lijda, mijn verloofde, werd gewaarschuwd en die heb ik nog even herkend, daarna niets meer. De volgende ochtend, toen ik weer bijkwam uit een bewusteloos heid, was het bloeden opgehou den. Later heb ik gehoord, dat men 's nachts een middel had gebruikt, dat het bloeden stelpte. Toen ik mijn ogen opsloeg zag ik Lyda en mijn vader naast het bed zitten. Ze had den mijn vader getelegrafeerd want men meende dat ik dood zou bloe den. Hij en Lyda waren de hele nacht in het ziekenhuis geweest. 's-Middags bleek het gevaar geweken. Ik kreeg bloedtransfusie, maar meer dan een derde van mijn bloed was ik kwijt en daar ik verder niets mankeerde, di rect dikke pap en wittebrood. Mijn vader is nog enige dagen gebleven. Ik knapte op en mocht na een paar dagen al op en mocht in de ontbijt- keuken helpen. Dit was niet alleen een prettige afleiding, maar boven al nuttig omdat ik van de zuster 't vleesbeleg mocht voorsnijden, toen ze hoorde dat ik dit werk ge woon was. Ook mocht ik van haar hiervan eten zoveel als ik aan kon om aan te sterken, wat ik graag deed. Ik heb het er ontzettend goed gehad en groeide gewoon dicht. En 's-avonds een borreltje! Dit kwam zo. Naast mij lag een bedrijfsleider van een Chemische Wasserij, die gewend was thuis voor het naar bed gaan een glas wijn of een borrel te nemen. Hij had gevraagd aan een non of dat hier ook kon. En ja hoor, dat mocht wel zolang hij nog niet was geholpen. De zuster heeft toen voor hem bij een wijnhandel een fles Bourbon en een fles jenever be steld, die prompt de volgende dag werden bezorgd. 's-Avonds zei hij tegen mij en zijn andere buurman, nemen jullie maar een borreltje, ik neem wijn. Ik ben daar nog twaalf dagen geweest en iedere avond een „neutje". Toen ik het ziekenhuis verliet, was ik zowat dicht ge groeid. Mijn colbertjasje kon niet meer dicht. Ik kon ook direct weer aan het werk en toen ging de ergste dikte er wel af. Maar het onweer was nog niet over. Op een middag 't was begin mei, was ik een etalage aan het maken. Met een zware baal op mijn nek moest ik over een me talen hekje klimmen. Ik gleed uit en viel precies op mijn meest gevoelige delen, dat deed knap pijn, voetbal lers weten dit. Maar na een week werd de pijn ondragelijk en moest ik weer naar het ziekenhuis. Na een pijnlijk onderzoek, veertien dagen lang. kreeg ik te horen, dat een deel moest worden weggenomen, dit was zo gekneusd, dat de ingreep nodig was. Wel kreeg ik te horen, dat ik man en eventueel vader zou kunnen blijven. Van de operatie zelf heb ik niets geweten, maar om psy chisch over de zaak heen te komen was moeilijker. Na een kuur was ik in de nazomer weer zover dat ik kon en mocht werken. Ik ben toen nog even verhuisd naar een ander adres, dichter bij mijn verloofde, maar in de winter ben ik bij haar en haar moeder ingetrokken. Toen ik eens in de stad was, kwam ik een paar oud Leeuwarders tegen, eerst Auke Bleeker en later Ele Meijer. Ze werkten beiden in Den- Haag. Later hebben wij, dit was na de oorlog, met Ele en zijn vrouw vrij regelmatig contact gehad, ze woonden niet ver bij ons vandaan. Ook ontdekte ik, dat niet ver van ons vandaan n.l. op de Soestdijkse- kade, nog een oud Frisiaan woonde en wel J. Barents, met wie ik nog in het derde van Frisia had gevoetbald. Jo Gerritsen en zijn vrouw, ze woonden in de Frambozenstraat, ontmoette ik op een zondagochtend, toen de Bethlehemkerk, aan de beien te verkopen. Zij hadden mij al e^ns gepolst of ik hier niet de administratie wilde doen. Maar voorlopig voelde ik hier nog niets voor. Echter in juli werd ik weer eens overgeplaatst en wel naar het filiaal Westeinde, waar mijn eerste chef uit Winschoten nog steeds chef was. Dit was een leuk weer zien. Maar het heen en weer geslin- ger begon mij te vervelen. In een schrijven heb ik dit kenbaar ge maakt aan het Hoofdkantoor. MUTATIES Daar hadden inmiddels enige muta ties plaats gevonden. Baas Maarten had zich terug getrokken ten behoeve van zijn twee zoons en ook - de verkoopleider, de heer Vannet en de personeels-chef, de heer Steen man waren vertrokken. Ik kreeg een kort briefje terug, waar in stond, dat wanneer ik niet meer wenste te swit- sen ik mij als ontslagen kon be schouwen. Dat was dat en ik ben toen toch maar met mijn aanstaande zwager in zee gegaan. Helaas ook hier kwam wat tussen, n.l. de mo bilisatie. Laan van Meerdervoort uitging. Er stonden veel mensen, want Konin gin Wilhelmina had daar de dienst bijgewoond. En wel heel toevallig stonden daar ook met hun auto Lammert Steinvoorte en zijn vrouw. Dit was wel een toevallige ontmoeting. Jo Gerritsen heb ik vele malen daarna ontmoet in zijn H B S. periode op het gezellige „Houtrust". WARENWET "Inmiddels had ik in oktober 1938 mijn diploma's gehaald voor „wa renwet en handelskennis" en tevens had ik een cursus boekhouding ge daan en ook hiervoor een diploma gehaald. Het jaar 1938 liep ten ein de om plaats te maken voor 1939. Hierin kwamen tot de zomer niet veel „ups and downsvoor. Lyda's zwager, de binnenhuisar chitect en zijn vrouw, hadden een showroom geopend, om hierin zelf ontworpen en gefabriceerde meu- In september 1939 lag ook voor mij het eerste en tweede grijs klaar. Deze spullen zagen er niet zo best meer uit. Alles veel te nauw en hier en daar kapot. Ik ben dan ook in burgerkleding naar mijn mobilisatie bestemming gegaan. Dit bleek Driebergen te zijn. Toen wij daar kwamen was het een geweldige troep. Wij werden ingekwartierd in een school. De jeugd verwelkomde ons met gejuich, zij hadden hier door voorlopig vrij. Voorlopig had den we niets te doen, dan naar de fourier te lopen en passen en meten. Na een paar dagen had een ieder 's Koningsrok aan. 's Avonds café be zoek, alles door elkaar, officieren en manschappen. In de eerste dagen ging alles nogal broederlijk. Niet lang daarna kregen wij als onder komen een paar villa's die leegston den aan de Buntlaan. Dit was een hele verbetering, goede bedden, wasgelegenheid, eigen kantine, een goede eetzaal. De veldkeuken ach ter in de tuin. Onze oorlogsbestemming was als Batterij Zware Houwitser (kanon nen), op de Grebbeberg. Deze stel ling lag vlak naast het bekende

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1980 | | pagina 3