DICKVANDERHEIJDE JRfREKLAME VURIGE TOESTANDEN OP BOERDERIJ TOEN WE NOG PP DE SCHOOLBANKEN ZATEN SCHOOL 6 AAN DE CLAES BOCKES BALCKSTRAAT 15 adviesbureau voor reblame en publiciteit jozsf isrsëlsstraatIO l0euwarden 05100 24984 - ■7 Dit is de zesde klas van School 6, nee, niet gefotografeerd in '06, maar iets later, in 928. We gaan van voor naar achter en van links naar rechts: een Faber en Roel IJsselstein, Hiltje Herrema, Aafke Sixma, Henny Born, Marten Faber en Sipke Drijver: dan, op de derde rij: Afke van der Net, Dientje Bijma, Gerrit Asman, Sjoerd van der Schaaf, Fokke Hellinga en Eelco Bokma. Op de vierde rij: Annie Vaas, Sjoerdje Sikkema, Obe Carolus, Freerk van der Wal, Jitse Bonga en Anne van Breeden. Dan de vijfde rij: Henny Meyer, Geeske Woudstra, Frank Tijsma, Lambertus Laverman, Eibert van der Wal en Eke Bonga. Tenslotte achteraan: meester Caspers, Afke van der Velde, Femmy Hellinga, Jacoba Fa ber, nog een Hellinga, Jurjen Engelsman en Gerrit Visser. Vervolg van pag. I Ze vonnen et maar eigenaardig. Drie jongkerels zonder vrouw. Zuden die mannen nooit es bepaal de mannelike gevoelens hewwe? Et leek wel zo. Een boer, die Hendrik een keer op- pe veemerk ontmoette, had, toen ze in een kaffee een brandewientsje met suker zatten te drinken, zo es langs zien neus weg vraagd, wüd et niet es tied dat er bij jimme een vrouwmeens over de vloer komt? Een vrouwmeens? had Hendrik verbaasd uutroepen. Waarvoor, et gaat zo best, viene wij. Maar toen gebeurde toch op et laatst wat in de meeste gevallen in een kleine dorpsgemeenskap ge beurt. Dorpsroddel! En dat is erg, dat doet een meens gien goed. De roddel siepelde tenslotte deur de kieren de boerderij "De Drie Ge broeders" binnen. Hendrik was woedend. Douwe was woedend. Jehannes was woedend. Wat dachten ze wet. Dat ze gien gezonde, gewone kerels waren? De andere dag ston er in de Dracht ster Gourant een advertensje dat op de boerderij "De Drie Gebroe ders" een huushoudster vraagd wudde. Nou, et bleek dat er huushoudsters genoeg te krijen waren, jonge en ouwe. Toen de derde zich anmelde kreeg Hendrik der skoon genoeg van. De derde wudde anno men. Et was een feilen een en ze kon hard werke. De roddel had in zoverre resultaat dat er een vrouwspersoon op ,De Drie Gebroeders" was maar de boerinnen, waar de roddel van uut- gaan was, bleven toch met een over- skot van huuwbare dochters zitten. En hoe ging et vedder op de boerde rij van de drie broers? Wel, zoas na een lange barre winter de warme lentezon de sneeuw smelten doet, zoas de zachte lente wind over de velden waait, zo deed de voortdurende anwezigheid van een vrouw, dizze Eva, bij de drie broers el ies om et stugge hart smelten. Et zachte geritsel van vrouwerokken met daarboven een jak met een ro mig blanke hals, een gezicht waarin een paar ogen die je soms zo eige naardig ankeken, misten hun uut- werking niet. Niet op Hendrik, niet op Douwe en niet op Jehannes. Der kwam langzamerhand een ei genaardige, een wat donkere sfeer op de boerderij tussen de vier meen- sen te hangen, zoas et in de natuur weze kan as er een onweer op til is Dan kan et zo doodstil en drukkend weze. De vrouw liet er gien twiefel over bestaan an wie van de drie broers zij de voorkeur gaf. Broer Jehannes, de jongste, von ze wel aardig maar hij was met zien zachtaardige karakter te verlegen om indruk op heur te makenZe gaf, ze gaf em wel es een aaike maar daar bleef et dan oek bij. Nee, de rivaliteit kwam tussen Douwe en Hendrik. Wie wist ooit wat er in et hart van die stille, gesloten en stugge Douwe omging? 's A vonds as et werk daan was en ze met zien vieren om de tafel in de keuken zatten dan zat Douwe stil en stug voor zich uut te kieken as Maaike, want zo hiette de huus houdster, niet zonder resultaat Hendrik zat te paaien. Douwe kon dat niet utstaan. Douwe hat een keer probeerd Maaike in et hooi te krijen maar ze had zich met han en tan verzet. Ze wu et niet met hem. En met dat ze an et vechten waren ston daar opeens Hendrik in de skuur en toen ie zag hoe ze beiden der bij stonnen, zij met los hangen de haren, et jak los en hij met een bebloede kop, had ie heur de keuken instuurd. Dou bliefst met dien poten van Maaike af, begrepen! Douwe droop af zonder een woord teugen Hendrik te zeggen. Maar sinds dat incident broeide et in Douwe as een smeulend vuur. Maaike palmde Hendrik helemaal in. Dagen, weken, maanden gingen voorbij. De zeumer brak an. Kermis in Drachten. Jehannes gong er die avond heen. Hendrik gong er met Maaike heen. En Douwe? Douwe bleef tuus. Et woelde in de kop van Douwe. Woede en teleurstelling en jaloezie. En zoas bij hooibroei ineens de vlam der in slaat, zo gebeurde dat bij Douwe Jehannes, Hendrik en Maaike vier den volop kermis en toen ze savens laat naar hun boerderij terug keer den ston de boerderij ,,De Drie Ge broeders' in lichterlaaie Bart van der Weerdr.

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1980 | | pagina 15