5 een paar jongens gevraagd om na vieren de tafels en stoelen klaar te zetten. Met het gevolg, dat je de andere morgen wat vroeger kwam om de zaak weer op te ruimen. Er zaten altijd wel een paar dubbeltjes aan, maar zeer belangrijk waren natuurlijk de gebakjes die over wa ren. En als V.d. Mey even weg was gauw een restje advokaat uit een glas naar binnen werken. Wel uit kijken, want als hij het merkte was de boot aan. Ja en dan de leerkrachten hé! In de eerste klas Juf Kramer, dat was in onze ogen een erg lieve juf. Juf En- ga uit de tweede klas was niet zo erg populair, wel streng. En noem maar op, Mr. Talma, de Vries, Engels man en Hoofdmeester Heslinga, met de eeuwige sigaar tussen zijn lippen. Maar allemaal prima on derwijzers, alleen had Talma de nare gewoonte als je wat uithaalde je in het wang te knijpen en dan even omdraaien. Als klasgenoten herinner ik me nog de gebroeders Tuinstra, Johan Bat stra, Eeltje Herder, die woonde he lemaal op Schilkampen. Ik dacht dat zijn ouders daar een winkeltje hadden. Oene Hofman woonde op Ouddeel en bleef tussen de middag ook altijd over. Hij had in z'n trommeltje altijd een paar krente- bollen. Een paar jongens hebben het eens vertoond, ik weet niet meer wie, om ze te ruilen voor een paar paardevijgen en de krentebollen op te bikken. Nu, dat was een conster natie. DIRK ARENDS Dan niet te vergeten de helaas aan de gevolgen van een ongeval te vroeg overleden Dirk Arends. Toen destijds al populair, hij was zo on geveer de sterkste hé. Maar dat ge bruikte hij vaak als hulp voor de zwakkere broeders. De vrouwelijke kant: Martha v.d. Brug, Thea Groen, Klaske Venema en Wietske Pot. De laatste school Het was een vooruitgang voor ons gezin, toen Vader een petroleumkar kreeg bij de Automaat. Bekend om het krantje dat er bij uitgegeven werd met het stripverhaal van Pijpje Drop. We U nog wel, het eindigde steeds met de zin: „Hoe het verder met Pijpje Drop vergaat, staat in de volgende Automaat". Het loon was niet zo hoog, maar wel vast, plus provisie. En Vader sap pelde wel de hele stad af, wat hij tot z'n 67ste heeft volgehouden. Met twaalf jaar begonnen, dus heel wat kilometertjes gelopen. De schoolvakantie brachten we op onze eigen manier door. Met een ei gengemaakte kar en oude Chinese matten naar het Tolhuis, z.g. kam peren voor een dag. Ook gingen we wel met de hele huishouding en tante Juul Bos naar het Bos van Ypey, lopend, 's Avonds haalde Oom Klaas ons dan weer op met paard en wagen. Dat waren feestda gen voor ons. VAKANTIE Zoals ik reeds memoreerde, ging het ons langzamerhand iets beter en toen ik ongeveer elf jaar was gingen we voor het eerst met vakantie naar mijn geboorteplaats Terneuzen. Moeder was er sinds haar vertrek naar Friesland niet meer geweest, dus voor haar was het een geweldige gebeurtenis. Om nooit weer te ver geten, maar je was wel een tijd on derweg. Als ik me goed herinner ongeveer zeven uren. De reis kostte het voor die tijd kapitale bedrag van vier gulden per persoon. Dat waren de z.g. Vakantiekaarten. Vader ging ook een week mee en moest toen weer terug om geld voor de terugreis te verdienen. Dat was mo gelijk want wij waren toch bij Opoe in de kost en Moeder hoefde van zelfsprekend niets te betalen. Tegen het eind van de schoolvakantie stuurde Vader het geld op, en ging het hele gezin weer gepakten gezakt op de boot naar Hoedekenskerke, en zo verder naar het hoge Noorden. Maar niet zonder een Zeeuwse Hoofdkaas, die Opoe zelf maakte. Op school was je een paar weken de bolle bof, want je was helemaal in Zeeland geweest. Zoals begrijpelijk was zakgeld er niet bij, maar daar werd iets op ge vonden. Van een oud kinderwagen vervolg op pag. 11 jaren werden er ook al aktiviteiten op het gebied van vakantie-ont spanning ontwikkeld, met mede werking van verschillende ouders. Ook mijn ouders werkten daaraan mee. Moeder noemden ze de Juf met de helm. Dat vanwege haar nieuwe hoed, die voor die tijd een nogal moderne vorm had en wel wat op een helm leek. Later werd de V.O. in samenwerking met andere scholen georganiseerd, wat wel meer mogelijkheden bood. Dat het in die goede oude tijd alle maal geen welvaart was, blijkt wel uit het feit dat wij net als zoveel anderen in aanmerking kwamen voor schoolklompen. Die moest je dan met een briefje halen op de z.g. Schippersschool op het Oldehoof- sterkerkhof. En als het weer eens krap was, 's morgens met een sloop naar V.d. Berg, de broodfabriek, voor een kwartje "oud" halen. Op maandag trof het wel eens, dat er een krente- of suikerstukje bij was. Nou dat was dan boffen. SCHOOLJAREN Dan beginnen zo langzamerhand de schooljaren op de Rehobothschool. Wanneer ik nu op die tijd terug zie, een leuke periode met toch wel een vooruitstrevende geest onder het onderwijzend personeel. In de vijf de klas begonnen we met Engelse les. Zomers met de autobus naar de Grote Wielen voor zwemles met zo'n ijzeren bus op je rug. Ook had den we een flink gymnastieklokaal. De leraar was meester Van Beije- ren Bergen en Henegouwen. De man was zeker van adellijke af komst. Met de congierge V.d. Mey probeerden we zoveel mogelijk goede maatjes te blijven. De gym zaal werd immers ook wel verhuurd voor bruiloften en dan werden er Eigenlijk ben ik geen echte Vliet- ster, maar geboren in Terneuzen waar Vader in de jaren 14—18 on der dienst lag. Hij leerde daar mijn Moeder kennen en is er getrouwd. Na de mobilisatie trokken we naar Leeuwarden, waar Vader zijn oude beroep van groenteman weer op nam. wat helaas voor hem een des illusie werd. Bewuste herinneringen aan het Vlieten Pietersburen beginnen zo'n beetje bij mijn lagere schooltijd. Daarvoor is het wat vaag; uit ver halen van mijn ouders weet ik wel dat het geen jaren van weelde wa ren. De handel werd steeds slech ter en daarmee de verdienste. Wel staat me nog goed voor de geest, dat Vader me meenam op de kar. En 's avonds zie ik hem nog lopen door de buurt, met een kistje Lemster droge op z'n hoofd. Drie of vier voor een dubbeltje, menigmaal kwam hij thuis zonder wat te hebben verkocht. De mensen hadden hun dubbeltje wel anders nodig, nee zo best waren de tijden niet. Moeder heeft nog wel eens verteld, dat we gingen roeien in een oude roeiboot, en ik was nog erg jong dan werd ik in een zinken tobbe gelegd en ging zo mee. Wat wisten ze in die tijd van een reiswieg. oepersbact-leeuujqrrJen

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1980 | | pagina 5