DICKVANDERHEIJDE JR/REKLAME GESPREKKEN OP DE BRUG TOEN WE NOG OP DE SCHOOLBANKEN ZATEN DE JULIANASCHOOL AAN DE TWEEBAKSMARKT 15 jozef isreëlsstraatIO „LAAT JE VALLEN JONGEN!" adviesbureau voor reklame en publiciteit W w jozef isreëlsstraet 10 leeuwarden 05100-24984 "In 1917 kwam de vierde klas van de Julianaschool aan de Tweebaksmarkt "op 't portret"zoals men dat toen nog placht te noemen. Dat is langer dan zestig jaar geleden en het spreekt vanzelf, dat nu lang alle gefotografeerden niet meer in leven zijn. We beginnen achteraan en we gaan van links naar rechts: Jan Overmeer, onbekend, Jos van der Weide, Arthur Lampe, onbekend, en Herman Walthuis. Op de tweede rij: juffrouw Cato Greep, Frans Brinkman, Pierre de Vries, Johan Swart, Louis van der Meuten, Gerard Ensing, Theo Kerkhoven, nog een Swart en meester Koeneman. Dan: Anton Brinkman, Ter Horst, Simon Jongma, Reinier Diekstra, Wouter Schalkwijk, twee onbekenden, een Blommert, George Schweigmann en nog een onbekende. Op de knieën: Menno Brada, Jan van der Weide, twee onbekenden en Rudi Walt- haus. Tenslotte, in fraaie houdingen op de voorgrond: een onbekende, Eduard Ligthart, onbekend en Julius Kerkhoven. vervolg van pag. 13 in dat Dokkum fersliete must. Ja, muskien had ie het daar wel goed naar'tsin. Mar anders. Dokkum!!!! Sjouke: Henkie rédde em gauw. Onder ons gesegd en geswegen had ie daar een bitsje ferkering. Een jong dinkje sei Henk, se hèt krekt hur A.O.W. Se was eerder trouwd weest en Henk is altied frijgesel bleven. Wiebe: Mar goed, dat se met trouwd binne, want dan ston die frouw nou weer alleen. Wat nou, Hein, gastou ons allemaal die fijf-en-twintig gul den fan die sunige Alberda uut be talen? Hoeft niet ju! Hein: Nee, groate sufferd as ik bin. Wat hew ik al een paar dagen in de buse om jim foor te lezen? Een luchtpostbrief fan Rintsje de Ruter. Tabe: Gelukkig, want ik was al bang foor een seksbladsje en ik kleur altied al soa gauw. Een brief fan Rintsje de Ruter. Hèt ie nog bij het boksen fan die Koopmans sien? Hij woant dich bij Los Angelus niet? Hein: Daar skrieft ie niet over. Wat over de frouw en de kienders en dat se met oud en nij met de hele aan hang naar de wintersport salie. In even kieke, de Colarado, fan die kevers weet jim wel. En dan de groeten foor jim allemaal. Ja, en hij wil daar, in Asperen een Oldehove fan sniw bouwe, fan een goeie me ter of soa. Marten: Soms bin ik een hardkuter, mar dit ken ik mie indenke. Soa fer weg. Staan 't es uut. En dan maak jou een Oldehove. Dan sien je em toch!! Hein: En bij die Oldehove wil ie dan een bord del sette: Feul heil en se- gen. En dan es afwachte of der oek meensen langs komme, die het be- griepe. Allen (suver wat feraltereerd): Feul heil en zegen! Insgelieks Rintsje! Insgelieks, alle echte, ouwe Liwad- ders, ter land, ter see, en op de fluchtü (Temeensen soa hoorde het, mar der sei oek één fan: Servoes, 1980!!!! EEN SOAD MEENSEN MAKE CARRIERE IN HET SWEET VAN EEN ANDER SIEN ANGESICHT JE SIEN IN HET LEVEN MEER NAAR MEENSEN, DIET HET BETER HEWWE, DAN DIET BETER BINNE DIET VOOR ANDEREN AL TIED MET GOEIE RAAD KLAARSTAAT, SIT SELS VAAK INNE PROBLEMEN OPPE WEG VAN HET VOOR- NIMMEN NAAR DE DAAD IS MENIGE REUS IN EEN DWERG VERANDERD juwelier peperstzacit-l?<?uujorrJen DE DUVEL KOMT ALTIED OP- ]PE BRUILOFT, AST HUWE LIJK OMWILLE VAN'T GELD VOLTROKKEN IS ER IS GIEN MEENS, DIET DE VRIJHEID NIET LIEFHET, MAR DE RECHTVARDIGE EIST DIE VOOR ALLEMAAL EN DE ON RECHTVAARDIGE ALLEEN VOOR SICH SELS HELP IEDEREEN OM JE HEEN, DIET DIE HULP NOADIG HET, MAR REKEN NOAIT OP DANK BAARHEID. KRIJE JE DIE TOCH, DAN 1ST MOOI MET- NOMMEN, SEG IK ALTIED MAR JE KANNE OVER WAT BE PAALDS BETER GIEN OOR DEEL HEWWE, DAN EEN VOOROORDEEL WIET MEENSEN VERTROUWT ZAL SICH MINDER VAAK VE- GISSE AS WIE MEENSEN NOOIT VERTROUWT WELOPGEVOEDE MEENSEN SALLE JE NIET BELEDIGE, ANDERE MEENSEN KANNE DAT NIET GEESTDRIFT GAAT ALTIED GAUWER VOORBU DAN HAAT Te Zaandam zou een jongen een overweg van het spoor passeren, toen juist van twee zijden treinen naderden. Het scheen, dat hij beslist door een van beide zou worden overreden. Gelukkig zag een voorbijganger het gevaar en riep: "Laat je vallen jon gen!' De jongen deed het en ontkwam op die wijze aan het dreigend gevaar. Hij was echter zoodanig verschrikt, dat hij eenige oogenblikken bewusteloos op de baan bleef liggen. (1907)

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1980 | | pagina 15