fiiéjeufat
mg fauje....
Friesland Bank
£&ondrérolf
Uw eigen bank
tQt juwelier
sen de jongens van beide scholen.
Op het gebied van kattekwaad moet
mijn vader zich wel hebben ge
weerd. Opeen keer moet dat ook het
geval zijn geweest, toen een agent
van politie hem achter de broek zat.
Mijn vader de school binnen (die
was al "in"), ntaar de smeris ook!
In de klas van mijn vader geko
men vroeg de smeris of die en die
jongen er ook was. Nee. die was er
met. Maar toen de agent het lokaal
uit was zei meester: "Kom mar on
der de bank fut, Sytze".
Leeuwarden Chr. Doorenbos
VAN EYSINGA
Mag ik nog even aansluiten op het
verhaal over de Van Eysinga's in
een vorig Kleine Krantsje?
Huisbewaarders waren omstreeks
1918, 1919 in het herenhuis aan de
Grote Kerkstraat de heer en me
vrouw Hoekstra. Daar waren mijn
ouders mee bevriend en zodoende
mocht ik er als dochterftje) ook ko
men. En het was een belevenis in
zo'n groot en mooi huis te komen!
Ik herinner me nog, dat mevrouw
Hoekstra zulke lekkere koekjes
bakte, trouwens ook andere heer
lijkheden wel. Door de keukenra
men zagen we een stuk van de tuin,
waar mevrouw de freule dan wel
wandelde met haar honden.
Zelf kwamen we ook we I eens in die
tuin; het was een waar lusthof. Me
vrouw was dan zeer vriendelijk; ze
waren wel eens een paar dagen of
langer thuis. De familie Hoekstra
had een eigen huis aan het Sint Jobs-
leen, vlak om de hoek van het Heer
Ivostraatje. Dit wilde ik nog even
vertellen.
Leeuwarden A. Steensma
GEEN RECORD
Naar aanleiding van de vraag, wie
weet gezinnen of heeft ze gekend
met zes meisjes of zelfs zeven of
eventueel jongens heeft u veel
brieven ontvangen
Maar nu heb ik een gezin gekend uit
Huizum, ze hebben gewoond op de
Tijnjedijk. Dit gezin bestond uit zes
dochters en wel zo.
De eerste heette Sjoukje van der
Weide. Toen kreeg men een twee
ling Klas en Aaltje. Daarna weer
één (Renske) en daarna weer een
tweeling, die heetten Geeske en
Eke.
Het is alweer twaalf jaar geleden,
toen kreeg ik het adres van Geeske.
Die woonde toen in de Fruitstraat
12c in Leeuwarden
De anderen zijn getrouwd en naar
Amerika vertrokken. De eerste om
streeks 1921. Als u in 't Kleine
Krantsje plaatst en dat verwacht ik
wel, dan bij voorbaat mijn dank.
SoesterbergN. Veenstra-Djjkstra
Het was onze bedoeling met be
trekking tot merkwaardige ge
zinssamenstellingen ,,een re
cord" op te sporen. Aanvanke
lijk vroegen we ons af of een
gezin met zes dochters of zes
zoons als zodanig bestempeld
kon worden. Inmiddels hebben
we begrepen, dat er heel wat ge
zinnen zijn met meer dan (uit
sluitend) zes dochters of zes
zoons.
Red. 't KI. Kr.
DIERENVRIEND ENNIK
In "'t Kleine Krantsje" nr. 374
heeft u een foto geplaatst van 'die
renvriend Ennik". In het begelei
dend onderschrift schreef u "Waar
hij is gebleven, weten wij niet".
Misschien kunnen wij een antwoord
op die vraag geven.
Toen mijn vrouw en ik in 1946 in
Alkmaar kwamen wonen, ont-
Lezers klommen in de pen
Ziehier nog een oeroude, maar heet fraaie foto van de Schippersschol"die op het Oldehoofsterkerkhof heeft gestaan, lias het hier,
datSytze Doorenbosjzich voor een pliesje onder de bank verborg?' 1
HET "BISSCHOPSHUIS"
Het was eigenlijk niet mijn plan om
te reageren op de vraag betreffende
het "Bisschopshuis", maar nu de
naam van mijn grootvader genoemd
wordt en zijn huis Tweebaksmarkt
60 staat afgebeeld, meen ik toch u
het volgende te moeten melden.
Mijn grootvader Hendrik H. Kra
mer (1850-1934) was architect te
Leeuwarden en woonde eerst na zijn
huwelijk in 1882 opeen bovenhuis
aan de Groentemarkt, doch ver
huisde in 1886 naar de Tweebaks
markt 60. Hier heeft hij zijn gehele
leven gewoond en gewerkt, het
kantoor was aan huis, en is ook daar
overleden op 13 februari 1934. Mijn
grootmoeder bleef in dit huis wonen
tot haar dood op hoge leeftijd in
1942. Bij de boedelscheiding werd
het huis toegedeeld aan mijn tante,
mevr. D. Schonken-Kramer, arts te
Worcester Zuid-Afrika. Ik heb het
toen voor haar beheerd en verhuurd.
Eerst aan de Advocaat-Generaal bij
het Gerechtshof, daama aan de we
duwe van de RaadsheerCluysenaer,
die naar hier verhuisde vanuit
"Vaartzicht" in Huizum. Na de
oorlog is het pand verkocht en heeft
inderdaad antiquaar De Jong er ge
woond
Toen mijn grootvader het huis kocht
was het van buiten bepleisterd en dit
was reden waarom hij er klimop te
gen op liet groeien. Tevens liet hij
aan de achterkant een stuk er aan
bouwen, waardoor de keuken werd
vergroot, er tevens een bijkeuken
met de door Kuipers beschreven
"meidenplé" kwam, terwijl boven
een badkamer en de z.g. "leerka
mer" werd opgetrokken. Deze laat
ste was bestemd voor de studie van
zijn kinderen.
Zijn kantoor had hij boven-achter,
waar behalve zijn bureau een aantal
grote tekentafels stonden De bo-
ven-voorkamer was de slaapkamer.
Eigenlijk was het oorspronkelijk de
ontvangstzaal en strekte het zich uit
over de volle breedte van het pand.
Beneden waren slechts twee ka
mers, een vrij sombere voorkamer
en een grotere achterkamer, die uit
zicht gaf op een klein stadstuintje.
Tot zover dit huis. Ik logeerde daar
als jongen vanuit Harlingen vele
vacant ies.
Naast mijn grootouders woonde op
no. 62 mevr. Bisschop. Toen haar
man, de schilder Chr. Bisschop, in
1904 te Scheveningen in hun villa
"Frisia" overleed - hij heeft nooit
in het huis no. 62 gewoond - was
het zijn intentie zijn kunstverzame
ling aan de provincie Friesland te
schenken. Zijn weduwe heeft deze
wens geëffectueerd. Nadat overleg
gepleegd was met het bestuur van
het Fries Genootschap, werd deze
schenking geaccepteerd. Mijn
grootvader, de architect Kramer,
kreeg de opdracht de verschillende
vertrekken in de villa "Frisia" te
laten opmeten. Zo trof ik onder zijn
aantekeningen aan. dat hij reeds in
1905 naar Scheveningen reisde De
overbrenging van de inboedel en de
verbouw van het museum heeft vele
jaren geduurd. Eerst werden een
paar vertrekken als "Bisschop-ka
mers" ingericht, doch eerst in 1915
kreeg een en ander zijn beslag en
was de gehele collectie opgesteld in
zes vertrekken. In dat jaar schreef
mr. P. C. J. A. Boeles een "Gids
door de Kunstverzameling Bis
schop", waarin nauwkeurig de ge
hele collectie staat beschreven.
Tijdens de inrichting van de kamers
woonde mevrouw Bisschop, een
Engelse van geboorte, die gebrek
kig Nederlands sprak, al in Leeu
warden en bemoeide zich intensief
hiermede, hetgeen wel tot strubbe
lingen aanleiding gaf. Mijn groot
vader, die hierbij nauw was betrok
ken en ook haar buumian was, heeft
dat wel geweten!
Zelf heb ik mevrouw Bisschop vaag
gekend als zij op visite kwam en ik
toevallig aanwezig was. Ook ben ik
een paar keer bij haar in huis ge
weest en kreeg dan bargemottepe-
ren, die in haar tuintje groeiden!
Helaas weet ik niet wanneer zij is
overleden. Daarna is het huis ver
bouwd en tot garage ingericht.
Leeuwarden H. G. v. Slooten
KOM MAR, SYTZE
In 't Kleine Krantsje nummer 373
stond een fraaie foto van de Olde-
hove met links daarop een gebouw.
Was dat misschien de school waar
mijn vader het destijds wel over
had? Hij moet tenminste daar op een
school zijn geweest. En er was,
meen ik, nog een andere school. Dat
betekende dan natuurlijk strijd tus-
Men kent er de Friese
verhoudingen en is bereid
plaatselijke en provinciale
belangen te dienen.
moetten wij al gauw in een woning
aan de Schuine Hondsbosselaan te
Heiloo deze heer Ennik met zijn
huisgenote, mevrouw D. Koop-
mans-Forstmann. Als ik mij goed
herinner was hij oud-inspecteur van
de dierenbescherming. En zoals in
de Mozartstraat in Leeuwarden was
ook in zijn woning in Heiloo bin
nen- en buitenshuis een groot aantal
dieren. Al heel gauw was het in
Heiloo bekend, dat hij er thuis een
asyl op nahield, waar je ieder dier
Vervolg op pag. 6
peperstracit-loeuwotden