KLEINE HUISJES - GROTE GEZINNEN HET VIEL VAAK NIET MEE 'T KLEIDE KRAHTSJE WONEN IN DE POPPEBUURT Er is toch nog een vrij sterke band tussen de oud-Leeuwarders, getuige de reacties op mijn eerste ontboe zeming over de Poppebuurt, afge drukt in 't Kleine Krantsje nummer 363. Erg prettig is het te horen dat oude bekenden van vroeger, die soms in uiterst moeilijke omstan digheden leefden, nu vertellen dat hun kinderen vaak vooraanstaande mensen in de maatschappij zijn ge worden, niet zelden na een univer sitaire opleiding. Dat was vroeger een onmogelijke zaak. Wij verhuisden in Leeuwarden nog wel eens, maar na informatie bij het Leeuwarder Gemeente-archief kon ik er achter komen dat wij in de Poppestraat nummer 11 woonden van 3 december 1923 tot 16 novem ber 1929. MODDERIG BINNENPLEIN De buurt bestond uit oude stenen huisjes met een modderig binnen- pleintje en een twintigtal houten huizen. De winkelierster, die een piepklein winkeltje had kenden wij allemaal als Wietske. Iedereen haalde op de pof. Mijn zusje had de indruk dat het niks kostte en haalde voor moeders rekening voor een of twee cent zuurtjes of drop. 'Schrijf het maar even op." De gevolgen waren natuurlijk niet zo best, want dat zat er gewoon niet aan. De huisjes waren erg klein, een ka mer met een paar hokjes. Voor ne gen personen weinig plezierig om binnen te zitten en daarom waren wij altijd op straat en verveelden ons niet. Op het binnenpleintje, de bin nenbuurt, kon de jeugd "bakkerts- schieten", "streepgooien", en "landsje kappen". Maar aan dat streepgooien konden wij niet mee doen, want we hadden geen centen helaas. Een van de briefschrijvers schreef over het stroomke bij de centrale. Dat kan ik mij erg goed herinneren. Ik kon helemaal niet vissen, trou wens nog niet, maar ving daar kar pers met het meest onmogelijke vis- gerei. Als het warm weer was gin gen de jongens even verder in het Vliet zwemmen. Wie zou dat nu nog durven? Alleen jongens waag den zich in 't water. De meiskes bleven aan de kant. Zwembroeken kenden de jongens niet en 't was ook zonde een onderbroek nat te maken, gang om de vluchtende muizen op te vangen. Soms kwamen vader, moeder en de kinderen er achter el kaar uit. Ik ving ze met de hand en liep soms een heel eind weg, waar de glazen pot stond om de muizen te bewaren. Daarbij beet een van de oude muizen mij zodanig in mijn pink, dat ik daar nu na vijftig jaar 'MSSBm - Het waren kleine huisjes in de oude Poppebuurt dus gingen ze zonder. Een voor jon getjes onschuldig spel was op de rug zwemmen met het piemeltje boven water. "Schipper op dek" noemden ze dat. Ik hoor oud Leeuwarders al lachen. Tegenover de Poppebuurt was de boerderij van Martens. Deze boer derij is al méér in 't Kleine Krantsje genoemd. Martens had zijn land in Lekkum. Iedere avond ging hij daar met paard en wagen naar toe om de koeien te melken. Wij gingen vaak mee en Jan Martens was steeds van de partij. Van hem leerden wij veldmuizen vangen. Wij zochten een holletje op en op enige afstand een tweede gat. De muizen hebben nl. een nooduitgang. Van huis had den wij een gieter meegenomen (van de boerderij dan). Jan goot aan de ene kant het hol vol water en ik hield mijn hand voor de nooduit- nog een lidteken van heb. Het was een ellendige tijd. Vader was twaalf jaar als koloniaal in Indië geweest en had daarvan het koste lijke pensioen overgehouden van acht gulden per week. Wij waren met z'n negenen. Het pensioen werd achteraf eens per drie maan den uitbetaald, maar wij moesten iedere dag eten. Vader had een bak ker gevonden die genoegen nam met betaling eens in de drie maan den. Het vervelende was dat deze bakker op Snakkerburen woonde. Wij jongens moesten dus dagelijks, na school, van de Poppebuurt naar Snakkerburen op de klompen om brood te halen. Wij déden dat toch maar. Kom daar nu eens om. Ik hoor nog'de bakker zeggen "Jon gens jullie moeten even wachten, de bakker zal even vers brood bak ken". Hij nam dan een paar oude broden, stopte die in het water en dan in de oven. Zo werd het oude brood weer voor vers verkocht. Enkele weken geleden waren wij in Leeuwarden. Wij zijn over Snak kerburen gefietst. Het was niet zo veel veranderd. De trapkesbrug was er nog, maar toen wij daarover heen waren, wist ik niet meer waar wij terecht gekomen waren. Nog even over het brood. Moeilijk zo ver met een hongerige maag te lopen en toch brood in de tas te hebben. Soms hadden wij strengel- brood of Duits brood, dit laatste noemen ze hier in het westen tijger brood. Het heeft van die zoete brui ne korstjes. Als wij thuis kwamen was de strengel opgepeuzeld en waren er zoveel tijgerkorstjes ver dwenen dat het brood niets meer van een tijger had. NOOIT VLEES Vlees kwam er nooit op tafel, maar vettigheid was er wel en daar zijn we groot van geworden. Wat geen sterveling meer wil eten dat was on ze dagelijkse kost. Aardappels met mosterdstip en paarde vet. Dat paar de vet haalden wij, meest een emmer vol, ik meen voor een dubbeltje per pond bij paardenslager Mellema op het Zuidvliet. Het rook sterk en het had een geel-oranje kleur. Op ze kere dag kwamen wij met de lege emmer thuis en de boodschap, dat de slager zich in zijn eigen slagerij van het leven beroofd had. De foto van kruidenier Hartkamp en zijn bediende Ids de Vries in 't Klei ne Krantsje nummer 364 riep ook weer herinneringen op. Zaterdags het puntzakje met wat snoepjes. Dat was zo ongeveer onze enige weke lijkse uitspatting. Als wij econo misch op 't ogenblik iets van de huidige welvaart moeten missen, dan zal dat voor de meeste van onze leeftijdsgenoten niet moeilijk zijn. Haarlem Pamassiakade 38 K. Faber #«gg|S juwelier pepersbaot-leeuwofden De onmiddellijke omgeving van de Poppebuurt: het Vliet met links Schilkampen en rechts Kleyenburg. De beide molens heetten Het Fortuin en De Kroon. voor Leeuwarden en de wij de wereld er omheen Een uitgave van Fenno Schoustra's Publiciteits- kantoor. Verschijnt eenmaal in de veertien dagen. Redactie, Administratie en Advertentieafdeling: Vredeman de Vriesstraat 1 8921 BP Leeuwarden. Telefoon (05100) 20302 Postgiro 98 10 62 Bank: Rabobank nr. 33.54.03.530 Geopend:van dinsdag tot en met donderdag, uit sluitend 's morgens van 9 tot 12 uur. 's Middags en van vrijdag tot en met maandag ge sloten. Abonnementsprijs: voor Nederland 25,- per jaar; voor het buitenland: 45,- per jaar. Losse nummers: afgehaald 1,50 per stuk. Per giro be steld: 2,50 voor 1 ex, 4,50 voor 2 ex., 6,00 voor 3 ex. Het lidmaatschap van 't Kleine Krantsje is alleen mogelijk voor lezers, die akkoord gaan met de be paling, dat het abonne mentsgeld vooruit moet worden voldaan. Op de 1e februari dient het abonnementsgeld voor het dan lopende jaar te zijn betaald. Geschenk-abonnementen en abonnementen van le zers in het buitenland moeten op de 31e decem ber van het voorafgaande jaar zijn betaald. Lezers, die zich niet telefo nisch of schriftelijk, maar per giro-overschrijving als abonnee aanmelden, wor den verzocht op het giro strookje te vermelden: Nieuwe abonnee. Abonnees, die zijn ver huisd, dienen er op te letten, dat hun giro-overschrij- vingskaart het nieuwe adres vermeldt - het oude adres moet worden doorgehaald. Wie het abonnementsgeld voor een ander betaalt, dient duidelijk de naam en het adres te vermelden van de abonnee, voor wie wordt betaald. Adreswijzigingen moeten minstens 10 dagen voor het verhuizen worden doorge- geven. Abonnementen, .die niet voor 1 december zijn opge zegd, worden automatisch verlengd.

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1980 | | pagina 3