HERINNERINGEN AAN OORLOGS- EN BEVRIJDINGSTIJD bont jl bonmnodes LEE W ADDERS, WAAR IS DIT 9 v Voorstreek 22 Leeuwarden 05100-39173j Drie dagen geleden zouden wij er niet aan denken om te vechten en te schieten, was ons nationale gevoel maar heel zwakjes. Ik sta weer op de uitkijk in de Leeu werikstraat en ja, daar nadert, nu op motorfietsen, een grote colonne Duitsers - even voor de Sperwer- straat wordt halt gehouden, de offi cier gaat een stafkaart bestuderen waarheen zij nu moeten afzwaaien - en dan kan ik 't niet laten en stap resoluut op die officier af - achteraf toch maar 'n roekeloze, dwaze daad van mij - ik ben ook maar alleen, geen mens waagt zich nu op straat. De gehelmde motorrijders kijken bevreemd naar mij, maar verroeren zich niet - de officier ziet mij met grote ogen onder zijn helm aan en dan zeg ik: "Warum sind Sie hier gekommen? - Wir sind immer sehr freundlich gegen Deutschland ge- wesen und haben viele Deutsche Kinder hier Essen und Trinken und Kleider gegeben nach dem Ersten Weltkrieg". KRIEG 1ST KRIEG Totaal verbluft staart de officier mij aan - wat hij ook verwacht had, dit niet - het blijft 'n tijdje doodstil - ook de soldaten staren mij met grote ogen aan - en dan zegt de officier: "Krieg ist Krieg!" en hij haalt in verlegenheid zijn schouders op. Ja, ook ik weet hierop geen passend antwoord - "Oorlog is nu een keer oorlog De officier heeft zijn zelfbeheersing teruggevonden en kommandeert luid: "Vorwarts und links drehen!" De motoren slaan oorverdovend aan en in 'n wolk van benzinewalm stuift de colonne weg - naar het strijdtoneel bij Komwerderzand. Leeuwarden O. de Roos Van bitterbal tot galabal, bij ons wordt internationaal gekookt en soms nog verder! CaM K—fmtmt 'l Wapen van Ontlstellingwerf v/h Tjalm* OotUrwoldMweg S Oldtbftrkoop TtMoon 05164 - 300 non en janneke obee DOOD EN VERDERF Wat een werkelijk Gods-onmoge lijke toestand! Dit kan toch niet - dit mag toch niet - en hij belijdt dit ook: 'Es gibt gar kein Pfingstenfeier'- zegt hij tegen mij (Het is helemaal geen Pinkster feest). "Nein" - antwoord ik - "Es gibt Krieg!" (Het is oorlog). Er vlamt 'n steek door mijn hart nu ik besef, dat die jonge Duitse sol daat iets doet of moet doen, wat hij feitelijk niet kan en niet mag doen - ik wil naar hem toe gaan en hem de hand drukken als zijn broeder - 't lijkt wel of hij van zijn paard wil afstijgen - dan ineens klinkt hard 't bevel van de officier: "Vorwarts - heil Hitier!" Ik blijf staan, waar ik ben - hij, de soldaat, schiet in de "houding" en langs heel de colonne klinkt het: "Heil Hitier!" Het was een vreemde Pinksterzon dag, die 12e Mei. De Meidoorns in onze straat ston den in volle bloei - de rode bloem trossen staken scherp en vrolijk af tegen de fris-groene bladeren. Ik was al weer vroeg buiten, kon niet in huis blijven - geen mens op straat en ondanks dat de zon scheen, was het venijnig fris, zodat ik mijn dikke winterjas aan had - vrolijk zweefden de zwaluwen in de blau we hemel - alles ademde vrede. Plots werd mijn oor getroffen door 'n vreemd kletterend geluid, dat uit de Leeuwerikstraat snel naderbij kwamen tot mijn stomme verbazing verscheen er een afdeling paarde- volk om de hoek - het leek de tijd van Napoleon wel! BLAUW VAN DE KOU In de bocht naar de Harlingerstraat- weg hielden ze halt - er moesten enige paarden beslagen worden. Heel alleen stond ik er vlak bij en keek er zwijgend naar - de ruiters, jonge soldaten, waren blauw van de kou - één van henvlak voor mij kijkt mij ineens aan en onze blikken haken zich aan elkaai; vast - dan vraagt hij: "Wie weit ist es nach Harlingen?" (Hoe ver is het naar Harlingen). Wij staan borg voor een goede bontmantel in elke bont- soort. Eventueel ook naar maat, zonder prijsverhoging! Dat geldt tevens voor de grotere maten (48, 50 en 52). Hcnono ^lWmjWUILIIfJIIILliillWIWWMIIIW III III'llMWimilll I Jiwww W.MIIIIHHI'11'I WW HMIMUlr hebben er aan weerszijden van de stadsgracht bij de Vrouwenpoorts- brug twee windmolens gestaan. De ene molen, De Arend, stond op het bolwerk achter het huidige thee huisje, de andere molen. Het Lam, of Vosmans molen, stond aan het begin van de Molenstraat. Wanneer de wieken van beide molens draai den moet het, op stille dagen, een prachtig gezicht geweest zijn het spiegelbeeld in de gracht te zien. Dit is de nieuwe opgave voor onze fotoprijsvraag Leewadders waar is dit?" Oplossingen, uitsluitend schriftelijk, binnen veertien dagen naar de redactie van 't Kleine Krantsje, Vredeman de Vriesstraat 18921 BP Leeuwarden Uitslag over vier weken Onder de abonnees, die ons het juiste antwoord geven, verloten wij een exemplaar van het boekje "Populaire Leeuwarders" door Fenno L Schou- stra. Moet ik aan hem, mijn vijand, wel 'n antwoord geven? Maar hij vraagt het zo vriendelijk - ondanks mijzelf zeg ik: "Drei-und-zwanzig Kilo meter." 't Staat trouwens duidelijk op de wegwijzer. 'Gibt es dort Englander?" - klinkt zijn tweede vraag. (Zijn daar Engel sen). "Ganz-und-gar nicht" - is mijn antwoord. (Helemaal niet). "Sie mussen gegen uns, Hollander, kampfen" - voeg ik er met bitter heid aan toe. Hij voelt de steek en zwijgt een poos - de anderen kijken strak en roer loos voor zich op hun mooie paar den, die arme dieren - twee zijn druk aan het beslaan van de hoeven van hun paarden in het gras. Maar dan klinkt zijn stem weer - nu droevig: "Es ist heute auch noch Pfingsten!" (Het is vandaag ook nog Pinksteren). Het flitst ineens door mij heen: Hij is christen! Nu zie ik niet meer een Duitse sol daat met helm en geweer en laarzen, maar een jonge man, die Christus als zijn Zaligmaker heeft aangeno men en die nu op hoog bevel op anderen moet gaan schieten of zelf door anderen, hem totaal onbekend, zal neergeschoten worden. Ze geven hun paarden de sporen, de edele dieren heffen hun fiere kop pen omhoog, snuiven luid, en ver dwijnen snel in galop de hoek om - naar de Afsluitdijk, waar onze zwaar-gepantserde kazematten klaar liggen om dood en verderf in hun rijen te zaaien - ik zie hen op- en-neer wippen in 't zadel, zwierig zwaaien de paardestaarten - de zon tovert felle lichtflitsen uit de blin kende geweerlopen - op zichzelf een wonderschoon beeld van strijd baarheid - maar in werkelijkheid 'n tast- en zichtbaar teken van droeve, menselijke verdwazing. Welke demonische macht scheurt broeders uit elkaar en laat mensen, die elkaar noch kennen noch haten, als bloeddorstige hengsten op elkaar los stormen? Leek Leeuwarden eerst vergeten en van geen enkel belang voor de Duit sers, nu stromen steeds nieuwe co lonnes Duitsers onze stad binnen - alles gaat langs de Leeuwerikstraat, die toen de functie van Rondweg vervulde en dan bij de Sperwerstraat moet de scherpe bocht genomen worden - ons piepklein straatje wordt telkens volgepropt met nieu we aanrukkende troepen - het heeft er alles vandat het voor de Duitsers geen militaire wandeling over de Afsluitdijk is - integendeel. BLOEDBAD Mondelinge berichten melden ons, dat er bij de eerste grote Duitse aan val op de van gewapend-beton ge bouwde en metersdikke kazematten een waar bloedbad onder de Duit sers is aangericht door de onzen - en dit stemt ons tot grote vreugde! De oorlogstoestand heeft zich ook van ons meester gemaakt, wij voe len ons nu vóór alles Nederlanders - wij zijn verbitterd door de verrader lijke overval en vol wraakgevoelens door de vele doden onder onze eigen jongens, die onverschrokken hun belagers van katoen geven. Ons spijt slechts één ding: Dat wij zelf niet kunnen meestrijden.

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1980 | | pagina 9