ZESTIG JAAR G.V. QUICK ZESTIG JAAR SUCCESSEN OPRICHTER PIET DE VRIES 9 Een gedenkwaardig jubileum in de Nederlandse turnwereld: de volgende maand bestaat Quick zestig jaar. Op de zes en twintigste november is het zo lang geleden, dat deze veelbesproken vereniging werd opgericht. Wie in die zes decennia ook maar even bij het landelijke gymnastiekgebeuren betrokken is geweest, moet van Quick hebben gehoord, want waar de leden van de nu jubilerende vereniging ook verschenen, overal speelden zij een opvallende rol. Niet alleen dus op plaatselijk en provinciaal, maar evenzeer op nationaal en, incidenteel, zelfs op internationaal niveau. Bij het zoeken naar een karakteris tiek van slechts één woord komen we dan ook zonder mankeren op "succesvol" uit, want dat is Quick geweest, jaar in, jaar uit, als weinig andere gymnastiekverenigingen in Nederland. Bij zo'n jubileum als dit hoort na tuurlijk een historisch overzicht en dat is er dan ook: een van de vele, vele verdienstelijke leden van Quick is in de pen geklommen en heeft het (vele) wel en het (weinige) wee van de vereniging consciën tieus vastgelegd. Het werd een uitgebreid verhaal van het ene succes na het andere eii wanneer we het voor dit nummer van 't Kleine Krantsje moeten com primeren tot een enkel beknopt arti keltje komen we voor een gymnas tiekzaal vol vragen te staan. WIE WEL WIE NIET? Welke uitblinkende turner wél ge noemd en welke niet - er zijn er in de loop van de jaren tientallen ge weest - welk succes wel gememo reerd en welk niet - er zijn er in die zestig jaar ettelijke honderden ge weest. En welk verdienstelijk be stuurslid wel genoemd en welk niet - ook daarvan zijn er zoveel ge weest, dat het onmogelijk is alle namen te noemen binnen de enge grenzen van een kort verhaal. Maar afgezien daarvan: is het suc ces van die individuele turners en turnsters, is het succes van die uit blinkende korpsen en groepen maatgevend geweest voor het suc ces van Quick? Moeten we het suc ces van zo'n vereniging niet voor een belangrijk deel toeschrijven aan de voldoening, waarmee zo onge teld velen terug kunnen zien op die zestig, of op een deel van die zestig jaar? Honderden, nee duizenden gymnas- tiekliefhebbers zijn in al die jaren lid van Quick geweest, de een voor een lange, de andere voor een kor tere tijd en allen, de een meer, de ander minder, zullen ze aan die tijd iets hebben gehad, namen ze er voor hun verdere leven wel iets van mee. Jan de Jong, ,,de Baas" - hij heeft Quick op eenzame hoogte gebracht. En daar ligt voor een niet gering deel het bestaansrecht van een ver eniging, die dat recht bovendien be nadrukte door het op het tumveld behalen van zoveel succes. Willen we weten hoe Quick is ont staan, dan moeten we ons realiseren dat in het begin van de twintiger jaren het zelfstandige dorp Huizum nog niet zo met de stad Leeuwarden verbonden was als nu. Werd er in Leeuwarden al tientallen jaren aan gymnastiek gedaan; aan de andere kant van de overweg was dat nog niet het geval. NAMMELE V. D. WOUDE Toch werd op de duur de behoefte aan een dergelijke sportvereniging terdege gevoeld - eind november 1920 was de tijd blijkbaar rijp om woorden in daden om te zetten. Ini tiatiefnemer was Nammele van der Woude, hoofd van de toenmalige Uloschool aan de Schrans; een en veertig leden traden spontaan toe, toen de vereniging in de school werd opgericht. Dat was dan een gymnastiek- én at letiekvereniging - in de eerste jaren zou de atletiek bij de sportbeoefe ning van de jonge vereniging Quick een belangrijke plaats innemen. De eerste sportieve successen werden dan ook niet in de turnzaal, maar op het atletiekveld geoogst. Het duurde zelfs niet lang of Quick deed al van zich spreken op natio naal niveau, toen een damesploeg, bestaande uit Akke Ferwerda, Jo Huizinga, Klaske Roersma en An nie Zondervan het Nederlandse kampioenschap estafette viermaal honderd meter won KOMEN EN GAAN Op dat moment had er zich bestuur lijk bij Quick al heel wat afgespeeld: wat de leiders betreft was het letter lijk een komen en gaan en hetzelfde kon gezegd worden van een overi gens zeer verdienstelijke figuur als voorzitter S. Pietersma, die her haaldelijk naar het buitenland ver trok, maar telkens weer terugkeerde om voor een korte tijd uiterst ener giek opnieuw de voorzittershamer te hanteren. Het was dan ook nog niet allemaal rozegeuren maneschijn, toen Quick in 1925 het eerste lustrum vierde: ,,het is net of er de laatste maanden een inziking intreedt, namelijk, dat er niet met zoveel animo wordt ge werkt als voorheen" meldde de se cretaris dan ook in zijn jaarverslag. Maar de inkt, waarmee hij dit schreef was nog niet droog, of er gebeurde iets dat voor de vereniging van geweldige betekenis zou zijn: begin januari 1926 kwam de leiding in handen van de gymnastiekleraar Jan D. de Jong en van dat moment ging het crescendo met de vereni ging- Onder de bezielende leiding van de ze krachtige figuur kwam Quick als gymnastiekvereniging snel naar voren en nam weldra een positie in aan de top, een plaats, die daama tientallen jaren glorieus gehand haafd werd. Ook op het atletiekveld bleef Quick nog successen boeken, in de eerste plaats provinciaal, maar eveneens landelijk; zo konden bijvoorbeeld de dames van de estafetteploeg, Donath, Ferwerda, Tolsma en Zon dervan doordringen tot ons Oranje team. BERGAFWAARTS In het begin van de dertiger jaren ging het echter met de atletiekbe- oefening in Friesland bergafwaarts en toen Jan de Jong aanvoelde be zwaarlijk twee heren te kunnen die nen, én de atletiek én de gymnas tiek, nam Quick het radicale besluit te kappen met de atletiek. De naam Gymnastiek- en Atletiek vereniging Quick werd omgezet in Gymnastiekvereniging Quick - voortaan ging de vereniging zich helemaal toeleggen op de gymnas tiek. vervolg op pag. II Van de zeven sportmensen, die in 1920 na het initiatief van school meester Nammele van der Woude de gymnastiekvereniging Quick oprichtten, is er nog een in leven. Het is de heer Piet de Vries uit de Borniastraat in Leeuwarden, acht en zeventig jaar oud nu, maar nog hoogst vitaal. Amper achttien was hij dus, toen hij als commissaris gekozen werd in het eerste bestuur van Quick en daarmee was hij duidelijk de jongste van de ploeg. Een dik jaar eerder was de jonge Piet de Vries ook al betrokken geweest bij het oprichten van de Huizumer voetbalvereniging F.V.C. - van de zeven oprichters van deze vereniging leven er - merkwaardige tegenstelling - nog zes! Veel van de eerste leden van Quick W waren eveneens lid van F.V.C.er jjVfcd'L is tussen beide verenigingen in de zuigelingsjaren een duidelijke ver- wantschap geweest en we mogen haast wel aannemen, dat dit voor een niet gering deel van het werk ttgjMn van de actieve Piet de Vries is ge- Hf A Z i Als uitstekend voetballer heeft de ïf Af V j F.V.C.-er Piet de Vries het tot het JP fl noordelijk elftal gebracht, maar niet alleen op het voetbalveld blonk hij uit: ook als kaatser, "in 't grote .J^Ê spulheeft hij successen geoogst en wel met de beide Dijkstra's, Jappie Minnes en Jappie Piers. H Nóg kan de heer De Vries vol vuur ntlMili verhalen van zijn krachtmetingen '^BBHhI^Q|A8HB met coryfeeën als Klaas Kuiken, 'Mp Teade Zijlstra en Ids Wiersma, ka- IHHh nonnen op het kaats veld, die zich, aldus Piet de Vries, in hun goeie jaren door geen tegenstander lieten verslaan. Voor de gymnastiek bleek de heer De Vries evenwel geen aanleg te hebben. "Een vrije orde-oefening kon ik maken" zo vertelde hij ons een dezer dagen, "maar ik bleef nergens, wanneer ik bijvoorbeeld een schouderstand moest maken op de brug". Lang heeft het bestuurslidmaat schap én het lidmaatschap van vervolg op pag. 13

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1980 | | pagina 9